Slavernij

Op 1 juli is het een herdenkingsdag waarop we stilstaan bij de slavernij. Slavernij is een verschijnsel wat we in de geschiedenis tegenkomen. Ook in de Bijbel lezen we ervan. Overigens wordt nergens in de Bijbel de slavernij goedgepraat. Vanuit de gedachte dat de mens is geschapen naar het beeld van God moeten we slavernij zelfs veroordelen. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd dan ook de slavernij afgeschaft.

Het is best goed om nog eens even stil te staan bij de slavernij. Vooral in de periode 1750-1850 zijn er op dit punt hele ernstige dingen gebeurd. Vanaf ongeveer 1750 werden er in ongeveer een eeuw tijd 12 miljoen mensen van Afrika naar Amerika versleept. In Amerika waren er plantages waarop koffie, katoen, suiker en andere zaken werden verbouwd. Die plantages hadden arbeidskrachten nodig en die werden dag gehaald uit donker Afrika. En zo kwam er een bloeiende handel in slaven die uit Afrika werden gehaald.

De slavenhandel was een zeer lucratieve zaak. Er werd goed aan verdiend en miljoenen mensen zijn er het slachtoffer van geworden. Eerst werden de slaven uit het hele gebied van West Afrika gehaald. Daarna werden de slaven met schepen overgebracht naar Amerika. Waarschijnlijk meer dan de helft van alle slaven is tijdens het transport en tijdens het vervoer uit het gebied in Afrika omgekomen. De handel in slaven is een van de zwarte bladzijden uit de wereldgeschiedenis.

Ook in Nederland werd er met de slavenhandel flink geld verdiend. De slaven werden vervoerd naar Suriname en vervolgens op de markten in het Caribische gebied verkocht. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd uiteindelijk, na heel veel politieke druk, de slavernij afgeschaft. In Amerika was er zelfs een burgeroorlog voor nodig om de slavernij afgeschaft krijgen. Als we wat nadenken over dit verleden dan zijn er toch wel een paar belangrijke vragen.

In de eerste plaats mogen wij mensen nooit zien als koopwaar om eraan te verdienen. We kunnen het niet goedpraten dat er op grote schaal mensen zijn getransporteerd en verhandeld. Een mens draagt het beeld van God en heeft daarom een eigen waardigheid. In de tweede plaats zijn er heel veel mensen omgekomen in de periode van de slavernij. Kooplieden hielden er rekening mee dat tijdens het vervoer over de oceaan ongeveer 10 tot 20% van de slaven zouden omkomen. Het is huiveringwekkend om te bedenken dat je ervan uitgaat dat er wel mensen zullen omkomen. Dat bloed roept tot de hemel om wraak. In de derde plaats heeft de hele slavenhandel enorm veel leed gebracht bij mensen, gezinnen, families en wat niet al. Tot op de dag van vandaag zijn er de gevolgen van, bijvoorbeeld in Amerika. En tenslotte, en dat niet in de minste plaats, legt heel de slavernij ook een schaduw op het christelijke Europa. Het is onbeschrijfelijk waarmee de slavernij allemaal niet werd goedgepraat. Soms werd er nog wel de Bijbel bijgehaald dat het wel terecht was om mensen met schepen te verslepen naar een ander continent. De Bijbel biedt ons echter nergens aanknopingspunten om de mens als koopwaar te zien. Integendeel, elk mens heeft de dure roeping ieder ander mens te zien als een naaste en het goede voor hem te zoeken.

Wereldwijd is 1 juli de dag om aan de geschiedenis van de slavernij te gedenken. Het is niet verkeerd om een dergelijke dag te hebben en om het verleden leven te houden. Wie de geschiedenis vergeet zal haar weer over moeten doen. En laten we ons ervoor hoeden dat dergelijke dingen niet weer opnieuw plaatsvinden in deze wereld.

Ds. W. Visscher