Afbeelding
Foto:

Chronisch tekort aan manschappen

In Ooltgensplaat zijn de brandweerlieden bezig met hun vrijdagse wekelijkse oefenavond. Nee, dat voelt voor de mannen niet als een verplichting, integendeel. Ze vinden het heerlijk om op deze manier hun werkweek af te ronden. "Gewoon lekker even de week van je afschudden. En natuurlijk met je liefhebberij bezig zijn", maakt een van de manschappen meteen duidelijk. "De één gaat naar de voetbal, de ander naar een volgende club of vereniging, wíj doen de brandweer."

Tekst en foto's: Hans Villerius

En dat ze daar plezier in hebben, proef je al gauw als je ze bezig ziet en hoort. De brandweerauto staat buiten, vanuit het lijf van de wagen vinden de slangen van enkele waterpistolen kronkelend hun weg over de grond, er staat een ladder tegen de gevel van de kazerne en daarover komen juist twee man van het dak af. Kennelijk was in de garageruimte brand ontstaan, want binnen stond de boel nog vol 'rook'. En zo te zien moest er iemand uit het brandende pand gered worden, want buiten op de straat ligt een laveloos blauw model met wat armen en benen eraan. Niettemin, het feit dat 'ie buiten ligt, geeft aan dat dit 'slachtoffer' op tijd gevonden en succesvol uit z'n hachelijke situatie bevrijd werd. Enkele brandweermannen zijn nog bezig hun persluchtapparatuur, waarmee ze in de garage vol rook bezig zijn geweest, netjes op te ruimen. Zo worden iedere week de nodige vaardigheden goed bijgehouden, de ene oefenavond dit, de andere avond weer wat anders. En met toewijding wordt gedaan wat gedaan moet worden, met ondertussen tijd voor een grap en een grol, want gezelligheid en kameraadschap zijn belangrijke ingrediënten binnen een brandweerploeg.

Verschil maken

Waarom de mannen lid zijn geworden van de vrijwillige brandweer hebben ze in grote mate met elkaar gemeen. "Enerzijds een stukje spanning, zodra de pieper gaat, en er dan voor gaan. Ik kijk niet eens wat de melding is", zegt er één, "dat hoor ik op de kazerne wel." Anderzijds is er de meerwaarde van zich in te mogen zetten voor de samenleving en díe hulp te kunnen verlenen die op dát moment onmisbaar is. "Daarmee maak je voor jezelf toch wel een beetje het verschil", geeft een ander aan. "Het is gewoon een heel mooie gedachte dat je op deze manier echt dienstbaar bent aan de plaatselijke samenleving, aan je eigen dorp", vult een derde aan.

Klus klaren

Dat dienstbaar zijn kan op uiteenlopende manieren z'n beslag krijgen. Allereerst natuurlijk in Prio 1 situaties, bij brand of ongeval en tegenwoordig ook hartstilstand. "Nee, je weet nooit van tevoren wat je aantreft. Dat geeft er ook een stukje positieve spanning aan", klink het uit de groep. "Maar nooit op die manier dat je zegt 'ik zie ertegenop'". "Dat laatste", vult bevelvoerder Kees Bal aan, "heeft ook te maken met de vakbekwaamheid die je opbouwt. Zodra je gealarmeerd wordt, zie je dit als klus die je moet klaren en die ga je gewoon tot een zo goed mogelijk einde brengen." "Het kan natuurlijk wel zijn", reageert een van de manschappen, "dat je je dag eens niet hebt. Dat heb je in je dagelijks werk ook. Maar als blusploeg ben je één team en vang je elkaar ook daarin op. Natuurlijk komt 't wel voor dat je heftige dingen meemaakt, maar door daar na afloop goed met elkaar over te praten, kun je daar toch mee omgaan."
Daarnaast zijn er nog allerlei andere situaties waarvoor de hulp van de brandweer wordt gevraagd, variërend van een dier in nood tot een omgewaaide boom die opgeruimd moet worden, en van liftopsluiting tot een bijdrage leveren aan het Koningsdagprogramma of andere activiteiten in het dorp.

Buiten dorp werken

Het feit dat veel vrijwilligers lang aan de brandweer verbonden zijn, geeft wel aan dat ze dit werk, deze inzet voor de naaste, deze liefhebberij en de eraan verbonden kameraadschap niet graag missen. Hoe komt het dan dat in toenemende mate er toch een tekort is aan brandweervrijwilligers? Verschillende factoren spelen hierin een rol. De voornaamste is dat veel brandweerlui niet in hun eigen dorp maar elders werkzaam zijn, vertelt bevelvoerder Kees Bal. "Op het moment dat er overdag een melding is en uitgerukt moet worden, zijn de meeste manschappen dus niet beschikbaar. In sommige gevallen komt 't voor dat er zelfs geen bevelvoerder en geen chauffeur/pompbediener is. Dan moet een tankautospuit bij de alarmcentrale buiten dienst gemeld worden, zodat in geval van nood een wagen uit een naburig dorp ter plaatse kan gaan. Maar ideaal is dat natuurlijk niet, zeker niet als elke seconde telt."

Registratiesysteem

In geval van onderbezetting van de ene blusgroep alarmeert de centrale een andere blusgroep mee, de zogenaamde variabele voertuigbezetting, zodat ze samen toch één volwaardige ploeg vormen. "Momenteel hebben we in de kazernes een registratiesysteem waarop we kunnen zien wie van de manschappen zich aanmeldt en dus binnen zes minuten hier kan zijn als de pieper is gegaan. Daarmee kan vanaf de kazerne de alarmcentrale worden ingeseind wanneer er sprake is van onderbezetting. Straks kunnen ook de centrales zelf hierin meekijken zodat bij onderbezetting regelrecht een andere wagen wordt meegestuurd", legt Bal uit. "En hopelijk komt er het moment", voegt één van de manschappen er meteen aan toe "dat we met onze eigen auto's rechtstreeks naar een melding mogen rijden. Als je je pak achterin de auto hebt liggen, kun je rechtstreeks vanaf je werk naar de melding toe rijden. Dat zou veel tijdwinst geven."
Maar dat brengt bij een ander probleem. Vandaag de dag zijn niet alle werkgevers meer even enthousiast om medewerkers 'af te staan' aan de vrijwillige brandweer, wanneer zich een melding voordoet. Ook daardoor zijn er wel eens minder brandweerlui inzetbaar. "Maar zie je om hoeveel uren het op jaarbasis feitelijk gaat, zijn dat er toch niet zo veel. En veel bazen realiseren zich niet dat ze meteen gratis een bhv'er erbij hebben wanneer ze een brandweerman in dienst hebben", vult een van de manschappen aan.

Thuisfront

Natuurlijk moet wel je lichamelijke conditie voldoende zijn om bij de brandweer te kunnen. "Slechts een enkeling haalt de conditietest niet", geeft Bal aan, "maar voor de meesten is de test geen enkel probleem. En een 'voorwaarde' van praktische aard is dat je thuisfront er helemaal achter staat dat je bij de brandweer bent, want daar gaat best veel tijd in zitten: de wekelijkse oefenavonden, cursusavonden, deelname aan brandweerwedstrijden. Ziet het thuisfront, je vrouw of je vriendin, het niet zitten dat je regelmatig voor de brandweer van huis bent, kun je er beter niet aan beginnen. Daartegenover staat overigens wel dat we gezellige avonden organiseren waarbij juist de partners ook hartelijk welkom zijn, zodat we ook hen bij ons verenigingsleven betrekken."

Medeverantwoordelijk

Zoals gezegd speelt het probleem van onderbezetting vooral overdag. "Kijk alleen al maar naar Ooltgensplaat", etaleert Bal, "vroeger hadden we hier zestien brandweerman die in het dorp werkten. Dat zijn er nu nog maar drie. Maar ook in de andere dorpen op het eiland speelt dit. Het zelfs een landelijk probleem.
Wat zou de oplossing kunnen zijn? "Eenvoudig", geeft de bevelvoerder aan, "dat veel meer mensen zich als vrijwilliger aanmelden. Iedereen is welkom. Er bestaat geen bovengrens. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat bij iedere melding de brandweer dan met de voltallige formatie op pad gaat, want een tankautospuit heeft tegenwoordig maar zeven zitplaatsen meer. Maar je zou dan wel een soort toerbeurtsysteem kunnen creëren, waarbij de vijver zo breed is dat er altijd wel voldoende bezetting is."
Eén van de spuitgasten doet z'n mond open en verwoordt 't heel treffend. "Iedereen zou medeverantwoordelijk moeten willen zijn voor de samenleving. Wanneer je je in wilt zetten voor een vereniging, staat de brandweer wel bovenaan!"

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding