Afbeelding
Foto:

Praatpaal wordt 1 juli het zwijgen opgelegd

Eigenlijk zijn we ermee groot gegroeid. Tenminste, als je niet veel ouder bent dan vijftig jaar. In 1970 verschenen de eerste in de berm langs de weg. Niet dat je ze dagelijks nodig had, of misschien zelfs nooit, maar voor wie autorijdt, is het toch een niet weg te denken element: de praatpaal. Een geel icoon langs de snelweg of langs de rijksweg. Maar dat zal spoedig voorbij zijn. Op 1 juli a.s. wordt in Nederland het gehele praatpalennetwerk uitgeschakeld. En in de daaropvolgende maanden zullen ze langs de wegen worden opgeruimd. Allemaal. Voorgoed.

Tekst en foto's: Hans Villerius

Ook op Flakkees grondgebied staan ze, langs de N59 en de N57. Tien aan één kant langs de N59 tussen Hellegatsplein en de Grevelingendam, tien aan één kant langs de N57 tussen Port Zélande en Stellendam en op drie plekken aan weerszijden langs de N57 tussen Stellendam en Voorne-Putten, want daar, op de Haringvlietdam, kent de weg een gescheiden rijbaan. In totaal dus 26 praatpalen op het eiland.
Reddingsboei langs de weg, zo staat de praatpaal ook wel te boek. En voor menigeen is dit middel om hulp in te roepen bij pech of bij een ongeval ook daadwerkelijk een uitkomst geweest.
Maar om eerst een veelvoorkomend misverstand uit de weg te ruimen – dat kan nog net voordat hun bestaansgeschiedenis ten einde is: de praatpalen zijn níet van de ANWB. Ze zijn van Rijkswaterstaat. Die beheert ze ook en heeft ze in onderhoud. De ANWB handelt alleen de hulpoproepen af. Overigens was de ANWB destijds wel initiatiefnemer van de praatpalen.

Geschiedenis

Voordat in 1970 de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat het eerste praatpalennetwerk in gebruik nam, had de ANWB al een aantal proefpalen in gebruik. In 1960 al. Een soort telefoonkasten waren het, naar Duits ontwerp, ze werden telefoonzuilen genoemd. Ze stonden langs de snelweg Rotterdam-Den Haag. De voorziening bleek zeer in een behoefte te voorzien. Het eerste jaar kwamen voor een hulpvraag al 16.000 meldingen binnen. In 1965 plaatste de ANWB ook palen op de toen net gereedgekomen Zeelandbrug. Een speciale constructie zorgde ervoor dat het zeezout de in de paal verwerkte elektronica niet aantastte. De palen in Zeeland werden al gauw 'Kletskoppen' genoemd. Plannen van de ANWB voor een landelijk dekkend netwerk, met in totaal 1500 palen, mochten zich weliswaar verblijden in bekostiging door de overheid, maar het kostte jarenlang overleg voordat Rijkswaterstaat de financiering op zich nam.
Het eerste tracé praatpalen, van 1970, lag langs de autosnelweg tussen Hoevelaken en Zwolle. In de loop der jaren plaatste Rijkswaterstaat er steeds meer. In 1977 stonden er door het hele land 1500, waarmee toen het netwerk landelijk dekkend was. Tegen de eeuwwisseling stonden er ruim 3300, met een onderlinge afstand van twee kilometer, zodat om hulp in te roepen nooit verder dan 1 kilometer gelopen hoefde te worden.
Voor de aanleg van het landelijke netwerk werd niet meer gebruik gemaakt van de proefpaal van de ANWB, de Duitse telefoonzuil, maar kwam bij Philips – in samenwerking met Technische Hogeschool Eindhoven – een geheel nieuw ontwerp van de tekentafel. Een gele paal met twee naar vorenstaande kappen, met in elke kap een speaker en daar tussenin op de paal een drukknop en microfoon, om direct verbinding met de ANWB-centrale tot stand te brengen. Dit model deed dienst tot 1994. Toen kwam er een nieuw ontwerp, groter en iets gebruiksvriendelijker, met duidelijk omhoog geplaatste 'oren', waarom ze de bijnaam 'Konijn' kreeg. Die oren zorgden voor een duidelijker geluidsweergave. En deze langoor staat nog steeds langs de Nederlandse weg. Nog wel.

Te duur

Begin jaren 90 maakten jaarlijks 150.000 mensen gebruik van de praatpaal. Maar door de opkomst van de mobiele telefoon in de tweede helft van de jaren negentig nam het gebruik van de praatpaal af. Toch kwamen in 1999 nog altijd meer dan 100.000 oproepen via de gele palen binnen. Toen na 2010 het gebruik van het praatpalen verder afnam en mobiele telefonie dominant werd, besloot de minister van Infrastructuur en Milieu eind 2014 het praatpalennetwerk buiten gebruik te stellen. Ondanks dat jaarlijks nog altijd zo'n 30.000 keer per jaar ervan gebruik wordt gemaakt. Veelal door automobilisten die problemen hebben met hun mobiele telefoon: ze hebben het toestel niet bij zich, de batterij is leeg of de belminuten zijn op. Een kleine minderheid bezit helemaal geen mobiele telefoon. Voor de 30.000 keer dat er nog gebruik van wordt gemaakt, worden de praatpalen echter niet gehandhaafd. Het onderhoud kost zo'n 1 miljoen euro per jaar. Met 30.000 oproepen betekent dat € 0,33 per 'gesprek' en dat vinden Rijkswaterstaat en de ANWB te duur.

Toch nadelen

Daarnaast wordt erop gewezen dat de nieuwe communicatietechnologieën sneller werken en veiliger zijn. Veiliger omdat weggebruikers niet meer langs de weg hoeven te lopen, om een praatpaal te bereiken.
Toch blijken aan de moderne communicatiemiddelen ook nadelen te kleven. Veel melders weten namelijk niet goed aan te geven waar ze zich precies bevinden, terwijl bij de praatpaal de Wegenwacht meteen weet waar de hulpvrager staat. Een ander nadeel is dat wanneer bij ernstiger incidenten het netwerk overbelast wordt wanneer veel oproepers naar de mobiele telefoon grijpen. De praatpaal heeft hier geen last van.

Advies

Niettemin zullen automobilisten die nog steeds gebruikmaken van de praatpaal zich klaar moeten maken voor een toekomst zonder praatpalen en maatregelen moeten nemen om in geval van nood toch hulp in te kunnen roepen.
In verband met het verdwijnen van de praatpaal adviseert Rijkswaterstaat weggebruikers altijd een opgeladen mobiele telefoon bij zich te hebben en het telefoonnummer bij de hand te hebben van de pechhulpverlener waar men in voorkomend geval gebruik van wil maken, hetzij de Wegenwacht of een andere hulpverlener. In geval van nood kan ook worden gebeld naar de landelijke informatielijn van Rijkswaterstaat: 0800-8002. En natuurlijk naar 112 als elke seconde telt.

Te koop

Op 1 juli is het dus zo ver. Dan is het einde oefening en verliezen deze bakens langs de weg na 57 jaar hun functie en moet dit beeldbepalende element letterlijk het veld ruimen. Na 1 juli zal het twee á drie maanden duren voordat alle 3300 praatpalen zijn weggehaald. Ze worden duurzaam afgevoerd, wat wil zeggen dat nog bruikbare onderdelen worden hergebruikt. Concreter: de palen worden niet vernietigd, maar krijgen een nieuw leven in een vorm die dichtbij de oorspronkelijke ligt, bijvoorbeeld als oplaadpaal of als informatiezuil. Verder zal een aantal praatpalen terechtkomen in museums én een deel komt beschikbaar voor de verkoop. Dus wie interesse heeft, kan nu z'n best ervoor doen om zo'n geel konijn als een stukje bijna-historie te bemachtigen. Zie voor meer informatie de website van Domeinen Roerende Zaken van het Ministerie van Financiën: www.domeinenrz.nl/index.php. Altijd leuk, zo'n zwijgende praatpaal. Tenzij je 't toch maar nietszeggend vindt.

In kader:

Eén van de eilandbewoners die jarenlang als wegenwachter heeft gewerkt is Wim Grinwis uit Ouddorp. Bij het verdwijnen van de praatpaal mijmert hij over die vervlogen tijden.

"Toen de praatpalen werden geplaatst, had niemand een mobiele telefoon. Als er een auto stilviel of er vond een ongeval plaats, was je afhankelijk van een andere automobilist die dan bij een boer of bij een tankstation de hulpdiensten alarmeerde of de wegenwacht voor je belde. Voor de praatpalen lag dan ook een heel belangrijke functie weggelegd: alle ongevalsmeldingen en pechgevallen kwamen nu via de praatpaal binnen, waardoor de hulpverlening sneller op gang kwam. Natuurlijk was dit voor iedereen een nieuw fenomeen. Hoe ziet zo'n paal eruit? Wat zou er gebeuren als je op die knop drukt? Dat gebeurde dan ook: uit nieuwsgierigheid de knop indrukken en wanneer je antwoord kreeg niks zeggen maar wegwezen… Zodoende reed je als wegenwachter ook nogal eens voor niets, want ook die meldingen werden serieus genomen."

"Inmiddels heeft de mobiele telefoon de praatpaal overbodig gemaakt. Wat overblijft zijn de verhalen. Zo zette na een fikse ruzie een bestuurder om halftwaalf 's avonds zijn echtgenote uit de auto. Hij had er alleen geen erg in dat daar juist een praatpaal stond. Dus kreeg de alarmcentrale een vrouw aan de paal, in tranen. En kreeg de vrouw te horen: 'de Wegenwacht komt zo snel mogelijk naar u toe'. Ik werd naar deze melding gestuurd en heb de dame toen netjes thuisgebracht. Ze was nog eerder thuis dan haar boze man! Die was waarschijnlijk nog naar zijn vrouw aan 't zoeken..."

"Op de Zeelandbrug staan al sinds de opening in 1965 praatpalen. De wegenwachter beschikte toen over een bromfiets. Bij een pechmelding of ongeval op de Zeelandbrug kon hij daarmee over het fietspad naar het incident. Ook hier staan nu praatpalen van de derde generatie, met de 'konijnenoren'. Daarop is een instructiesticker aangebracht. Als punt 3 wordt aangegeven dat je voor de eigen veiligheid in de berm of achter de vangrail moet gaan staan. Da's hier alleen géén goed advies: daar stroomt de Oosterschelde, 17 meter dieper…"

Afbeelding
Afbeelding
Het model praatpaal dat tot 1994 dienst deed zal velen nog bekend voorkomen.