Afbeelding
Foto:

Chaos

Vorige week vrijdag moest ik nog werken maar zaterdag kon ik er niet omheen: ik had geen excuus om niet naar het strand te gaan. De Brouwersdam was zaterdag letterlijk een hotspot in meerderlei opzichten. Je spreekt met iemand af. Zij waren er eerder. Wie de dam onder zomerse omstandigheden kent, weet dat het niet eenvoudig is om een bepaalde auto te zoeken. Je weet dat het om een Opel gaat en we dachten van een bruine. De auto maar neergezet. Tussen de naadloos geparkeerde campers van de oosterburen doorgeworsteld, leken we in de buurt te zijn. Gelukkig krijgen we een appje: 'We zitten links van een oranje parasol'. Wat zijn er dan veel oranje parasols, welke wordt er bedoeld en als we 360 graden om ons heen kijken wat is dan links? Het 'plekkie' was aan de vloedlijn. Na een tijdje gezeten te hebben komt de vloed en moeten we ons terugtrekken naar hoger gebied. "Hier kunnen we wel zitten want zo hoog komt het water niet", zei ik als deskundige. Mijn gezelschap was gerustgesteld en ging - één zelfs hoogzwanger van een kleinzoon of -dochter – weer het water in. Ik zou op de spullen letten. Stoïcijns zat ik het hoogtepunt van de vloed af te wachten. En ik had berekend dat als ik een handdoek een stukje achteruit zou leggen ons 'plekkie' droog zou blijven. Het was een kleine misrekening. Het water kwam iets hoger en ik schoof nog wat spullen achteruit. Een wildvreemde mevrouw naast me kon het niet meer aanzien en zij begon onze spullen achterwaarts te dragen. Vlak voordat ze mij met stoel en al naar achter zou zetten, trok de vloed zich langzaam terug. En die natte handdoeken? Daar kon ik die vrouw de schuld van geven. Zuchtend dacht ik terug aan de tijd – eind zeventiger jaren – toen we als familie vrijwel alleen in het hoogseizoen aan de Brouwersdam zaten. Bij het terugrijden moest ik weer zuchten en denken aan de woorden van oud-burgemeester Sinke: 'De Brouwersdam is een georganiseerde chaos'. Zijn woorden gelden nog steeds, zowel langs het water als op de weg.