Afbeelding
Foto: Harm Jan Grinwis

'De geroosterde duiven heb ik overgeslagen'

Als we na 12 uur in een vliegtuig te hebben gezeten, eindelijk door de schuifdeuren van Pudong International Airport naar buiten lopen trekt iedereen z'n neus op. De ervaren China-gangers lachen. "Okay jongens, dit is dus wat we de komende drie weken inademen," roept iemand lachend. China stinkt, en daar is geen ontkomen aan.

Na een uur zijn we het gewend, en hebben we onze spullen in ons hotel achtergelaten. We zijn dan wel naar China gekomen om drie weken les te geven aan de Shanghai Maritime University, maar in het weekend zijn we gewoon toeristen. In Shanghai kun je overal komen met de metro. Je wordt er wel constant aangestaard, maar dat hoort er bij. Op straat rijden auto's, fietsen, brommertjes en bussen druk door elkaar en steken voetgangers ook over wanneer het hun uitkomt. Het eten bevalt meteen goed, we belanden in een restaurant waar je grote schalen met vis en groente kunt bestellen. Het personeel spreekt geen woord Engels, maar wijst en schrijft ijverig mee op onze menukaart tot we een eetbare combinatie hebben gevonden. Alles gaat uiteraard met stokjes, en het hele restaurant geniet schaamteloos mee van onze onhandigheid.

Op dinsdag vertrekken we naar de universiteit om de lessen voor te bereiden, de volgende dag begint het echte werk. De campus is ruim twee kilometer van hoek tot hoek, en er wonen zo'n 20.000 studenten. Als ik studenten vertel dat onze school maar één gebouw heeft kijken ze me aan alsof ik gek ben, de campus beschikt namelijk over zeker tien lesgebouwen van minstens vijf verdiepingen. Ons lokaal ruikt naar rottende garnalen, maar ook dat went. Onze klas bestaat uit 70 tweedejaars studenten Mechatronics Engineering, die de komende drie weken les zullen krijgen in 3D modelleren en productontwerp. Ze krijgen les van Fred, met Wouter en mij als assistenten. Gelukkig zijn wij niet de enigen die deze week moeten wennen aan een nieuwe cultuur, de klas is duidelijk verbaasd over de Nederlandse manier van lesgeven. Aan de schrikreacties te zien is Fred een stuk luidruchtiger dan de gemiddelde Chinese docent. Zodra de eerste presentatie gegeven is mogen de studenten direct aan de slag. Wij rennen rond en proberen de grote hoeveelheid vragen bij te benen. 's Middags werken de studenten in groepjes aan een project, waarbij wij ze begeleiden in het opzetten van het onderzoek en het aanhouden van de ontwerpmethode.

Aan het eind van de dag trekt de hele groep, 16 man sterk, richting de winkelstraat naast de campus, vol met restaurants en kraampjes. Na drie weken hebben we naar nog niet alles kunnen proberen, zo veel verschillende dingen kun je er eten. Het lijkt trouwens totaal niet op onze versie van Chinees eten. De gerechten zijn heel divers, en bestaan meestal vooral uit vlees en groente. In een restaurant bestel je ongeveer een gerecht per persoon, waar je vervolgens allemaal van eet. Ze eten er wel alles, van kippentenen tot hele geroosterde duiven op spiesjes. Dat laatste heb ik maar overgeslagen, maar verder was alles eigenlijk goed te eten.

In die drie weken ben ik wel goed geconfronteerd met het cultuurverschil. Als Nederlander ben je voor Chinese standaarden luidruchtig en onbeschoft, zelfs als je je erg inhoudt. Maar daar staat tegenover dat iedereen je heel exotisch en interessant vindt, en het leuk vindt je te ontmoeten. Ook spreken de meeste studenten en docenten fatsoenlijk Engels.

Uiteindelijk hebben we drie weken hard gewerkt en genoten. Bijna heel onze klas had een dikke voldoende, en na het laatste nakijkwerk konden we met een goed gevoel onze koffers pakken. Terug naar onze kleine platte landje, waar iedereen je weer verstaat op straat en waar je maar één gerecht krijgt bij de maaltijd. Maar wat ruikt de lucht toch heerlijk schoon als je weer midden op Schiphol staat, en wat is het rustig op straat.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding