Afbeelding
Foto:

Rode papaver

'Alle geluiden van de ziekenzaal, het kreunen, het neuriën en fluisteren verdwijnen naar de achtergrond en ik dwing mijzelf om deze man te zien zoals hij hier ligt. Kijk nu eens, hoe kan dit nu, zou ik naar Hem willen roepen, moet dit nu zo? Er staat op de stoel naast zijn bed een foto, licht vergeeld en beduimeld, van een jonge vrouw met lang, donker haar, een kind op haar arm.'

Anna zoekt haar man Arthur. Na een ingrijpende gebeurtenis thuis op de boerderij is hij spoorslags vertrokken naar het Belgische front om deel te nemen aan de Eerste Wereldoorlog. Anna, die niet kan praten, reist hem achterna en neemt dienst in een fronthospitaal. Ze hoopt op deze manier uit te vinden wat er met Arthur is gebeurd. De gruwelijkheid van de oorlog wordt in het fronthospitaal op alle mogelijke manieren zichtbaar en tastbaar. Tussen verminkte, doodzieke en stervende soldaten leert Anna wat zelfopoffering inhoudt. Terwijl Anna zich in het fronthospitaal bevindt, kijkt ze terug op haar leven en haar jeugd. Langzaam ontvouwt zich het verhaal van het bewogen bestaan van Anna. De zoektocht naar Arthur leidt tot een ontknoping die de lezer niet onberoerd zal laten.

Rode papaver vertelt het verhaal van twee verpleegsters aan het Belgische front. Naast Anna speelt Mairi, een onverschrokken collega-ziekenzuster, een sleutelrol in dit verhaal. Voor het schrijven van dit boek maakte Els Florijn gebruik van de dagboeken van Ellen la Motte (In het kielzog van de Oorlog) en Mary Borden (The Forbidden zone). Daarnaast baseert de schrijfster een aantal scenes uit het boek op gebeurtenissen uit het leven van twee vrouwen (Mairi Chisholm (1896-1981) en Elsie Knocker(1884-1978) die als verpleegster in een Belgisch fronthospitaal werkten.

Zingen

Rode papaver is een indrukwekkend verhaal over moed, onbaatzuchtige liefde, trouw en zelfopoffering te midden van de waanzin van de Grote Oorlog. Een goed boek laat vragen open. Els Florijn geeft haar verhaal een open einde – de onbeantwoorde vragen liggen hiermee voor het oprapen. Aan de lezer de uitdaging om ermee aan de slag te gaan. De persoon van Anna is wat mij betreft intrigerend genoeg voor een vervolg op Rode papaver.

Haar onvermogen tot spreken wordt overigens niet verder uitgewerkt in de vraag welke gebeurtenis de aanleiding vormde tot haar afasie. Misschien is dit ook niet persé nodig, maar de flashbacks van Anna naar haar jeugd maken hier wel nieuwsgierig naar. De sterke, originele en moedige Anna, boerendochter in hart en nieren, is bijzonder goed geschetst door de schrijfster. Eenzaamheid, uitsluiting en grote verliezen tekenden haar leven. Toch bleef Anna doen wat ze nog wel kon: zingen – ook in tijden van diepe duisternis.

Els Florijn (1982) schreef onder meer Het meisje dat verdween, waarmee ze in 2011 de Publieksprijs van het Christelijke Boek won. Daarnaast verscheen van haar hand Laatste nacht (2002) en Schaduw van de wolf (2005).

Rode papaver
Els Florijn
2017, uitgeverij Mozaiek
186 blz, € 18,99 (Ebook € 9,99)
ISBN 9789023 996965