J.H.R. Verboom - Het pad langs de rotsen (20)

,,Nee, dat vind ik zeker niet erg!" peinsde Hans half hardop, "meester Berthold moest eens weten dat ik voor schoolmeester aan het studeren ben..."
Hij had de brief even laten zakken en keek ernstig voor zich uit. Dan begon hij opnieuw en opeens gingen zijn ogen wijd open van verbazing. Wat had dit te betekenen. Blijkbaar had meester Berthold bijzonder goed overdacht wat hij schrijven zou. Met een regel tussenruimte was hij opnieuw begon nen...
,,En dan, mijn lieve Hans, hebben wij groot nieuws voor je. Aan de ene zijde droevig nieuws, want... tot ons is er een bericht gekomen via de stadsschrijver van een zekere notaris Loedewijck van Manfielt, Nots. te Kaiserslautern dat op den XXVII november in 't jaers ons Heeren MDCXXXVI te Kaiserslautern in de herberg ,,'t Witte Paerd" is overleden Klaus Adenauer, je weet wel de marskramer op wiens terugkomst we hoopten, opdat je met hem samen de reis naar Hohne zou maken. Klaus heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld! Zo was hij nog gezond en enkele dagen later werd zijn stoffelijk overschot aan de groeve der vertering toevertrouwd. Dat schreef de notaris. Hij werd aangetast door de gevreesde koortsen welke mij ook bijna ten grave sleepten. Op zichzelf genomen is het droevig als goede vrienden ons ontvallen, temeer nog daar Klaus als marskramer mogelijk Gretchen of Gundel zou hebben kunnen vinden. Toch heeft Klaus die als een eenzame is gestorven op zijn ziekbed, dat slechts enkele dagen heeft geduurd, aan jou gedacht want hij heeft genoemde notaris een testament op laten maken waarin hij nadrukkelijk verklaart dat al zijn bezittingen - gene uitgezonderd - na aftrek van de kosten voor jou zijn. De Stadsschrijver heeft een afschrift van het testament bij ons m huis voorgelezen. Gods wegen zijn zeer wonderlijk Hans!
Klaus heeft tijdens zijn marskramersbestaan een vrij behoorlijke som aan geld verdiend. Zodra je in Neurenberg terug komt kun je alles wat je eerlijk en rechtens toekomt, want het is de uiterste wille van Klaus dat je zijn universeel erfgenaam bent, in ontvangst gaan nemen bij de notaris te Kaiserlautern.
Daarom heb ik al geschreven dat je het niet erg moet vinden dat wij de schoenmakerswinkel verkocht hebben. Ik zie het duidelijk liggen dat God een andere bestemming voor jou heeft dan altijd schoenmaker te blijven. Op een ongedachte wijze worden de middelen geschonken dat je nu kunt gaan leren, want daar ging je hart immers altijd naar uit, al zei je dit niet zo openlijk.
Ons huis staat voor je open! Ook als je liever schoenmaker wilt blijven dat weet je wel. Maar in overleg met mijn maandagavondvrienden zou ik gaarne willen dat je zo vlug mogelijk terugkeert naar Neurenberg om minstens twee jaren de Latijnse school te bezoeken. Wat je aan vooropleiding tekort komt wil de Stadsschrijver je bijleren. Moeder Brigitte zal gaarne voor je zorgen. Wij hebben voldoende middelen van bestaan om jou ook te kunnen onderhouden, zodat je - mede door het kapitaal dat je nu verkregen hebt - je geheel aan de studie wijden kunt. Groet de vrienden onder wiens dak je vertoeft. Groet bijzonder mijnheer Reinhardt en vrouwe Martha. Wees Gode bevolen voor ziel en lichaam beide van ons, Berthold en Brigitte.
Tranen stroomden Hans over de wangen toen hij de brief gelezen had. Hij moest even tot zichzelf komen voor hij aan mijnheer Reinhardt het grote nieuws kon mededelen.
Die was een weinig ontdaan toen hij van de inhoud kennis ge­ nomen had! Hij streek over zijn haren en zei dan: ,,Hans, jongen ik gun je gaarne het geluk en ik geloof ook dat de goede meester Berthold met zijn vrouw het beste met je voor heb ben. Daar kan ik geen woord af- of bijvoegen.
Maar wanneer de plannen van je pleegvader doorgaan, dan moet je ons binnen afzienbare tijd gaan verlaten. En ik wil het ronduit zeggen, ik kan je node missen. Het onderwijs is de laatste jaren schromelijk verwaarloosd. Wanneer je eerst een paar jaren naar de Latijnse school gaat te Neurenberg, dan zul je daar inderdaad heel wat kennis verzamelen, maar ondertussen liggen hier de velden wit om te oogsten, om dat zo eens uit te drukken, terwijl de oogst achterwege gelaten wordt.
Wanneer er voldoende onderwijzers ter beschikking waren zou ik geen ogenblik mij bedenken om je aan te moedigen naar Neurenberg te vertrekken, maar nu…! Nee! laten we er eerst nog eens over denken, alles komt zo onverwachts!"
Daar was Hans het hartelijk mee eens. De brief vouwde hij zorgvuldig dicht en borg hem daarna in zijn koffer.
,,Die goede meester Berthold…" mompelde hij zacht.
Die avond ging hij vervuld met velerlei gedachten naar zijn kamertje. Welk een wending zou er nu weer komen in zijn leven? Hij had zich al zo veilig gevoeld op de herenboerderij van mijnheer Reinhardt en de landstreek was hem in die enkele maanden lief geworden.
In de schoenmakerswerkplaats bij meester Berthold had hij ook bijzonder aangename uren gesleten, maar toch anders dan hier. Daar was hij als een gewonde vogel geweest die noodgedwongen in een klein vertrek opgesloten moest wachten op zijn herstelling om dan weer uit te vliegen. Uit te vliegen met een onbekende bestemming.
Hier lag dat anders!
Het scheen wel of zijn opgejaagde geest eindelijk rust gevonden had bij deze eenvoudige mensen, die feitelijk precies eender dachten en leefden als in zijn geboortedorpje. Hier had ook zijn oude vriend Markesteijn rust gevonden.
Voor de nacht inviel had Hans al een besluit genomen , maar hij moest nog wat wachten om dat te zeggen. Een mens kan soms zo wonderlijk denken!
De schemering van de zoele zomernacht hing als een lichte sluier om de herenboerderij. Maar binnen, in het kleine kamertje, kwam uit de hoeken en van de zijwanden een donkerte aanzweven welke Hans langzaam omhulde. Onder de balken van de lage zoldering viel het licht nog van buiten op de boekenplank waar zijn leerboeken stonden.