Slotwoord deel III

Er was ooit veel te zien op het boerenerf. Logisch, het erf kon bestempeld worden als een soort agrarisch bedrijfsterrein, er moest dus van alles zijn. Bovendien was de boerenfamilie voor haar eten grotendeels zelfvoorzienend: er was zuivel, groente en fruit, vlees en men had de beschikking over aardappelen. Zelf bakte de familie ook het brood. Voor al die producten waren verschillende opslag- en verwerkingsruimtes nodig en daarover moest de familie natuurlijk in haar directe omgeving kunnen beschikken. Tijden veranderen en door de bedrijfsontwikkeling zijn schuren en bijgebouwen te klein geworden, zijn niet meer efficiënt, zijn zelfs compleet overbodig geworden. Daarom is er veel verdwenen. En daarbij houdt het niet op met de al beschreven (bij)gebouwen! Er is nóg meer verdwenen. Daarover gaat deel IV van deze artikelenreeks.