De Vrije Veste, Tilsedijk 6, Stad aan 't Haringvliet (ca. laatste kwart 18e eeuw).

De kern van het woonhuis heeft de tijd doorstaan, aanbouwen rechts en links zijn afgebroken. Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort
De Vrije Veste, Tilsedijk 6, Stad aan 't Haringvliet (ca. laatste kwart 18e eeuw). De kern van het woonhuis heeft de tijd doorstaan, aanbouwen rechts en links zijn afgebroken. Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort Foto:

Oude hofsteden op Overflakkee

Verdwijnende bakens in de polder (Deel II)

In deel I heb ik u meegenomen langs een tweetal boerderijgroepen of –typen dat nog steeds in de polders van Overflakkee te vinden is, hoewel dit aantal wel erg slinkt. Nu in het voorliggende artikel voer ik u langs drie andere boerderijgroepen die op het eiland nog voorkomen: de lijstgevel-boerderij, de boerderij met het woonhuis dwars op de schuur en de boerderij met het boerenhuis los van de schuur gebouwd. Wederom interessante boerderijtypen, met elk hun eigen monumentaliteit. Door het onderscheid tussen de hofsteden te leren kennen, gaat u ongetwijfeld met andere ogen om u heen kijken in de polder, althans zo lang de variëteit aan landelijke bouwkunst op Flakkee nog blijft bestaan. U moet dus opschieten. Wat is er nog aan andere boerderijtypen te vinden?

Door Gerbrand Hoek

De lijstgevel-boerderij

De ontwikkeling in de architectuur zette natuurlijk in het verloop van de tijd door, logisch. Nieuwe boerderijen werden naar de smaak van hun bouwtijd vormgegeven. Zo komen we aan in het begin van de 19e eeuw en dan zie je een heel andere gevelarchitectuur ontstaan: de kroonlijstgevel. Op het platteland had men dit afgekeken van wat er in de steden al eerder gebeurde. Eveneens strekten kleinere 'buitens' en alleenstaande herenhuizen tot voorbeeld.

Als gevelbekroning vond de houten kroonlijst breed ingang en veranderde in steden en dorpen totaal het straatbeeld. Tuit-, punt- en trapgevels werden van hun top bevrijd om er vervolgens een 'moderne' kroonlijstgevel van te maken. De Voorstraten van onze Flakkeese dorpen laten deze ontwikkeling overduidelijk zien. Natuurlijk werden er ook huizen helemaal nieuw in deze stijl gebouwd, maar meer nog ging het om rigoureuze verbouwingen. Dit proces vond plaats helemaal aan het eind van de 18e eeuw/begin 19e eeuw.

Bij de boerderijen verliep dit proces parallel aan de architecturale ontwikkeling bij de burgermanswoningen. Er werden zowel bestaande hofsteden verbouwd volgens deze nieuwe stijl, als nieuwe opgetrokken. De kroonlijstgevel was chique en had uitstraling. Dat de symmetrische gevelindeling daarbij hoorde, was een vanzelfsprekendheid. De (brede) voordeur in het midden, met zowel rechts als links daarvan twee grote ramen, niet zelden voorzien van jaloezieluiken. Op de verdieping waren twee of zelfs drie even grote vensters aangebracht, afgesloten door de getimmerde lijst. Bij de Flakkeese boerderijen komt het bijna niet voor dat het boerenhuis, vast gebouwd aan de schuur, een lijstgevel kreeg over de volle breedte van de gevel. Bijna altijd 'zwenken' de hoeken in. Deze gevelarchitectuur kwam en komt nog zo vaak voor, dat dit als een eigenstandig boerderijtype bestempeld mag worden.

Overigens bleven in deze tijd de veranderingen aan de schuur beperkt tot de zijgevels. De houten wanden werden langzaam maar zeker verdrongen door muren, het eerst aan de stalkant. De kantelbare gietijzeren stalraampjes, met daar tussenin de mestdeurtjes, gingen overheersen.

De volgende plaatjes zijn kenmerkend voor dit type:

Boerenhuis dwars op de schuur

Er is nog een heel andere boerderijstijl te ontdekken op Overflakkee, als vierde boerderijtype in deze opsomming. Het gaat hier om de hofsteden waarvan het huis een rechthoekige plattegrond heeft en dat in lengteas loodrecht staat op de as van de landbouwschuur. Bij de meeste boerderijen liggen huis en schuur in elkaars verlengde; bij dit vierde type dus niet. Huis en schuur vormen qua plattegrond als het ware de hoofdletter T. In het algemeen zijn deze boerenhuizen wat jonger in leeftijd en zijn in de meeste gevallen ook volgens de symmetrie gebouwd: een brede gang in het midden en aan beide kanten daarvan de kamers met vensters. Overwegend is er bij dit type geen eerste verdieping. Het dak sluit direct de woonruimte op de begane grond af. Er zijn vier schuine dakvlakken, die uitlopen op twee schoorstenen bovenop de nok. De overgang tussen de gevels en het pannendak werd bij meer luxe boerenhuizen afgezoomd met een kroonlijst. Ook van deze architectuur straalt een enorme 'plattelands-voornaamheid' af.

Bij deze groep boerderijen is er voor wat betreft de schuur geen verschil te onderscheiden met de andere boerderijen. Landbouwschuren zijn in tegenstelling tot boerenhuizen niet aan mode onderhevig, wel aan functionaliteit en bedrijfsvernieuwing.

Prachtige voorbeelden van dit type laten de volgende foto's zien:

Huis en schuur gescheiden

Nog meer dan in de hiervoor beschreven boerderijgroep kwam het rechthoekige huis voor als losstaand gebouw, dus niet aan de schuur vast gebouwd. Waarom los van de schuur? Overigens een gebruik dat op de Zeeuwse buureilanden veel meer voorkomt dan op Overflakkee. Er zijn verschillende opvattingen over. Zo zou het huis minder of geen gevaar lopen als de schuur door hooibroei in brand zou vliegen. Een andere opvatting is, dat er in huis minder last van ongedierte zou zijn, terwijl dat uiteraard wel het geval is in de schuur. Een definitief antwoord is er niet. Wel is zo goed als zeker dat het bouwen van losse boerenhuizen is overgewaaid vanuit Vlaanderen en naar Overflakkee komt via Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Beveland, Schouwen-Duiveland en West-Brabant. In de meeste gevallen hadden de boerenwoningen een symmetrische indeling van de voorgevel, maar er zijn hierop ook uitzonderingen te vinden; uitzonderingen waarbij rechts van de voordeur nog steeds de opkamer met de kelder te vinden is, zoals bij oudere hoeve de Torenstee aan de Blindeweg in Dirksland.

In het voorgaande is het min of meer 'ideaaltypische' woonhuis behorend tot deze categorie beschreven, maar er zijn nogal wat varianten op Flakkee te vinden. Kennelijk kon er bij een apart gebouwd woonhuis eindeloos gevarieerd worden.

Mooie 'stijlzuivere' voorbeelden van dit type laten de volgende foto's zien:

Slotwoord deel II

Alle besproken boerderijtypen zijn heel kenmerkend voor Overflakkee; het zijn als het ware de poldericonen, vaak al eeuwen lang. Vroeger maakten de erfbeplanting, met leilinden en boomgaarden, het boerenerf echter nóg monumentaler. Al van verre zag je een boerenhofstede liggen. Door verschillende oorzaken van buitenaf, 'overmacht' zou je kunnen zeggen, is er helaas geen enkele oude erfbeplanting meer te vinden. Geen karakteristieke, hoge iepen meer, nergens geriefbosjes te vinden, meidoorn- en sleedoornhagen verdwenen, geen enkele notenboom meer op het erf en… ga zo maar door. Hieraan liggen drie oorzaken ten grondslag: de inundatie tijdens WO II, de Ramp van 1953 en ruilverkavelingen. Om enigszins een beeld van landschap en erven te kunnen vormen, moeten we het met oude foto's en kiekjes doen. Overigens laten die afbeeldingen ook zien, dat er langs de dijken veel meer geboomte was dan nu het geval is. Men moet zich de hele aankleding van het landschap, dat toen nog kleinschalig was verkaveld, dus veel boomrijker voorstellen. Het landschap van Overflakkee is in de loop van de tijd rigoureus op de schop gegaan.

Maar, behalve dat de erfbeplanting totaal gewijzigd is, of nooit meer is teruggekomen na oorlog en watersnood, is er nog veel meer op het erf veranderd. Ik noem de bijgebouwen, de dampalen, de varkenskotten, de hondenhokken, de 'vaeten', etc. Hierover zal deel III van deze serie gaan.

Gerbrand Hoek

* Per vergissing is in deel I de volgorde van de tekstkolommen omgewisseld, zodat de chronologie niet juist is.

Johannahoeve (eerder Uit Zee Land) uit 1780, Plaatweg 3, Stellendam. (historische foto van de nog steeds bestaande hofstede). Foto: Collectie G. Hoek
De Blyde Komst (18e/19e eeuw), Achthuizensedijk 24, Achthuizen.

Deze hoeve werd ca. jaren twintig/dertig van de 20ste eeuw afgebroken en vervangen door de huidige stee. Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort
Koornlust (laat 19e eeuw), Kruisweg 2, Stellendam. Situatie tot voor kort. Deze mooie, elegante hoeve is recent gesloopt! Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort
De Pauwestee (eerder Stoofzicht), Staakweg 213, Dirksland.

Het is een oudere hoeve die in 1813 werd verbouwd tot lijstgevel-boerderij. Voor dit monument bestaan vergevorderde sloopplannen! collectie G. Hoek
Welgelegen, Oudelandsedijk 8, Middelharnis (ca. 1840).

Het is een historische foto van de nog steeds bestaande hoeve, met ingezwenkte lijstgevel. Foto: Collectie G. Hoek, verkregen van de familie P. Jacobs