Afbeelding
Foto:

Heb ik nog wat te vertellen?

'Zouden wij straks ook hier zo zitten?', is de vraag van een leeftijdsgenoot en afkomstig uit Goedereede waar we gezamenlijk zijn opgegroeid. We zijn op bezoek bij onze vaders in de Vliedberg. 'Het zou wel fijn zijn. Nu maar hopen dat we het dan nog weten', is onze gezamenlijke conclusie.

Wat zou het mooi zijn als we dan met meerdere leeftijdsgenoten in het restaurant van het zorgcentrum de tijd krijgen om terug te kijken. En we elkaar dan nog eens de verhalen kunnen vertellen van 'toen'. Weet je nog dat…?, enzovoorts. Verhalen vertellen. Ik vraag me af of mijn generatie het dan nog wel kan? Hebben we nog wel die verhalen? Zijn er nog geïnteresseerde toehoorders?

Ik ben opgegroeid met verhalen: Thuis spannende verhalen over oorlog en ramp, over werken 'op het land' bij niet altijd even meegaande boeren, over de gezelligheid 'op de scheerwinkel', over de vindingrijkheid in moeilijke tijd. Over de vrolijkheid tijdens de armoede… Wat kon ik genieten van de verhalen die mijn ooms op verjaardagen vertelden over hun werk aan 'de overkant', waar ze pionierswerk verrichtten in het Botlekgebied, bij de aanleg van raffinaderijen en havens; over hun indrukken met 'bazen' en voormannen, hun contacten met de eerste gastarbeiders. Ademloos kon ik naar die verhalen luisteren.

Deze week wandelde ik een paar uur met mijn zoon en vertelden we elkaar 'verhalen'. Hij vertelde over dingen die hij had meegemaakt en ik vertelde – nu tot mijn verbazing - over dingen die mijn vader, ooms en opa's hadden meegemaakt. Dit ondanks dat ik toch wel wat te vertellen zou moeten hebben over de belevenissen die ik in de afgelopen zestig jaar heb meegemaakt. Daarom denk ik dat ik rap moet gaan oefenen om ook mijn verhalen te gaan vertellen. Waarom zou ik daarmee wachten...?