Gods aangezicht

Psalm 31: 17a, Laat Uw aangezicht over Uw knecht lichten.

Er is hier sprake van Gods aangezicht. Het aangezicht van iemand is zeer bijzonder. Het is heel persoonlijk. Nu wordt hier gesproken over het aangezicht van God. De Heere spreekt erover, dat Hij Zijn aangezicht laat schijnen op Zijn volk. Denk alleen maar aan de hogepriesterlijke zegen, die wij aan het einde van een kerkdienst mee krijgen: De Heere doe Zijn Aangezicht over u lichten. Wanneer Gods aangezicht op u schijnt, dan ontvangt u overvloed, genade en Zijn zegen.

Aan de andere kant, wanneer de Heere Zijn aangezicht verbergt, dan betekent dit dat er vloek is en onheil en u komt in ellende terecht. Zo zegt de Heere, dat wanneer de Israƫlieten Zijn geboden zouden overtreden, dat de Heere Zijn aangezicht tegen hen zou stellen. Bijv. in Leviticus 17:10, zegt de Heere, dat wanneer iemand tegen Hem zou zondigen, dan zal Ik tegen diens ziel Mijn aangezicht zetten, en zal die uit het midden haars volks uitroeien.

Zo leert Gods Woord dat het zoeken van het aangezicht van de Heere betekent het zoeken van God zelf. Daarom wanneer David vraagt in Psalm 31, in onze tekst: Laat Uw aangezicht over Uw knecht lichten, vraagt David dat God in zijn leven wil komen en hem zou beschermen en rust geven. Dan zal David vertroost zijn, zelfs wanneer er verdriet of moeite zijn.

Dan letten we ook op die uitdrukking lichten. Dat is hetzelfde als schijnen. Het doet ons denken aan de zon. De zon schijnt op mensen en dat is een zegen. De zon geeft warmte en vruchtbaarheid. De Heere schijnt met Zijn licht over Zijn volk. Dan wandelen ze niet meer in de duisternis, maar in het licht. Dan geniet de mens vertroosting en overvloed.

Het is in en door Christus, dat God Zijn aangezicht over u kan laten lichten. Daarom zie op naar Christus. Daartoe moest de Heere Jezus in de buitenste duisternis zijn, opdat Hij u Zijn zaligheid kan voorhouden en aanbieden. Hij ging onder in de duisternis, zodat het licht des levens voor u zou zijn. U verdiende om te komen in deze duisternis, maar de Heere heeft geen behagen dat u zou verzinken in buitenste duisternis, maar, dat u in de weg van bekering tot Hem, Zijn licht zou ontvangen. Daarom zoek geen steun bij andere mensen of in uzelf. Vertrouw niet op het kunstlicht van deze wereld, maar steun op Christus. Hij is het Licht der wereld.

In dit verband is ook die uitdrukking Uw knecht belangrijk. David noemt zichzelf Gods knecht, dat betekent Gods dienaar. David belijdt hier dat hij niet van zichzelf is, maar dat hij het eigendom is van de Heere. Hij wil niet van zichzelf zijn. Hij wil leren gehoorzaam zijn aan de Heere. Zo alleen kan hij Gods knecht zijn.

Hier gaat het nu juist om. Om Gods aangezicht over u te laten lichten, is het nodig dat u Gods knecht wordt. Dan leert u buigen voor het gezag van de Heere en dan wilt u uw eigen leven niet meer regeren of besturen. U leert luisteren naar Zijn Woord. Dit houdt in dat er overgave is aan God. Nu gaat het erom in het leven, dat wij een knecht van God worden. Wij moeten leren op Zijn Woord te vertrouwen en Hem lief te hebben. Dat houdt in dat wij naar Hem leren luisteren en dat Hij in uw hart leeft. Dat vindt plaats in de weg van bekering en het belijden van de zonden.

Daarom die belangrijke vraag voor u en voor mij: Bent u al Gods knecht geworden? Heeft de Heere de hoogste plaats in uw leven? Hebt u uw zonden voor de Heere beleden? Zie op de genade van God die er is in de Heere Jezus Christus. Deze God wil nog Zijn aangezicht doen lichten over hen die voor Hem buigen.

Ds. G.R. Procee, Middelharnis