Op de begraafplaats Watersnoodramp te Oude-Tonge legden schoolkinderen een witte roos. Foto: Hans Villerius
Op de begraafplaats Watersnoodramp te Oude-Tonge legden schoolkinderen een witte roos. Foto: Hans Villerius Foto: Hans Villerius

G-O herdenkt watersnoodramp

1 februari 1953. Een datum die in de geschiedenis van Goeree-Overflakkee en de omringende eilanden staat gegrift. Wie 1 februari 1953 zegt, zegt watersnoodramp. En andersom.

Door Hans Villerius

Bijna 200.000 hectare grond verdween onder het woeste water, toen in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 de dijken om het eiland de massa opgestuwd zeewater niet meer kon hebben en op verschillende plaatsen doorbraken. Met enorme kracht overspoelde de zee het grootste deel van Goeree-Overflakkee. En verraderlijk, terwijl vrijwel iedereen sliep, overviel het de bewoners van het eiland.
In totaal eiste de ramp 1796 mensenlevens en kwamen meer dan 47.000 stuks vee en 147.000 stuks pluimvee om. Zo'n 3.000 huizen en 300 boerderijen werden geheel verwoest en nog eens 400.000 woningen en 3.000 boerderijen werden beschadigd. Op Goeree-Overflakkee verloren 488 bewoners het leven. Het zwaarst werd Oude-Tonge getroffen, met 305 slachtoffers. Maar ook in Nieuwe-Tonge en Stellendam sloeg de watersnoodramp hard toe.
Jaarlijks wordt in een viertal plaatsen op het eiland 'De Ramp' herdacht. In Oude-Tonge, Nieuwe-Tonge, Stellendam en Den Bommel. "Als je iets meemaakt dat zo ingrijpend is als de watersnoodramp, kun je dat niet meer vergeten. Nooit meer. Wat dan nog een beetje helpt, is er elk jaar samen over na te denken. Om er samen een moment bij stil te staan en erover te praten", zo sprak burgemeester Ada Grootenboer op de begraafplaats Watersnoodramp 1953 aan de Heerendijk te Oude-Tonge, tijdens de eerste van de vier herdenkingen die afgelopen woensdag werden gehouden. "Daarom, en omdat we nooit mogen vergeten dat deze natuurramp er is geweest, die zoveel sporen in onze samenleving en landschap heeft achtergelaten, is het belangrijk om dit ieder jaar weer te herdenken."

Zie ook pagina 8/9.