Afbeelding
Foto:

Mijn dag kon niet meer stuk

Een aantal weken geleden ontwaakte ik 's ochtends vanuit mijn Eindhovense slaap. Een dag zoals alle andere dagen. Maar dat verliep totaal anders dan ik had gedacht. Rond een uur of tien ging ik naar school. Toen ik een stap buiten de deur zette, gingen mijn ogen fonkelen. Het sneeuwt! De muts en handschoenen kwamen tevoorschijn. Eindhoven werd steeds witter en witter, zo wit als sneeuw. Onderweg fungeerde mijn handschoenen als oogkappen om nog enigszins te zien waar ik moest fietsen. Toen ik 20 minuten later op school aankwam, was mijn blauwe jas omgetoverd tot een witte warmhouder. Een aantal vegen brachten de oude kleur weer naar boven. De witte wereld was maar voor korte duur, maar mijn dag kon niet meer stuk. De vorst hield langer aan. De strijd barstte los waar de eerste marathon op natuurijs gereden kon worden. Noordlaren was de gelukkige! Van heinde en verre kwamen schaatsverenigingen en enthousiaste bezoekers om deze primeur te vieren. Vrijwilligers van ijsclub "De Hondsrug" stonden met tranen in hun ogen, zo blij waren ze met de behaalde winst. Maar een Elfstedentocht? Dat zie ik niet zo snel gebeuren. Dat schaatsliefhebbers uitzien naar de zestiende Elfstedentocht, begrijp ik best goed. De vorige Tocht der Tochten is inmiddels 20 jaar geleden. En eerlijk gezegd, het heeft ook wel wat. Het is een prachtig gezicht als schaatsers grote slagen slaan en zich over het harde water bewegen alsof het niets is. Ook iets voor mij? Laat ik dit ervan zeggen. Als ik mijzelf op schaatsen bevindt, is het meer vallen dan opstaan. Ik blijf voornamelijk laag bij het ijs. Letterlijk.