Het jubilerende echtpaar Soldaat-de Jong, samen met burgemeester Ada Grootenboer. Foto: Hans Villerius
Het jubilerende echtpaar Soldaat-de Jong, samen met burgemeester Ada Grootenboer. Foto: Hans Villerius Foto: Hans Villerius

Echtpaar Soldaat-de Jong 65 jaar getrouwd

MELISSANT – "Zo zie je mar, hoe een gornetsnokker tussen de geiten terechtkomt…". Zo omschreef afgelopen week jubilerend bruidegom Niek Soldaat de overkomst van zijn toen nog kersverse bruid Trui de Jong uit Stellendam naar zijn geboortedorp Melissant. Het was dinsdag 10 januari 65 jaar geleden dat ze in het huwelijk traden, in Stellendam, en dat het echtpaar zich in Melissant vestigde. Afgelopen woensdag zocht de burgemeester de twee op in hun woning, nog altijd in Melissant, om ze te feliciteren met hun briljanten bruiloft.

Door Hans Villerius

"'t Is begonne met 'n klap voor m'n kop…", weet Niek zich nog levendig te herinneren. Hij, inmiddels 88, ontmoette Trui, nu 84, aan 't eind van de Voorstraat in Stellendam. Het ging er wat gekscherend aan toe en vóór 'ie 't wist had Niek 'm te pakken: een lel van Trui. "En toen liep ik hard weg", weet de laatste nog. "'k Bin d'r mar nîet achteran gegae", zegt Niek, zo veel jaar na dato, "ze kwam toch wel trug! En moj 's kîeke hoe lange m'n nôe al getrouwd binne: 65 jaer, sinds gistere nae drîeje, om precîes te wezen."

Zwaar werk

Niek weet wat 't is om zwaar werk te doen. Toen hij op z'n veertiende van de lagere school kwam, is hij welgeteld één dag kappersknecht geweest in zijn dorp. Maar dat werd 'm niet. Hij ging bij een boer op het land werken. "'s Morgens zes uur beginnen, in de suikerbieten" , weet Niek nog. "Na drie uur werken aten we. Je was dan om negen uur al zo moe dat je niet eens kón eten. Je moest eerst uitrusten wilde je één hap door je keel krijgen. Maar na een half uur moest je al weer verder!" Daarna ging hij naar de Koninklijke Marine, als beroepsmilitair. Maar de bezoldiging hield niet over en was te weinig om mee thuis te komen, waar ze juist alles nodig hadden om de eindjes aan elkaar te rijgen. Dat deed hem besluiten weer op 't land te gaan werken, bij dezelfde baas als voorheen.
Na de watersnoodramp heeft Niek diverse bazen gehad. Hij heeft in de bouw gewerkt, is daar ijzervlechter geweest en hij werkte mee aan diverse grote projecten, zoals de Heinenoordtunnel, de Haringvlietsluizen en de bouw van de Ahoyhallen in Rotterdam. De laatste jaren van z'n arbeidzame leven heeft hij in de Rotterdamse havens gewerkt, in de scheepsbouw. Tot hij 31 jaar geleden in de vut kon, op z'n 57e. Hij ervoer 't als een ongekende vrijheid die hij toen genoot.

Avonturen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Niek verscheidene hachelijke avonturen meegemaakt, die hem makkelijk het leven hadden kunnen kosten. Heel wat verhalen kan hij erover vertellen. Zoals die keer dat hij met nog een kornuit in Ouddorp bij een Amerikaanse bommenwerper kwam die op het land was 'gestrand'. "De Moffen hadde netuurluk haest alles d'r al ûutgesloopt, mar m'n wouwe d'r toch in kîeke. Toen begonne de Moffen op oens te schieten! M'n ha 't op 'n loapen gezet, 'k gloave dadde m'n vôeten de grôend nîet êens gerocht ha…". Pas vorig jaar kwam hij erachter dat het vliegtuig middenin een mijnenveld was terechtgekomen en één misstap de jongens dus fataal had geweest. Maar doordat ze het spoor hadden gevolgd dat het vliegtuig tijdens zijn noodlanding maakte, was het toch goed afgelopen...

Inleveren

Trui is na de lagere school als dienstmeisje gaan werken en ook nadat ze getrouwd was heeft ze nog meerdere 'diensthuizen' gehad. En zoals bijna ieder Stellendams meisje 't betaamde om voor de bijverdienste thuis garnalen te pellen, heeft zij dit ook later nog gedaan, toen ze inmiddels met Niek in Melissant woonde. Ook op het land heeft ze nog gewerkt.
Zo heel veel activiteiten worden nú niet meer ondernomen. Vraag je Trui naar de gezondheid, dan zegt ze niet veel, maar kijkt ze wel bedenkelijk. "'t Is veel beter geweest dan nu", zegt ze alleen. En Niek kan dat alleen maar beamen. "Je mot inlevere, en dat gaet steeds harder", ondervindt hij. "Mar gaet 't nîe mêer zo vlug dan je zou wille, dan doewe m'n 't geweun wat langzaemer. Dat gaet oak!" Gelukkig is hij beter ter been dan z'n vrouw. Op die manier kunnen ze samen toch nog uit de voeten. "M'n binne d'r nog, m'n ha mekaore nog en m'n binne nog saeme, wat wil je nog mêer?"
Ze kregen één kind: zoon Leo. Die maakte dat Niek en Trui ook een schoondochter kregen. En díe samen zorgden ervoor dat er uiteindelijk vier kleinkinderen en drie achterkleinkinderen kwamen.