Stil gebed (slot)

,,Zij dan, van ziel bitterlijk bedroefd zijnde, zo bad zij tot de Heere, en zij weende zeer".
(1 Sam. 1 : 10).

Hoe nodig is het persoonlijk gebed.
Het gebed in de binnenkamer. Waar het rumoer van de wereld is verstild en we door de Heilige Geest geleid, ons hart voor de Heere uitstorten.
Hebben we zulk een bidvertrek en... maken we er gebruik van?
Welk een voorrecht in dit drukke, gehaaste leven, waar we tussen de bedrijven door "even" bidden, een stille plaats te hebben, waar we onze nood kunnen uitspreken. Ook die grote nood, de zonde­nood, die zwaarste van alle lasten, waarvan we met de dichter zingen:

,,Zulk een last van zonde en plagen, Niet te dragen,
drukt mijn schouders naar beneen".

Die last moet de Heere van onze schouders afnemen. En waar de Heilige Geest leerde bidden: 'Vergeef ons onze schulden', daar wil Hij dat doen, niet om het gebed, maar wel op het gebed.

"Toen hoorde God, Hij is mijn liefde waardig, de Heer' is groot, genadig en rechtvaardig, En onze God ontfermt zich op 't gebed".
Toen hoorde God!
Dat is de ervaring van de gelovigen ons in Gods Woord getekend.

Zo ook hier. Als Eli, de hogepriester Hanna in haar bidden gadeslaat, meent hij een dronken vrouw voor zich te hebben. Hij dreigt haar weg te jagen. Zij ontvangt echter vrijmoedigheid hem alles te ver­klaren. En dan mag zij de genadeverkondiging horen: ,,Ga henen in vrede, en de God Israëls zal uwe bede geven, die gij van Hem gebeden hebt".
Grote troost is nu haar deel. De Heere zal haar een zoon geven. Haar aangezicht is opgeklaard, haar neergebogen ziel op­ gericht.

En al gaat ze even leeg heen als zij kwam, zich vastklemmend aan Gods belofte, reist ze in blijdschap de weg terug naar huis. En straks.... Als Samuel wordt geboren, de afgebeden zoon, dan verstomt Peninna en mag Hanna juichen. In een lofzang van wondere schoonheid, die eeuwen later naklinkt in het lied waarmee Maria, de gezegende onder de vrouwen, de Heere heeft groot gemaakt, mag zij zingen: ,,Mijn hart springt van vreugde op in de Heere".... en: ,,die verzadigd waren, hebben zich verhuurd om brood, en die hongerig waren zijn het niet meer".

Zwaar kan de last van het leven ons drukken.
De zorgen en noden van het jaar dat voorbijging, droegen we ook dit nieuwe jaar in.
Ook dit jaar zal wel elke dag genoeg hebben aan zijn eigen kwaad.
Gelukkig wie dan, met alles wat drukt, tot de Heere mag gaan.
En in alle druk geve dit u houvast; de Heere verhoort het gebed, dat in de naam van de Heere Jezus tot Hem wordt opgezonden.

Eén is er maar, Die u kan en wil helpen en dat is de Hoorder van het gebed. Ga in vertrouwen tot Hem. Stort in uw binnenkamer uw hart voor Hem uit.

God helpt in nood!

De Allerhoogste maakt het goed, na het zure geeft Hij 't zoet.

En als ge moet wachten, als het schijnt dat de Heere u niet hoort, twijfel dan aan Gods bereidwilligheid niet.
Indien Hij vertoeft, verbeidt Hem, Hij zal gewisselijk komen.
"Wel kan zijn hulp vertragen, en 't schijnt soms in de nacht, alsof geen licht zal dagen, alsof geen troost u wacht.
Maar blijft gij met vertrouwen naar God zien in de nacht, dan doet Hij u aan­ schouwen, wat gij het minst verwacht".

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 8 januari 1988.

Wijlen dhr. H. Hartman