Afbeelding
Foto:

Grondgebonden biologische geitenhouderij

GOEREE-OVERFLAKKEE – In een reactie op raadsvragen over de Geurgebiedsvisie en de Geurverordening voor de bestaande situatie van de geitenveehouderij aan de Boomvliet in Dirksland, stelt het college in een informatiebrief dat dit bedrijf een grondgebonden biologische geitenveehouderij betreft, dat voldoet aan de normen die door de stichting SKAL zijn vastgesteld en waarop zij toezicht houdt. SKAL is een onafhankelijke organisatie voor de toezicht op de biologische productie in ons land. Geitenveehouderij (Q-koorts en volksgezondheid) is landelijk en zeker recent ook provinciaal breed in de publiciteit.

Door Jaap Ruizeveld

Omdat beide onderwerpen in één zin worden genoemd, is bezorgdheid verklaarbaar, schrijft het college. Echter navraag bij de GGD bevestigt dat er op Goeree-Overflakkee in de achterliggende jaren geen gevallen van Q-koorts zijn ontstaan of zijn geweest. De kans dat Q-koorts uitbreekt op een biologische geitenveehouderij (bij het Dirkslands bedrijf wordt vers gras gevoerd), is minimaal gebleken. Daarnaast zien de verplichte inentingen en maandelijkse controles erop toe dat een eventuele uitbraak direct inzichtelijk zou zijn en er daardoor richting omwonenden adequaat gehandeld kan worden.

Gezonde veestapel

Bij een grondgebonden biologische geitenveehouderij worden er gemiddeld 600-700 melkgeiten gehouden. Ter vergelijking: in een gangbaar intensief geitenbedrijf zijn er gemiddeld 1300 melkgeiten. Door druk en hoge concentratie zijn dieren in die bedrijven gevoeliger voor ziektes en besmettingen, schrijft het college in de informatieve brief. De inrichting-houder van de geitenveehouderij aan de Boomvliet gebruikt voor de verjonging van de veestapel enkel eigen aanwas, dieren die op het bedrijf zelf zijn geboren en opgegroeid. Hierdoor is ook duidelijk welk verleden de dieren hebben en zo wordt gezorgd voor een sterke en gezonde veestapel.

Begin 2018

Bij behandeling van de Ingekomen stukken donderdagavond in de raad, gaf De Vos (VKGO) aan dat de informatie van het college over dit onderwerp nieuwe vragen oproept. Het raadslid stelde dat de stichting SKAL ook niet over geur gaat. Wethouder Markwat zei dat de verordening nu door het college wordt vastgesteld, ter visie wordt gelegd en vervolgens na afwerking van de procedure aan de raad wordt aangeboden. Dat alles vergt enige tijd en zal pas begin 2018 zijn afgewerkt.