Oudjaar 2016

Wie is wijs? Die versta deze dingen. Wie is verstandig? Die be­kenne ze. Want des HEEREN wegen zijn recht, en de rechtvaardi­gen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin val­len. ( Hoséa 14:10)

Het zijn de laatste woorden, die Hoséa gesproken heeft tot het tienstammenrijk. Vele jaren heeft Hoséa gepreekt. Wij lezen in het begin van het Bijbelboek: 'Het woord des HEEREN dat geschied is tot Hoséa, den zoon van Beéri, in de dagen van Uzzia, Jothan, Achaz, Hiskía, koningen van Juda, en in de dagen van Jeróbeam, zoon van Joas, koning van Israël.
Hij heeft in verschillende tijdperken geprofeteerd. Hij heeft onder veel koningen het Woord des HEEREN gesproken. Zijn boodschap was bijzonder gericht tot het tienstammenrijk. Hij profeteerde vanaf het ogen­blik dat Jeróbeam de tweede daar koning was. Hij heeft geprofe­teerd, dat God de zonde niet door de vingers ziet. Hij heeft geprofeteerd, dat de HEERE bijzonder Zijn grimmigheid zal openbaren aan dege­nen die onder de waarheid hebben verkeerd. 'En die dienst­knecht, welke geweten heeft de wil zijns heren, en zich niet bereid noch zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen wor­den.'
Wat Hoséa geprofeteerd heeft, is gekomen. Maar Israël, levend onder de boodschap van het Woord, is doorge­gaan. Ze dachten: 'Waar is de God van het oordeel?'

Is het wel zo erg als de profeet preekt? Ja, oordeel is geko­men. God zal Zijn waarheid bevestigen. Zie, daar gaat het volk de bal­lingschap in. Nu komt tot dat onder het oordeel liggende volk nog eenmaal een boodschap. 'Wie is wijs? Die versta deze dingen. Wie is verstan­dig? Die bekenne ze. Want des HEEREN wegen zijn recht, en de recht­vaardigen zullen daarin wandelen, maar de overtreders zullen daarin vallen.'
Wij denken aan deze boodschap op oudejaarsavond 2016. Ieder is er op zijn eigen wijze mee bezig. De wereld denkt aan de problemen in het maatschappelijke en sociaal leven. Er wordt iets gevoeld van de afhankelijkheid, die de mens zelf ge­schapen heeft in de vergevorderde wetenschap, die zijn sporen heeft getrok­ken op alle terreinen van het leven. Anderen menen bij het wisselen van het jaar inzicht te hebben in het han­delen van de le­ven­de God met Zijn schepping en schepsel. Men profe­teert en theologi­seert. Velen zijn met angst­gevoelens bezet. Men vreest voor het onzekere en onbekende, dat gaat ko­men.

Het jaar dat voorbij is, heeft dan ook veel te zeggen. Kracht en verborgenheden die God in de schepping heeft ingeschapen, ­­ zijn aan de mens bekendgemaakt. Het is de eeuw van de uitvin­dingen. Onbegrensde mogelijkheden zijn aan de mens ge­toond. Afstanden bestaan niet meer. Raketten vlie­gen door de onbekende ruimte. De mogelijkheden van opslag gege­vens zijn angstwekkend. De op­som­ming van al deze ontwikkelingen zou bladzij­den kun­nen vullen. Maar wie merkt op dat God haast krijgt? Wie ontdekt in al deze dingen de openba­ring van Gods heilige deugden en eigenschappen? Hij is toch de Almachtige, de Alomtegenwoordige, de Alwetende heer­lijke Majesteit.
Op oudejaarsavond zullen ook bij velen de gedachten ver­menigvuldigen. Elk jaar heeft immers haar eigen ervaringen. Rouw, leegte, zorgen, strijd en wat een mens al kan ervaren, werd door­leefd. Er zijn vele vragen, die onbeantwoord bleven? Veel verwachtingen, zijn niet vervuld.

De dodenakker telt nieuwe graven. Het graf zegt niet: het is ge­noeg. Maar wie eindigt deze jaarkring met de beleving van de noodzake­lijkheid om met God verzoend te worden? De wet van de ver­gankelijkheid als vruchtgevolg van de val rust op alles wat leeft. De mens der zonde spoedt naar het einde van het leven. Voor­waar, wij hebben hier geen blijvende stad.

'Wie is wijs? Die versta deze dingen. Wie is verstandig? Die beken­ne ze.'

Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen.
Oudejaarsavond 2016 leert ons, dat wij weer dichter zijn genaderd tot de Godsontmoeting. Want, bij alle onzekerheden is dit een ze­kerheid: wij gaan allen God ontmoeten. Houden wij daar reke­ning mee? Wij? Ja wij! Vaders en moeders. Ouden en jongeren. Grijs­aards en zuigelingen. Het leven is een damp en de dood wenkt ieder uur.

Wanneer Gods gemeente mag terugdenken, zullen ze in­stem­men met de dichter:
'Zo Gij, Heere, de ongerechtigheden gadeslaat, HEERE wij zal dan bestaan?'

Het is een wonder als wij daarachter mogen zeggen, met insluiting van ons persoonlijk leven: 'Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.'

Dan leert het gedenken op oudejaarsavond dat de zaligheid nu nader is, dan toen wij eerst geloofd hebben.
Hoe gaan wij nu samen dit oudejaar afsluiten? Het feestgejoel van de wereld is al begonnen. Duizenden hebben naar dit gebeuren toe­geleefd. Wij hebben onze voorraad vuurwerk al in huis. Tot verzadi­ging van het vlees hebben wij onze inkopen gedaan.

Ik hoop, dat uw oudejaars gedenken anders zal zijn. Dat uw kinderen zich niet zullen mengen in het gezelschap van de van God ver­vreemden. Of is het onderscheid met de werelddienaar niet meer te zien in uw leven en uw gezin? Wat zijn uw voornemens voor twaalf uur? En als God dan komt? Zegt het zegel op uw voorhoofden niets meer? Willen wij met de wereld gerekend worden? Ons leven moet toch zijn naar de voor­zeide leer! Wie is wijs? Die versta deze dingen. Wie is verstandig? Die be­ken­ne ze.

Het is oudejaarsavond. Er is een boodschap van God. In ons hart zij een stil opzien tot de Heere. Hij volvoert Zijn raad. Van het uur van Zijn komst weet niemand. Dat is naar Gods raads­besluit in de handen van de eeuwige Vader. Bij Hem is een andere jaartelling dan bij ons. Het einde zal komen als de laatste van Zijn keurlingen is toegebracht. De ouden beleden: Wij verwachten dit laatste oudejaar met grote vreugde.

Wij buigen ons voor het eeuwi­ge onveranderlijke Woord des HEEREN.

Nieuwjaar 2017

En den Engel Dien ik zag staan op de zee en op de aarde, hief Zijn hand op naar den hemel;

En Hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daar in is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn. (Openbaring 10:5-6)

Een nieuwe jaarkring is begonnen. De aanduiding van deze vraagt de aandacht. Het jaartal op de kalender leert ons dat een nieuw jaar is begonnen. Er heeft een jaarwisseling plaatsgehad. Wij zouden geneigd zijn te denken, dat wij weer een jaar voor ons hebben. Maar daarin vergissen wij ons.

Het jaar 2016 werd afgesloten en bracht ons niet alleen een nieuw jaar, maar bracht ons dichter bij de wederkomst van Christus. De herinneringen van het verleden zijn met ons meegegaan, Wij heb­ben ook onszelf meegenomen. Veel kunnen wij achterlaten. Wat nu voor ons ligt is een grote verborgenheid en moet nog beleefd worden. Lief en leed waren ons deel. U denkt toch niet dat een nieuw jaar daarin verandering zal brengen? Het gedenkboek van God en bij God is nog niet afgesloten. Er zullen nog vele bladzij­den ingevuld worden eer de voleinding der eeuwen daar is. Nieuw­jaarsdag kan veel vragen oproepen. Wat heeft het ons te zeggen? Zomin dat wij de klokslag van 12 uur konden tegenhouden, zo­min zul­len wij de voortschrijdende tijd kunnen keren. Wie re­kent er op, dat dit zijn laatste jaar zijn zal op de aarde?

'En den Engel Dien ik zag staan op de zee en op de aarde, hief Zijn hand op naar den hemel;

En Hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daar in is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn.'

Het wijst naar de hemelse Boodschapper. 'En de Engel, Dien ik zag staan op de zee en op de aarde, hief Zijn hand op naar den hemel.'

De hemelse boodschap: En Hij zwoer bij Dien Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn.

Het is een getuigenis, dat van den hemel vandaan tot ons komt. Ze zegt ons, dat alles een bestemde tijd heeft­. Alles heeft een bestemde tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd.

Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven; een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te roeien.

Maar, wij overdenken toch een boodschap bij de aanvang van een nieuw jaar? Dan spreken wij toch over de verwachting voor de toekomst en hoe wij die moeten invullen? Dan denken wij toch over onze plannen en de mogelijkheden, die de toekomst ons biedt? Welnu, het gaat ook over de toekomst en wat wij daarvan kunnen verwachten. Wat is de boodschap bij de aanvang van de nieuwe eeuw? 'Dat er geen tijd meer zijn zal.'

De boodschap die tot ons komt, is niet een boodschap van een mens tot een mens. Niet een boodschap die alleen herinnering­en oproept en onze gedachten in beslag neemt. Deze laatste bood­schap is door Johannes beluisterd op Patmos. 'En ik was in den geest op den dag des Heeren, en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin.'

Hij kreeg een goddelijke opdracht. Hij verzon geen boodschap. Hij verdraaide de boodschap niet. Hij gaf getrouw door, wat hij hoorde.

'Schrijf hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschie­den zal na dezen.'

Het is dus duidelijk een boodschap die op de toekomst is gericht.

Dan geeft de Heere aan Zijn strijdende kerk het boek Openbaring.

Johannes zag de Engel. Hij zag Christus staande met de rechtervoet op de zee en de linker op de aarde. Hij hoorde Zijn stem: 'Dat er geen tijd meer zal zijn.

Bij de aanvang van het nieuwe jaar mogen wij de boodschap van Johannes nog doorgeven. Wij leven nog in de tijdsbedeling. Nog is de tijd niet ten einde.

Maar luistert: 'Hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid.' Het is de eeuwige God, Die tot getuige is, dat het leven van Zijn gemeente zal eindigen in een tijdloze beleving van de volle gemeenschap met God. Dan zal er geen gemis meer zijn. Dan zijn er geen aanklagers meer. Dan is er volmaakte vrijheid. Dan zal er geen tijd meer zijn om de kerk te benauwen. Dan is er geen tijd meer om Gods volk te bespotten. Daar maakt God waar wat de eed zwerende Christus zegt: 'Dat er geen tijd meer zal zijn.'

Dan zullen ook allen die Sion gram zijn, verdwenen zijn van de aarde. Daar zijn de schapen gescheiden van de bokken. Bij het begin van het nieuwe jaar verkondigt de Heere, dat het Zijn gemeente voorspoedig zal gaan. Daar heeft Sions Koning Zich garant voor gesteld.

Hij zwoer dat de verlossing komt. De klanken van de eeuwigheid klinken ons tegen op dit uur. Het jaar 2017 leert ons dat een nieuw jaar begon. Is er toekomst? Ja, ze is er voor hen, die in de tijd de eeuwigheid mochten ontmoeten.

Is er toekomst? Als wij onbekeerd voortleven, dan is er een toekomst. Een heenreizen naar de plaats waar wening is en knarsing der tanden.

Straks zullen wij staan voor het aangezicht van de Koning, Wiens aangezicht is als de zon. Dan zal niets verborgen blijven.

Buiten Hem is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.

Gods Geest lere in dit uur verstaan de ernst van ons leven en de ijdelheid van deze wereld.

Blijf van de plaatsen vandaan waar de wereld zijn vermaak heeft. Zoekt de waarheid en waar de waarheid nog wordt beluisterd. Wie hem nederig valt te voet, zal van Hem Zijn wegen leren.

Mag het nieuwe jaar een nieuw jaar zijn voor velen.

Daar zal geen tijd meer zijn. Het oude gaat voorbij, het is alles nieuw geworden. Elke klokslag houdt een belofte in zich. Wat van het vlees is gaat verdwijnen. Zalig verdwijnen, opdat God mag verschijnen. Daar staan wij God niet meer in de weg. Daar staan wij onszelf ook niet meer in de weg. Daar zullen wij de Koning zien in Zijn schoonheid.

Er is een belofte aan Johannes gedaan. 'Zie Ik maak alle dingen nieuw.'