Roze gloed

Nog een paar maanden en dan hopen we de sleutel te krijgen van onze nieuwe woning. En dus viert de stress hoogtij. Er moet een keuken worden uitgezocht. En een badkamer. En vloeren. En nieuwe meubels. Onze timing is perfect. Want onze oudste dochter begint net een eigen kijk op interieur te krijgen en voorziet ons dus gretig van opbouwende kritiek en advies. Bijvoorbeeld als we terugkeren van een héél lang weekend meubelboulevard-hoppen waarin we op het laatste moment dan eindelijk onze droombank hebben gevonden. Vermoeid, maar trots laten we onze dochter de foto's van onze nieuwe aanwinst zien. Ze fronst. "Maar die is niet roze!" roept ze zeer teleurgesteld uit. "Wil je de eettafel zien?" vraag ik, in de hoop dat die haar goedkeuring kan wegdragen. "Die is wel roze, toch?" vraagt ze terwijl ze me streng aankijkt. Wederom moet ik haar teleurstellen.

Door Caroline Kraaijvanger

En wanneer we zwetend en besluiteloos een twintigtal kleurstalen onder kunst- en daglicht houden, maken haar kleine vingertjes al gretig een keuze: felroze en nog feller roze. En als ik dan uitroep dat we niet alles roze kunnen maken, sluit ze een compromis door een lichtroze staaltje te kiezen dat - met een beetje fantasie en onder de juiste mix van dag- en kunstlicht - naar paars neigt.

Het moge duidelijk zijn: als het aan onze peuter ligt, wonen we straks in een levensgroot Barbie-huis. Mijn man is niet enthousiast. En om heel eerlijk te zijn: ik ook niet. Maar zo gepassioneerd als Jan des Bouvrie is over zwart en wit, zo gepassioneerd is onze peuter over alle mogelijke tinten roze. En dus hebben we besloten dat we tijdens de inrichting van haar eigen kamertje haar interieuradvies ter harte nemen. Dus mocht u deze zomer in Ouddorp gaan wandelen en daarbij verblind worden door een roze gloed die via een bovenraam boven de woonwijk uitstijgt, dan willen we daar bij voorbaat alvast onze excuses voor aanbieden.