Afbeelding
Foto:

's Nachts droom ik van vrede

"Gistermiddag ben ik alleen in de woonkamer op de zalig verende bank gaan zitten met alleen de kerstboom en de schemerlamp aan. Zoiets noemt men sfeer. Zalig gewoon, zo rustig zitten en te peinzen over van alles en nog wat. Later kwamen Bob en Canis bij me zitten en hebben ze me uitgelegd hoe het met de evangeliën in elkaar zit: 4 personen hebben het leven van Christus opgeschreven, ieder met eigen woorden, maar feiten natuurlijk hetzelfde, soms een tikkeltje uiteenlopend. (…) Jezus was ook de volmaker van de Joodse wet, volgens de katholieken. Ik ben haast overtuigd, het zit 'm alleen nog maar in dat 'haast'. Zo iemand, die zoveel aanhangers kreeg, en die zoveel martelaren na zich had, zou die een gewone 'valse Messias' zijn? Toch zou ik er later met iemand die er meer van weet, de Rabbijn bijv. m over willen spreken" (dagboekfragment december 1942)

De Joodse Carry Ulreich houdt een oorlogsdagboek bij van 1941 tot 1945. In haar dagboek, een cadeautje van haar vriendin Sonja Taub, later gevolgd door nog zes schriften, schetst ze een indringend en levendig portret van het dagelijks leven als onderduiker bij de katholieke Rotterdamse familie Zijlmans. Ook de periode voorafgaand aan de onderduik komt aan bod, evenals de periode kort na de bevrijding. Opvallend is de afwisseling van een lichte, soms humoristische toon met diepere beschouwingen.

Het dagboek is omwille van leesbaarheid in drie delen verdeeld. De periode waarin Carry een nieuw schrift begon wordt in de tekst steeds aangegeven.

De inhoud van de tekst is ongemoeid gelaten, alleen de spelling is aangepast aan onze huidige. Carry is 14 jaar als ze begint met schrijven in haar dagboek en 18 jaar aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Historicus Bart Wallet geeft in de door hem verzorgde inleiding drie redenen waarom dit dagboek van belang is: het is ten eerste een uitgesproken Rotterdams dagboek. Tot nu toe was er vooral veel bekend, mede door het 'Dagboek van Anne Frank', over het Joodse leven in Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit dagboek laat zien dat er ook in Rotterdam, evenals in andere Nederlandse steden, aanzienlijke Joodse gemeenschappen aanwezig waren ten tijde van het begin van de Tweede Wereldoorlog. In 1940 telde de stad Rotterdam 13.000 Joden, aldus Wallet in de inleiding.

Als tweede noemt Wallet het feit dat Carry uit een zeer betrokken Joodse familie stamde. Haar familie is van oorsprong Oost-Europees Joods en heeft mede daardoor een grote betrokkenheid op wat er elders in Europa gebeurde met de Joden. Ze waren dan ook al vroeg op de hoogte wat deportatie naar Polen inhield. Het dagboek van Carry laat zien hoe van oorsprong traditionele Oost-Europese Joden naar de wereld om zich heen keken en hoe ze als zionisten over hun toekomst dachten. Het maken van toekomstplannen voor een leven in Palestina gaat tijdens de oorlog gewoon door, evenals de geheime bijeenkomsten van de, inmiddels uiteraard verboden, Zionistische Jeugdbeweging.

Tijdens de onderduik nemen vragen rondom het traditionele Joodse leven toe: hoe kan er nog koosjer worden gegeten en kunnen de Joodse regels (Halacha) nog zoveel mogelijk worden nageleefd? Carry viert, naast de joodse feestdagen, ook de christelijke feestdagen met haar katholieke onderduikfamilie. De beschouwingen rondom religie leveren bovenstaand citaat van Carry rondom de Kerstdagen van 1942 op.

Als derde reden van het belang van publicatie van dit dagboek noemt Wallet het feit dat ''s Nachts droom ik van vrede' een oorlogsdagboek is. Wat betekent het als twee families jarenlang op elkaar aangewezen zijn, waarbij de ene familie volledig afhankelijk is van de andere familie? De gevoelens van beklemmende angst, dreiging en machteloosheid van een vervolgde en met uitroeiing bedreigde familie worden door Carry trefzeker beschreven.

Palestina

Dwars door deze dreiging gaat het dagelijks leven 'gewoon' door, zowel voor de onderduiknemers als -gevers getuige het dagboekverslag van januari 1943: "Oudejaarsavond ook alweer voorbij. 's Middags allerlei toebereidselen gemaakt, o.a. beslag geroerd voor appelpannenkoekjes. 's Avonds gezellig met elkaar gezeten en gekletst (en niet te vergeten gesnoept, want hieruit bestaat grotendeels hier de gezelligheid). Om even voor 12: souper. Huzarensla, heel grote schotel, prachtig opgemaakt (o.a. mayonaise, heel grote luxe tegenwoordig)."

Opvallend detail is trouwens nog dat de familie Ulreich zich af en toe ook gewoon op straat begeeft.

Waar het dagboek van Anne Frank eindigt met verraad en deportatie heeft het dagboek van Carry een min of meer gelukkige uitkomst: de hele familie overleeft de oorlog. Carry beschrijft aansluitend de periode van vrede en de opbouw van de gedecimeerde Joodse gemeenschap van kort na de oorlog.

Zelf belandt ze al snel na de oorlog in Palestina waar ze na haar huwelijk een talrijk nageslacht krijgt. Tot voor kort lagen haar dagboeken op zolder, Carry kwam ze weer tegen en wilde ze laten lezen aan haar kinderen. Haar zoon, uitgever in Jeruzalem, zag het belang in van bredere publicatie en ging op zoek naar een uitgever.

Bart Wallet is als historicus verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam met als specialisatie joodse geschiedenis. Wallet bezocht Carry in Israël, ontdekte in de archieven aanvullende gegevens, en voorzag het dagboek van een inleiding, achtergrondinformatie en foto's.

Dit boek is een aanrader!

Oorlogsdagboek 1941-1945
Carry Ulreich
Inleiding & tekstbezorging Bart Wallet
2016, uitgeverij Mozaïek
328 blz., € 21,90
ISBN 9789023 996859