Zaligmakerswerk

Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.

(Lukas 19 : 10)

Deze woorden heeft de Heere Jezus uitgesproken, toen Hij Zacheüs, de overste der tollenaren in Jericho, uit zijn wilde vijgenboom geroepen had en als een nieuw schepsel in zijn huis had horen getuigen van de verandering, die de ontmoeting met de Heere Jezus in zijn even teweeggebracht had, en hem de beloften van een nieuw leven had horen uitspreken. Wat was het echter verkeerd gevallen bij de zelfverzekerde en eigengerechtigde leidslieden van het volk en bij velen uit het zelfvoldane volk van Israël, dat de Heere Jezus Zich had laten ophouden door die tollenaar Zacheüs zelfs zijn huis was binnengegaan en daar logeerde, at en dronk. Ze hadden niets verstaan van het Evangelie der genade en konden dan ook niets anders doen dan hun ergernis uitspreken: ,,De natuurlijke mens verstaat de dingen des Geestes Gods niet; ze zijn hem een dwaasheid!" Dat bleek ook daar weer en dat blijkt altijd weer, want Gods gedachten zijn hoger dan de onze; en toch, al lopen we er storm tegen, we zullen er ons altijd weer voor moeten buigen! Is het niet in dit leven tot een eeuwige zegen, dan zal het eenmaal in de dag der dagen zijn tot onze eeuwige schade: Menig schip ligt reeds op het strand der eeuwigheid als een baken in onze levenszee! Geef er acht op en laat het u tot inkeer brengen om uws levens wil!

Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was!" Ja, gekomen is Hij! Engelen hebben Zijn komst aangekondigd naar het profetisch woord. Ze hebben gezongen van Zijn komst in Bethlehem Efratha's velden en herders hebben met Simeon en Anna èn wijzen uit het Oosten getuigd, dat de Zaligmaker geboren was. Hun Koning was gekomen en hun hart was verheugd, hun lippen hadden Hem geloofd en geprezen als de door God Gezondene naar Wien de vromen eeuwenlang hadden uitgezien: Kerstfeest!

Ja, gekomen is Hij en wéderkomen zal Hij. Zijn werk is immers nog niet voltooid! Zeker, wat Hij op aarde moest doen, heeft Hij volkomen volbracht Op Golgotha heeft Hij daarvan getuigd: ,,Het is volbracht". Maar Zijn werk onder de mensen op aarde gaat nog steeds voort: Zijn Geest is actief en voert een grote campagne om satans macht en invloed terug te dringen dat opbouw van het Koninkrijk der hemelen tot aan het einde der aarde.

Nu nog vaak verborgen: Grote zorg kan ons vervullen als we zien, hoe weinig ervan openbaar komt en we moeten erkennen, dat de ontkerstening in ons rijk gezegende land om zich hen grijpt. Alleen zijn wéderkomst zal Zijn heerlijkheid en volledige overwinning aan het daglicht kunnen brengen. Die dag moet ons dan ook met groot verlangen vervullen. Dan zal het wezen: Eén kudde en een Herder. Naar Zijn belofte en door Zijn verdienste. Tot eeuwige vreugde en zegen voor allen, die hier zo vaak onderlagen in het strijdperk van dit leven!

Want de Zoon des mensen is gekomen om zalig te maken dat verloren was! Vandaar Zijn komen. En voor wie Hij gekomen is en wederkomen zal: Voor verlorenen zoals Zacheüs. Voor u! Uiterlijk een gewoon mens: Een rijk leven zonder ziekte of geldzorgen. Een eervol bestaan misschien en mogelijk bevrijd! Maar toch verloren. Ondergegaan in een leven zonder God. Zonder vrede. Innerlijk bezoedeld en vuil, al ziet geen mens het en al hebben we van de wereld niets te vrezen. Verloren omdat het Beeld Gods verloren is. De ware kennis en gerechtigheid kwijt en nu voortdurend achtervolgd door angst en onzekerheid. Geen plek waar men veilig is: God ziet tot in de donkerste schuilhoeken. ,,Alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Wien wij te doen hebben". Om wanhopig te worden…!

De Zoon des mensen heeft er echter alles voor over gehad om zulke verloren mensen te redden en zalig te maken! Hij is er Zelf voor verloren gegaan in de boosheid van mensen en de toom van God, Die genoegdoening eist aan Zijn heilig wet: Zó diep is Hij afgedaald en zover is Hij verlorenen nagetrokken: Het kan werkelijk niet verder, want Hij is geweest tot in het hol van de leeuw, van satan, die rondgaat als een briesende leeuw en zoekt wie hij zou mogen verslinden. ,,De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing g worden".

Toch staat er nog iets bij in de tekst ,,De Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was.". Om te zoeken! Dat lijkt wat overbodig: Was het lijden niet genoeg? De komende weken volgen we de Zaligmaker weer op Zijn weg over deze aarde en zullen we daarmee niet voortgaan totdat het "Het is volbracht" beeft geklonken? Is dat dan niet genoeg? Ja zeker, wat Zijn werk betreft in de ogen Zijns Vaders, maar niete genoeg voor ons om er persoonlijk in te delen. De Zaligmaker moet ons ook opzoeken zoals de herder het verloren schaap. Wij zijn geen zoekers van God van huis uit en evenmin van de Zaligmaker. Als het aan ons lag, gingen we voorbij aan het heil door Hem bereid. Er is geen lust aan de kennis van Gods wegen: In het leven van oud en jong is er bewijs te over voor te vinden! Wellicht moet u het toestemmen, maar dan is het ook duidelijk, wat een zegen het is dat de Zaligmaker zelf het verlorene zoekt. Dan ligt daarin ons behoud zeer vast Door Hem alleen! ,,Gelijk een schaap heb ik gedwaald in het rond; zoek dan Uw knecht". Zo staat er dus geen woord teveel voor u en mij in deze tekst!

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 23 december 1987.

Wijlen ds. W.H. van Kooten