Afbeelding
Foto: Hans Villerius

Kerst in het verzorgingshuis

Kerst. Op talloze manieren geven mensen er invulling aan. In de wereld en in de kerk, op straat en in huis, in winkels en in zorginstellingen. Om bij het laatste te blijven: op Goeree-Overflakkee hebben we nogal wat 'huizen van barmhartigheid'. Wordt ook daar invulling gegeven aan Kerst, en hoe? We vroegen één van de geestelijk verzorgers van onze eilandelijke woonzorgcentrums ernaar, en naar het pastorale werk dat hij daar verricht. Aan het woord is ds. H. Juffer, geestelijk verzorger in zorgcentrum De Vliedberg te Ouddorp.

Ds. Juffer, in 1962 te Nunspeet geboren, is sinds 1996 pastoraal werker in de Hervormde Kerk en sinds 2008 predikant van de Hersteld Hervormde kerk. Hij woont in Voorburg, waar hij aan de Hersteld Hervormde Gemeente aldaar verbonden is, maar voor enkele dagen in de week is hij ook geestelijk verzorger in De Vliedberg.
"Ik spreek liever over geestelijk verzorger dan over pastoraal werker", licht ds. Juffer toe. "Aan een kerkelijke gemeente ben je als pastoraal werker verbonden, maar geestelijke verzorging is een aparte discipline bij een (zorg)instelling. Het is een specialisme dat een eigen plaats inneemt te midden van andere zorgverleners en binnen het brede spectrum van zorg- en hulpverlening die het (geestelijk) welbevinden van mensen beoogt." Als geestelijk verzorger is ds. Juffer trouwens niet aan een kerkverband maar aan CuraMare verbonden, waar De Vliedberg onder valt. Vandaar dat hij alle bewoners bezoekt, ongeacht kerkelijke achtergrond, wanneer ze daar prijs op stellen. "Kerkelijk, randkerkelijk, onkerkelijk, allemaal. En dat wordt gewaardeerd", weet hij.

Waar bestaat uw werk als geestelijk verzorger uit?

"Ik bezoek bewoners, leid Bijbelkringen in De Vliedberg en in 't Spectrum te Stellendam, een dependance van De Vliedberg, en ik draai mee in het rooster van de weeksluitingen die op vrijdagmiddag worden gehouden. Deze worden op toerbeurt verzorgd vanuit alle kerkelijke denominaties uit Ouddorp, Goedereede en Stellendam. Verder kunnen collega's en vrijwilligers, ja in principe iedereen, een beroep op me doen als daar behoefte aan is, ongeacht wat er speelt. Maar crisispastoraat slokt wel een groot gedeelte van mijn tijd op. Dat komt mede doordat mensen die nu in een zorginstelling worden opgenomen veel zorgbehoevender zijn dan voorheen. Nu komt het voor dat ik binnen één jaar in dezelfde kamer driemaal aan een sterfbed sta, soms met maar een korte tijd ertussen. Met bewoners, familie of andere contactpersonen bouw je dan in korte tijd een enorm goede band op en wordt je veel lief en leed uit de familiekring verteld. Hoewel het contact vaak kort is, is het ook hevig en goed, en lijkt het alsof je de mensen al veel langer kent. Dat merk je later nog als je ze weer eens tegen komt."

Is er veel verschil tussen pastoraal werk in een kerkelijke gemeente en in een zorginstelling?

"Ja, veel verschil. In een gemeente kom je problemen en vragen tegen met betrekking tot alle leeftijden. Je hebt doopdiensten, trouwerijen, catechese, je gaat om met jongeren en met levensvragen van de 'gewone maatschappij'. Dat heb je in het woonzorgcentrum niet."
"Zoals gezegd is er wel veel crisispastoraat, waarbij je in het bijzonder bepaald wordt bij de kortstondigheid van het leven. Mensen moeten, door welke omstandigheden dan ook, hun huis verlaten, opgenomen worden en in sommige gevallen komen ze nooit meer thuis. Dan wordt in één keer afscheid genomen van het verleden en van veel herinneringen. Soms heeft men niet bewust afscheid kunnen nemen. Dat is heel heftig. In andere gevallen is er in de tijd vóór de opname mentaal en fysiek veel doorgemaakt en moet alles innerlijk een plekje krijgen. Dat geldt trouwens ook voor familie en naastbestaanden! Ook die kunnen een beroep op mij doen. Er komt heel veel op bewoners en familieleden af. Dat kan allerlei vragen, gedachten en gevoelens oproepen. Vooral de vraag: hoe moet het nu verder? Als geestelijk verzorger geef je mensen allereerst de ruimte om hun verhaal te vertellen, je luistert naar hun vragen en je verbindt hun levensverhaal met God en Zijn Woord. Samen gaan we dan op zoek naar wat God in Zijn Woord over die dingen te zeggen heeft. Veel Psalmen bijvoorbeeld gaan over wezenlijke vragen. Waaromvragen, waar we niet altijd antwoord op krijgen, maar waarin ons wel een weg wordt gewezen waar voor ons gevoel geen weg (meer) is. Dan mogen we met de noden van de bewoners alles voor de Heere neerleggen. Alle waaroms, moeiten, moedeloosheid, verdriet, levensraadsels, opstand en onbegrip, álles mogen we voor de Heere neerleggen. Soms voel je je dan als geestelijk verzorger wel machteloos, dat je een moeilijke vertrooster bent. En mooi is het wanneer mensen soms na je gebed zeggen: 'joe heit môoi gebid', terwijl je voor je gevoel de juiste woorden niet wist te vinden…"

Ondervindt u dat er in De Vliedberg bewoners zijn voor wie het pastoraal werk tot zegen is, en waar merkt u dat aan?

"Ik ben geen hartenkenner. Ik mag zaaien, planten en natmaken, maar de vrucht is voor de Landman. Het is groot als Gods Woord weerklank mag vinden in de harten van bewoners. Wanneer je merkt dat mensen die eerst afkerig waren, geraakt worden door dat Woord en gaan beseffen dat ze God kwijt zijn. Op zich is dat niet genoeg natuurlijk. We kunnen met ons verstand weten dat we van nature God kwijt zijn, maar als het in ons geen bewust gemis wordt, gaan we God niet zoeken. Degenen die de Heere werkelijk missen, die gaan zoeken, met ingespannen krachten. En die zúllen vinden! Zo heb ik het een enkele maal meegemaakt dat mensen die ik begeleidde, tot ruimte kwamen, zodat ze werkelijk konden sterven. Bijzonder als ze dan ook vanaf hun sterfbed de waarschuwing deden uitgaan naar anderen dat ook zíj moeten sterven en dat je niet kunt sterven zoals je geboren bent. Hier geldt het woord dat iemand eens sprak: 'Al was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren en niet in mijn hart, gewis, dan was ik nog voor eeuwig verloren'. Het is voor alles noodzakelijk dat Hij ook in ons hárt geboren wordt. Zijn komst is het, die ons heil volmaken kan. In de Adventtijd zeg ik het wel eens zo: Zonder Christus is het Kerstmís, maar met Christus is het Kerstféést."

Krijgt in De Vliedberg in deze tijd van het jaar de geestelijke verzorging ook een toespits op Kerst?

"In de Bijbelkring, en in voorkomend geval tijdens de weeksluitingen, leg ik de nadruk op advent en wijs ik heen naar Christus' eerste komst in het vlees. Ook wijs ik heen naar Zijn tweede komst, Zijn wederkomst. Verder lees ik tijdens bezoeken meestal, tenzij er een bijzondere situatie is, Schriftgedeelten die op Advent en Kerst betrekking hebben."

Ontmoet u hier ook bewoners die in hun levensavond een Adventsverlangen kennen, die weten wat 't is om uit te zien naar de komst van het Kerstkind? En kunt u daar iets meer over vertellen?

"We kennen wel bewoners die dat Adventsverlangen verstaan. Ook wel die erover mogen spreken. En er zijn er die daarmee worstelen. Wat ik hierover kwijt wil is alleen dit: als we werkelijk het Adventsverlangen kennen, zal het bij tijden en ogenblikken vanbinnen wel eens zijn zoals Zacharias het zingt in zijn lofzang. Dat zag in de eerste plaats op de geboorte van zijn zoon Johannes, maar het geldt in meerdere mate voor Hem Die het Licht der wereld is:
O dierbaar kind, o stof van vreugd,
Geschenk, van 't Alvermogen!

Dát is het mooiste, wanneer mensen dát mogen weten. Én ervan mogen vertellen: wie ze zelf zijn, gevallen Adamskinderen, en wie de Heere voor hen is in dat Kind van Bethlehem. Psalm 71, een gebed in de ouderdom, zegt het zo treffend:
Blijf mij in mijne grijsheid sterken;
Verkwik mijn ouderdom
Bewaak mij van rondom,
Zo meld' ik dit geslacht Uw werken;
Zo zal 'k Uw grootheid zingen
Voor hun nakomelingen.
"