Afbeelding
Foto: Adri van der Laan

Het was niet de bedoeling dat zijn toekomst in de muziek lag

Voor een aantal beroepen zijn de dagen rondom kerst heel druk. Dit geldt ook voor wie actief is binnen de vocale en instrumentale muziek, zoals Rinus Verhage. Toch maakt hij graag tijd voor een gesprek over zijn leven 'met de muziek'.

Rinus Verhage is naast muziekdocent ook manager van het Muziekgebouw Goeree-Overflakkee, dirigent van een aantal koren en organist van een aantal kerken in de regio. Zijn leven is muziek.

Dat zijn toekomst 'in de muziek' zou liggen kon de uit Ouddorp afkomstige Rinus Verhage niet bevroeden toen hij op de middelbare school zat. "Het is wel anders gelopen dan mijn ouders en ik verwacht hadden", vertelt Rinus. Zijn liefde voor muziek begon in de hoogste klassen van de lagere school. Meester Van Vliet was heel muzikaal en daar liet hij zijn leerlingen in delen. Spelend op een harmonium dat in de klas stond vertelde hij veel over de muziek en betrok ook al zingend de kinderen daarbij. Vroeger was er in het ouderlijk huis geen muziekinstrument aanwezig. Het eerste instrument was een klein elektronisch orgel van Philips: de Philicorda. "Meester Van Vliet heeft er dan ook voor gezorgd dat er bij ons die Philicorda in huis kwam". Daarnaast was Rinus al heel vroeg bevriend met Piet Westhoeve. Hij vertelt dat de vader van Piet, organist Jaap Westhoeve, aan het eind van zijn drukke werkweek in de winkel op zaterdagavond altijd ging spelen op het orgel van de hervormde kerk van Goedereede, waar hij organist was. "Ik vond het fijn om dan mee te gaan. Maar ik stond erbij en keek ernaar". Daarop volgden al vlug de eerste lessen bij Jaap Westhoeve. Het bleek dat Rinus talent had. Later kreeg hij samen met o.a. Jan Bezuijen orgel les bij Jan van Dijk in Middelharnis.

Hoewel de jonge organist niet onverdienstelijk speelde, was het nog niet bij hem opgekomen dat zijn toekomst in de muziek zou liggen. Ook bij zijn ouders niet. Zijn vader werkte bij Bos en Kalis aan de Deltawerken en in de vakantie ging Rinus veel mee. Omdat hij goed was in wiskunde mocht hij al snel wat berekeningen maken voor als er bijv. een bocht uitgezet moest worden. Het leek vanzelfsprekend dat hij naar de TU in Delft zou gaan en weg- en waterbouw zou gaan studeren. In zijn laatste jaar op het atheneum was Rinus al op een open dag geweest van de Technische Universiteit in Delft. Maar het zou toch anders lopen.

Arie Keijzer organist van De Doelen in Rotterdam gaf daar over een periode van drie jaar een serie Bachconcerten. Jaap Westhoeve nam dan Piet en Rinus veel mee naar die concerten. "En toen kwam er een soort van plotselinge ommezwaai/nieuw inzicht tijdens het slotconcert van die serie", weet Rinus nog. Hij werd toen apart gegrepen door de intense schoonheid van de muziek, door Bach en door het orgel. Na enige tijd en veel lessen werd hij toegelaten tot het conservatorium en ging daar studeren bij Arie Keijzer. "Dat had ik vroeger nooit kunnen denken. Ook mijn vader en moeder moesten dat eerst wel een plek geven maar hebben mij verder zeer gesteund".

Rinus beaamt 'dat zijn leven muziek is'. Hij heeft dan ook nooit spijt gehad van zijn keuze, ruim veertig jaar geleden. Uit ons gesprek blijkt dat Rinus nog ieder dag van het muziek maken geniet. Hij geeft concerten, is dirigent van vier koren, is organist van verschillende kerken, is orgeldocent en is op parttime basis werkzaam als een van de managers van het nieuwe Muziekgebouw Goeree-Overflakkee. In zijn hoedanigheid als muziekleraar en manager heeft hij al veel leerlingen zien komen en gaan. Hij weet dat helaas soms een aantal leerlingen afhaakt in de puberteit, maar hij weet ook dat er volwassenen zijn die later weer het instrument pakken en opnieuw muzieklessen gaan volgen. Ook geniet hij ervan als hij iemand met een muziekinstrument over straat ziet lopen of fietsen; het is dan zo goed als zeker dat deze muzikant les heeft van één van de docenten van het muziekgebouw!

Rinus vertelt dat bij het ouder worden de muziek steeds meer waarde voor hem krijgt. "Wanneer je de uren van de dag een cijfer zou gaan geven dan scoort de tijd dat er muziekgemaakt wordt heel hoog". Musiceren of naar muziek luisteren is alsof je "even de tijd vergeet en van de wereld af gaat". Daarenboven kun je er vooral ook vreugde en troost in vinden en dat geldt echt voor iedereen. Zijn mening is dat bijkans alle mensen basaal muzikaal zijn. "Je hoeft dus geen instrument te kunnen bespelen of goed te kunnen zingen om muzikaal te zijn", zo is zijn opvatting.

Naast zijn bezig zijn met muziek heeft Rinus, als manager van Muziekgebouw Goeree-Overflakkee, natuurlijk ook wel eens minder muzikale zaken te doen. Vooral in het achterliggende jaar waarin het Muziekgebouw tot stand is gekomen, bracht hij menig uur door aan de vergadertafel of achter de computer. Via de basisscholen wordt er nu inmiddels al aan zo'n 700 leerlingen lesgegeven en in de afdeling Instrumentaal/Vocaal onderwijs wordt daarnaast nog aan ongeveer 400 leerlingen les gegeven. "Bij elkaar 1100 leerlingen en dat is toch een al mooi resultaat voor een kersverse organisatie!"

Deze combinatie van muziek en organiseren vindt hij goed bij hem passen en hij is dan ook blij dat hij op allerlei manieren mensen direct of indirect in aanraking kan brengen met het wonder van de muziek. Het werken als een soort van "tussenhandelaar in muziek" spreekt hem erg aan.

Het is geen geheim dat het orgel het lievelingsinstrument is van Rinus Verhage. Het gaat hem dan ook aan het hart dat de belangstelling voor "dit prachtige instrument" tanend is. Een goed gevulde kerk bij een orgelconcert is tegenwoordig een uitzondering. Volgens Rinus komt de antipathie tegen het orgel voor een deel doordat veel mensen die niet meer naar de kerk gaan dit instrument begrijpelijk associëren met kerken en kerkgang. "In een seculiere samenleving hebben velen om verschillende redenen helaas geen goede herinneringen aan orgels en kerken". Het resultaat is dat er nauwelijks meer oog is voor de grootsheid en schoonheid van het orgel. Hij noemt als voorbeeld van deze grootsheid en schoonheid het orgel van de Nieuwe Kerk in Amsterdam dat in de 17e eeuw gebouwd is. "Een majestueus instrument dat met enorm technisch vernuft en artistieke visie is gerealiseerd".

Met Luther vindt Rinus Verhage dat "muziek een schitterende koets is waarmee het evangelie wordt gedragen en in beweging gezet". Naast schriftlezing en preek mag de muziek niet onderschat worden in haar belang voor de evangelieverkondiging. "Het geloof kan niet zonder muziek en muziek is het mooist als ze gaat preken", poneert Rinus. "Zingen geeft het geloof meerwaarde. Neem nu de psalmen. Het zingen van psalmen is gezongen schrift en de woorden komen dan op verhoogde toon". Hij is dan ook dankbaar dat hij met grote regelmaat begeleiding/sturing mag geven aan dit geheel en op de bok mag zitten van deze koets van het evangelie. Juist in deze dagen rondom Kerst dirigeert hij zijn koren, geeft concerten en begeleidt hij de diensten. "Een Kerst zonder muziek, dat kan niet. Het evangelie moet bezongen worden en dat als het even kan in de vorm van een Praedicatio Sonora; een preek met klanken of een klinkende preek".