Afbeelding
Foto: Adri van der Laan

Frans Weller jr. verruilt Nieuwe-Tonge voor Nairobi

2017 wordt een belangrijk jaar voor Frans Weller jr. uit Nieuwe-Tonge. Hij hoopt binnenkort zijn studie in Rotterdam af te ronden om vervolgens in de zomer te vertrekken naar Kenia. Als het aan hem ligt voorgoed.

Het is niet zomaar 'iets' wat de 24-jarige Frans Weller met Afrika heeft, want Afrika is alles voor hem geworden, zo verzekert hij.

Ondanks zijn jeugdige leeftijd heeft hij al verschillende keren in Afrika gewoond en gewerkt. Eerst in Tanzania en later heeft hij verschillende keren meegewerkt aan een project voor straatjongens in de hoofdstad van Kenia, Nairobi. Als alles volgens plan verloopt zal hij komende zomer Nieuwe-Tonge verwisselen voor Kenia om zich dan volledig in te zetten voor jongeren die door allerlei oorzaken aan de zelfkant van het leven zijn geraakt in dit Oost-Afrikaanse land.

Vanwaar die gedrevenheid van Frans? Hij legt uit dat hij al vanaf zeer jonge leeftijd begaan was kinderen die het arm hadden en dan vooral kinderen in Afrika. Hij begreep niet waarom zij het zoveel slechter hadden dan hij hier in Nederland. En die bewogenheid liet hem niet meer los.
Omdat hij na de HAVO niet precies wist welke vervolgstudie hij moest doen, meldde hij zich aan voor een jaar ontwikkelingswerk in Mwanza in Tanzania. Hier moest hij voortijdig vertrekken vanwege onlusten, waardoor het te gevaarlijk voor hem werd.

Maar toen wist hij wel waar zijn toekomst lag. Hij volgde de studie SPH, sociaal pedagogisch hulpverlener aan de Hogeschool Rotterdam. Een studie die nu in de afrondende fase is. Zijn derdejaars stage deed hij bij de Stichting Baraka in Nairobi de hoofdstad van Kenia. Deze stichting, waarvan de naam 'zegen' betekent en ook een zegen wil zijn voor de meest kwetsbaren, de kinderen, van de samenleving, werkt samen met de lokale, christelijke, stichting Afrilift. Het is de bedoeling dat hij komend jaar voor vast bij de beide organisaties gaat werken. Vanwege zijn bijzondere band met Afrika vindt Frans het niet zwaar om Nieuwe-Tonge te verwisselen voor Nairobi. "Ik weet dat mijn toekomst daar ligt".

De organisatie waar Frans voor gaat werken heeft zich ten doel gesteld om straatjongeren weer een goede toekomstverwachting te geven. Een levensveranderende kans te bieden. In Nairobi leven veel jongens op de straat. Ze hebben nauwelijks een normaal gezinsleven, als gevolg van armoede en problemen binnen de gezinnen. "Van de jongeren is van 90 procent de vader niet meer aanwezig. De moeders moeten dan wel aan de slag om geld te verdienen voor hun gezin. Het gevolg is dat veel kinderen aan hun lot worden overgelaten". Drugsgebruik, misbruik en criminaliteit is veelal het gevolg.

Stichting Baraka en Afrilift hebben een aantal projecten waar Frans mee gaat werken. Het openluchtprogramma in sloppenwijk Kangemi en de Osiligifarm die buiten Nairobi ligt.

Door de straatwerkers van de organisatie Afrilift in Nairobi wordt contact gelegd met jongeren tijdens een openluchtprogramma in de sloppenwijk Kangemi. Dit openluchtprogramma wordt drie maal per week gegeven, jongens horen ervan, komen luisteren en willen deelnemen. Van de jongens wordt verwacht dat ze altijd aanwezig zijn en dan niet onder invloed van drugs, alcohol of lijmsnuiven zijn. Daarnaast moeten deze jongens actief aan het programma deelnemen. Het programma bestaat uit het houden van discussies over de dagelijkse onderwerpen die zich afspelen in de sloppen. Zoals criminaliteit, verkrachting, hygiëne en dergelijke. Er worden motivatiespeeches gegeven over de kans die de jongens krijgen om naar de Osiligifarm te gaan. Alles op basis van de Bijbel. Aan het eind van de morgen wordt er afgesloten met een potje voetbal en een warme maaltijd. Een lege maag heeft immers geen oren. De jongens kunnen middels een puntensysteem punten verdienen voor kleding, schoenen en bij 150 punten mogen ze doorgaan naar de Osiligifarm, de rehabilitatieboerderij die men in beheer heeft. Hier krijgen de jongens onderwijs en probeert men aan de hand van een streng programma de levens van de jongens weer in evenwicht te brengen. Zowel het openluchtprogramma als de boerderij zijn, volgens Frans, voor de jongens en vaak ook voor de medewerkers erg zwaar. Het openluchtprogramma is midden in de sloppenwijk en veel jongens zijn lid van een bende. Deze bendes vinden het niet fijn dat er jongens deelnemen aan het programma en bedreigen deze jongens of de straatwerkers. Om deze reden wordt er om de paar jaar van sloppenwijk veranderd. Sommige jongens haken hierdoor af. Op de rehabilitatieboerderij moeten de jongens eerst afkicken, wat heel zwaar is en zich daarna aan alle strenge regels houden, lessen volgen en hard werken. Voor een aantal jongens wordt de verleiding om terug te keren naar hun oude leven in de stad te groot.

Als de jongeren van het openluchtprogramma Kangemi voldoende stabiel en gemotiveerd zijn en alle lessen van het programma actief hebben gevolgd en hun punten hebben behaald, kunnen ze, als het kan in overleg met hun ouders of andere familie, overgeplaatst worden naar de Osiligifarm (Osiligi betekend 'hoop') , zo'n 50 km afstand van Nairobi. "Daar krijgen de jongens verder basisonderwijs, sociale omgangsvormen en wordt hen ook een vak geleerd. Dit alles met als uitgangspunt de Bijbel. De grond in die omgeving is zeer vruchtbaar en werken in de landbouw geeft een goed vooruitzicht voor een betere toekomst". De jongens leren dan vooral het verbouwen van gewassen en het op de markt brengen van hun producten. Na twee jaar ontvangen ze een diploma en zorgt Afrilift voor een baan op een boerderij. Ook na die tijd worden ze nog jaren begeleid door de organisatie.

Vanuit de tijd dat hij bij het project in Kenia heeft gewerkt weet Frans dat de resultaten van het project goed zijn. Er zijn jongens die weer terugvallen in hun oude leven en weer terugkeren naar de stad. "Je voelt dit al even tevoren aankomen. Ze worden onrustig en je begrijpt dat er iets mis is. Dat is wel heel heftig, want je bent meestal langere tijd met deze jongeren omgegaan en dan moet je ze toch loslaten". Soms komen ze terug met de vraag of ze weer mee mogen doen, maar die vraag wordt nooit ingewilligd omdat men de jongens zoveel mogelijk gemotiveerd wil houden. Aan de andere kant geeft het veel voldoening als jongeren na twee jaar op de farm buiten de stad hebben gezeten weer voor zichzelf kunnen zorgen en aan een nieuw leven kunnen beginnen. Tijdens het verblijf in het centrum mogen ze zo weinig mogelijk contact hebben met hun oude omgeving. "De jongens mogen één keer in het jaar vier dagen naar huis en hun ouders of een ander familielid mogen tweemaal op bezoek komen. Dit wordt gedaan omdat de jongens in de stad anders weer teveel prikkels krijgen om weer het verkeerde pad op te gaan.

Als Frans komend jaar naar Nairobi vertrekt is het de bedoeling dat hij twee dagen in de stad als straatwerker in Kangemi gaat werken en vijf dagen op de Osiligifarm op het platteland. Er zal dan een totaal ander leven aanbrengen voor Frans. Vooral op het platteland is geen internet en "je moet wel een beetje geduld hebben voor je één sms'je kunt versturen". Ook andere 'genoegens' van het westerse leven zal hij moeten missen. Maar voor Frans is dit geen probleem. "Hier staat tegenover dat ik midden in de natuur woon, het werk mag doen wat mijn passie heeft en zebra's en giraffes langs mijn huis zie komen". Hij weet zich door God geroepen voor het werk dat op hem wacht en wil dit dan ook in vol vertrouwen doen. Dit geldt ook voor de bekostiging van zijn werk. Frans krijgt niet betaald voor zijn werk in Kenia. Hij moet daarom van giften leven. De komende tijd zal hij druk in de weer zijn met het werven van sponsors en het opbouwen van een thuisfrontcommissie. Hij heeft berekend dat hij ongeveer vijftienhonderd euro per maand nodig heeft om zijn werk daar te doen. Nairobi staat op de zestiende plaats van de duurste steden ter wereld. Ook zal er een auto moeten komen om heen en weer te reizen tussen de stad en het buitencentrum.

De laatste decennia is de politieke situatie in veel landen in Afrika er niet rustiger op geworden. Frans vertelt dat dit ook geldt voor Kenia. Er vallen regelmatig doden bij aanslagen van strijders van de terreurorganisatie Al Shabaab uit Somalië en ook is de criminaliteit in Nairobi heel groot. Maar dit alles kan Frans er niet van weerhouden om naar Afrika af te reizen "Ik weet zeker dat God wil dat ik er heen ga en ik vertrouw erop dat Hij mij ook daar zal helpen".

Zie ook: www.fransinafrica.com; www.afrilift.com; www.stichtingbaraka.nl

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding