Afbeelding
Foto: Jaap Peeman

Een oud ambacht: de schoorsteen vegen

Als je het woord 'allesbrander' letterlijk opvat, kun je die kachel vullen met alle mogelijke brandstoffen: oude kranten, afgedragen schoenen, lege pizzadozen en melkpakken… Maar echt verstandig is het niet. Schoorsteenveger René de Waal raadt de weinig selectieve stoker aan om alleen hout, kolen en antraciet in de allesbrander te stoppen. Anders koekt de binnenzijde van de schoorsteen veel te veel aan. "Dat is brandgevaarlijk", waarschuwt hij.

René de Waal, inwoner van Oude-Tonge, is 27 jaar geleden min of meer bij toeval schoorsteenveger geworden. Hij had de mavo afgerond, ging naar de meao en kwam er daar in het eerste jaar al achter dat hij van binnen zitten niet gelukkig wordt. Een neef, die werkzaam was als schoorsteenveger, wist hem te interesseren om eens 'mee te lopen'. Dat leidde tot een vakantiebaantje. Het echte vegen was in het prille begin nog niet aan de orde; het werk bestond in de eerste plaats uit voorbereidingen treffen en de rommel opruimen.

Stookgedrag

Als schoorsteenveger zit je zelden binnen achter een bureau, hooguit om de administratie bij te werken. De Waal, eigenaar van erkend schoorsteenveeg- en servicebedrijf 't Eiland, trekt er flink op uit; de schoorstenen die hij moet vegen bevinden zich in een groot gedeelte van Zuidwest-Nederland. "Geen dag is hetzelfde. Elke dag kom je op andere plekken en ontmoet je andere mensen. Dat maakt het werk voor mij interessant. Ja maakt leuke en minder leuke dingen mee als schoorsteenveger. Minder leuk is bijvoorbeeld als er een schoorsteenbrand is en je het verwijt krijgt dat je niet goed geveegd hebt. Bijna altijd ligt het echter aan het stookgedrag en heb ik soms wel vier, vijf jaar achter elkaar gewaarschuwd. Maar als die waarschuwing steeds in de wind wordt geslagen, dan stop ik er een keer mee."

Stookgedrag dat tot problemen kan leiden is bijvoorbeeld: harsrijk dennen-, coniferen- en populierenhout stoken. "Dat voelt plakkerig en het zet zich vast aan de binnenkant van de schoorsteen."

Maar leuke dingen maakt de schoorsteenveger dus ook mee. "Puur de waardering van de klant, in de vorm van een kopje koffie of een fooitje. Vorig jaar kreeg ik een kerstkaart met een briefje van 50 erin, voor de vele jaren van goede service", zegt De Waal, die de klant altijd uitermate beleefd bejegent.

Kraaiennest

Het vegen van het rookkanaal doet hij veelal vanuit de kachel. Met een 20 meter lange flexibele 'stok', aan het uiteinde voorzien van een borstel, krijgt de hele schoorsteen, tot boven aan toe, een reinigingsbeurt. In sommige gevallen kan het niet op die manier. Dan gaat de schoorsteenveger het dak op, om het kanaal van bovenaf schoon te maken. Van boven én van beneden komt ook voor, als er een verstopping is, bijvoorbeeld een kraaiennest. "Dan moet je wel eens een paar keer heen en weer lopen." Van hoogtevrees heeft De Waal geen last, al heeft hij wel eens een angstig moment meegemaakt op een oude boerenschuur met een dak van alleen pannen en latten.

Hij herhaalt het nog maar eens: stook geen harsrijk hout en zeker geen melkpakken, kapotte schoenen et cetera. "De kachel is geen vuilnisvat." Hout dat niet goed droog is, vervuilt de schoorsteen ook bovenmatig. Wél goed – en bij sommige verzekeringsmaatschappijen een vereiste – is de schoorsteen elk jaar laten vegen. "Heb je een rieten kap, dan moet het zelfs twee keer per jaar, of je nu stookt of niet."

René de Waal voelt zich als een vis in het water als hij met zijn werk bezig is. "Het is een oud ambacht. Vies? Ach, het is net als bij een automonteur: je hebt wel eens een zwarte veeg op je gezicht, of je moet wel eens proesten…"

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding