Afbeelding
Foto: Jaap Peeman

Dieren én mensen helpen

Honden, katten, konijnen. Dat zijn vooral de dieren die dierenarts Willemijn Trieller tijdens de spreekuren te zien krijgt. Maar ook wel papegaaien en schildpadden. Eén keer kwam er zelfs iemand met een zieke goudvis naar het spreekuur. "Nee, geen koikarpers. Daar zijn speciale dierenartsen voor." En pas stond er zomaar een baardagaam op de behandeltafel. Het beest, een reptiel, had te kampen met een stuk afgestorven staart. "Best bijzonder. Dat moet je wel even improviseren en puzzelen hoe je de wond dicht kunt krijgen." Met een flink ingekorte staart was het avontuur van de baardagaam weer voorbij.

Willemijn Trieller werkt al tien jaar als dierenarts op Goeree-Overflakkee. We treffen haar in de praktijk te Oude-Tonge, die samen met De Wurft in Sommelsdijk en Dierenartsenpraktijk Ouddorp één organisatie vormt. In totaal telt dit drietal praktijken tien dierenartsen: vier voor grote huisdieren als koeien, paarden, schapen en gieten, en zes voor gezelschapsdieren.
"Ik ben afgestudeerd op herkauwers, maar houd me nu bezig met gezelschapsdieren", zegt de dierenarts die in 2000 diergeneeskunde ging studeren in Antwerpen en deze opleiding afrondde in Gent. "Een hele leuke opleiding", blikt ze terug. "Ook wel pittig, maar vooral doordat er elk jaar meer aandacht voor de praktijk kwam, sprak de studie me erg aan."
Dat ze dierenarts zou worden, wist ze al toen ze nog een klein meisje was. "Dat wilde ik gewoon van jongs af aan. Omdat je met dieren en mensen bezig bent. Een beest kan niet zeggen wat er aan de hand is, dus probeer je er samen met zijn baasje achter te komen. Het is die combinatie die mijn werk mooi maakt: contact met mensen en dieren."

Superspoedgeval
Een werkdag ziet er meestal anders uit dan gepland. "Bij een spoedgeval verandert alles direct. Een aangereden dier gaat altijd voor. Dat komt toch zeker twee of drie keer per maand voor. Een maagdraaiing bij een hond moet je ook gelijk behandelen, anders is het te laat... Dat is echt een superspoedgeval."
Diarree, braken, huidproblemen, jeuk, legnood, botbreuken – de dierenarts krijgt een keur aan kleine en grote gezondheidsproblemen te zien. Ook 'welvaartsziekten' als diabetes en obesitas. "Je ziet obesitas veel ontstaan door de tussendoortjes: een koekje bij de koffie, bijvoorbeeld. Het komt wel uit een goed hart, maar voor de hond of de kat is het niet goed. Als de dieren zwaar worden, krijgen ze vaak ook problemen met de gewrichten." Botbreuken verhelpen gebeurt ook in de praktijk, maar in geval van gecompliceerde breuken volgt, doorgaans een doorverwijzing naar de orthopeed in de dierenkliniek te Roosendaal.

In de meeste gevallen kan de dierenarts uitkomst bieden: dier weer gezond, baasje gelukkig. Maar niet altijd. Soms is het lijden zo groot en zonder uitzicht dat er aan een spuitje niet valt te ontkomen. "Euthanasie is nooit leuk – ik doe liever een keizersnede of het enten van een nest puppy's – maar het is veel erger om een dier te zien lijden. Er komen vaak veel emoties vrij als er afscheid moet worden genomen van een huisdier. Dan neem ik de tijd. Dat mag je niet afraffelen, ook al hoor je soms iemands hele levensgeschiedenis… Ja, dan ben ik wel een soort maatschappelijk werker."

Tips voor baasjes
Tot slot heeft Willemijn, die zelf een kat heeft die nooit wat mankeert, wel een paar tips voor baasjes om hun gezelschapsdieren in goede conditie te houden. "Goede voeding is echt belangrijk. En dat hoeft niet altijd de duurste voeding te zijn. Kijk af en toe of de vacht er goed uitziet en of er geen vlooien en wormen zijn. En: ga lekker wandelen met je hond."

Tekst: Kees van Rixoort, foto's: Jaap Peeman

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding