Afbeelding
Foto:

Klimmen en klauteren
Planten zoeken naar licht

Klim- en slingerplanten filteren veel fijnstof uit de lucht, vormen een rijk leefgebied voor tal van insecten en zijn een nestel-, voeder- en schuilplek voor vogels. Klimplanten zijn van nature lichtzoekers en werken zich op allerlei manieren omhoog naar het licht. Er zijn zelfhechtende klauteraars, slingerplanten en leiplanten die met lange ranken tegen muren, klimsteunen en door bomen en hoge struiken kunnen worden geleid.

De echte alpinisten onder de klimplanten zijn de zelfhechters: klimopsoorten als de hedera en wilde wingerd. Ook de klimhortensia en de trompetklimmers met hun prachtig gele, oranje of rode bloemen horen daarbij. Er zijn ook soorten die zich met blad- of takranken vasthouden. Dat zijn soorten die ook goed tegen een draadwerk groeien, bijvoorbeeld bosranken (clematis), passiebloemen, de prachtrank en de druif of wijnstok.

Soorten

Zeer rijk en vroeg in het jaar bloeien de kleinbloemige soorten als Clematis alpina. De Clematis armandii uit China bloeit met grote trossen geurende, roomwitte bloemen. De winterharde Clematis macropetala heeft violetblauwe bloemen. Het bekendst zijn de vele vormen van Clematis montana (witte bloemen) uit de Himalaya.

Afbeelding