J.H.R. Verboom - Het pad langs de rotsen (4)

De goede meester Berthold voelde zich tamelijk onzeker door de welstand die zo onverwachts hun deel was geworden. Met zijn vrouw en Hans ging hij het renteniershuis met de tuin nog eens bekijken. Hoewel hij regelmatig bij zijn schoonzuster op bezoek kwam, toen zij nog leefde, viel het voor hem nu des te meer op wat een geriefelijke woning zij bewoond had! Moeder Brigitte kon het niet laten om al heel vlug het gehele huis met alles wat er in was, helder en blinkend te maken.
Berthold glimlachte wel eens om die ijver, maar zo was zijn vrouw nu eenmaal.
Met de vrienden in het Bratwurstglöcklein werd op een avond beraadslaagd, hoe Berthold zijn rijkdom het best zou kunnen gebruiken . Zij waren het er allen over eens dat hij zijn handwerk moest opgeven en de grote woning met winkel verkopen om in het renteniershuis aan de Pegnitz een rustige oude dag - zo de Heere hem dat geven wilde - te genieten.
"U kunt dan naar hartenlust lezen en in uw tuin werken" zei de Stadsschrijver. ,,Als u het kapitaal goed belegd zult u er een voldoende inkomen van hebben. Al de vrienden waren het met elkaar eens dat er geen beter oplossing denkbaar was!"
Moeder Brigitte was er direct voor te vinden. Het mooie geriefelijke huis trok haar bijzonder aan.
"Maar Hans?" vroeg ze, ,,wat zeg jij ervan! We hebben samen overlegd dat jij te zijner tijd de opvolger van mijn man zou worden. Dat loopt dan anders!"
Voor Hans antwoord kon geven zei meester Berthold: ,,Daar heb ik ook al over gedacht Brigitte! Eerst zei ik bij mezelf: we moesten maar rustig in de schoenmakerszaak blijven totdat Hans de meesterstitel verworven heeft. Het zal echter nog enige tijd duren voor hij zover is. En ik voel aan mijn lichaam dat het beter zal zijn als ik met werken ophoud. Daarom, hoe node ik Hans laat trekken, meen ik dat het een aanwijzing van boven is, dat Hans er nu de tijd van neemt en in deze zomer naar zijn geboortedorpje reist om te zien of hij zijn zusjes vinden kan. Laten we hopen dat de Heere zijn weg besturen wil. En daarna kan hij in ons goede Neurenberg terugkomen om zich voor de meesterstitel bij de Gildemeesters aan te melden. Geld hebben we nu genoeg. Als hij de meesterstitel verworven heeft kunnen we altijd nog een zaak voor hem kopen of eventueel een winkelhuis waarin hij een eigen bedrijf beginnen kan. Wat denken jullie van dit plan?"

Bij Hans schoten de tranen in de ogen. Hij had meester Berthold wel willen omhelzen van blijdschap. Zijn lang gekoesterde wens zou nu toch in vervulling gaan zonder dat hij de goede meester Berthold in de drukke schoenmakerij alleen achter zou laten.
,,U bent bijzonder goed voor mij", bracht hij er stamelend uit. "Dat is het nu juist wat mij veel strijd heeft gekost. Ik kon de gedachte niet verdragen u te verlaten, omdat ik zoveel van u beiden houd en niet ondankbaar wilde zijn en toch word ik zo onweerstaanbaar naar mijn dorpje getrokken. Het was allemaal zo moeilijk. U bent ziekelijk en wordt al oud. Het zou schandelijk ondankbaar geweest zijn u te verlaten, terwijl u mij als een ellendige zwerver van de straat hebt opgeraapt en als een vader en moeder voor mij geweest bent. Maar ik wil toch zo gaarne Gretchen gaan zoeken. Die gedachte laat me dag noch nacht met rust. Ik weet dat reizen in deze tijd heel gevaarlijk is, maar het is toch ook laf om Gretchen in de armoe te laten verkommeren, temeer daar Klaus Adenauer verteld heeft dat ze nog leefde."
Berthold zijn gemoed schoot ook vol! terwijl moeder Brigitte opeens iets heel nodigs in de keuken moest beredderen. Daar liet ze haar tranen de vrije loop. De veranderingen kwamen ook zo onverwachts!
Maar nadat ze allen tot kalmte gekomen waren begon meester Berthold met Hans uitvoerig over zijn reisplan te spreken. Ze zouden samen de eerstvolgende maandagavond de vrienden in het Bratwurstglöcklein raadplegen hoe Hans het beste reizen kon. ,,Samen weten we meer dan alleen!" meende meester Berthold. ,,Ik heb nog een goede handleiding in mijn bezit waarop de route staat aangegeven van stad tot stad. Die kun je ook meenemen Hans!"

Zo ging men die avond, vervuld van de grote veranderingen welke op komst waren, ter ruste. Voor Hans betekende dit dat hij nieuwe gevaren tegemoet zou treden. Daar schrok hij soms, nu de verwezenlijking van zijn lang gedroomde wensen zo nabij kwam, wel van terug. Maar dan kreeg de vreugde dat hij Gretchen en Gundel kon gaan zoeken weer de overhand. Bovendien kon Klaus op het onverwacht terug komen…

In de weken die Hans nog restten voor hij vertrekken zou, hielp hij in de avonduren de verwaarloosde tuin opknappen. Hij spitte de bodem om en herstelde met behulp van een oude timmerman de vervallen schuur. Hij voorzag wel dat de goede Berthold in de schuur mening uurtje slijten zou dicht bij de oever van de Pegnitz. Voor het bouwsel timmerde hij een bank opdat de meester daar met zijn boeken en schrijfgereedschap zou kunnen zitten als het warme voorjaar kwam.
Vroeger had tante zeker ook nog kippen gehouden, het nachthok was er tenminste nog, maar de ren had men in de loop der tijden blijkbaar afgebroken. Met weinig kosten bouwde de timmerman een nieuwe ren terwijl hij het nachthok van een ruimte deur voorzag. Moeder Brigitte was heel erg in haar schik toen ze de vorderingen zag. Ze hield wel van dieren, en kippen vond ze dankbare beesten. De eieren kon ze heel goed gebruiken, was het niet voor haar eigen gezin, dan om anderen blij mee te maken.