Boom nummer drie staat op omvallen.
Boom nummer drie staat op omvallen. Foto:

De bever knaagt ook op Flakkee

De bomen staan of stonden in de tuin van Sylvia Verwijs, die grenst aan het kilometerslange kanaal naar de haven van Dirksland. "Tussen het kanaal en het Haringvliet is geen open verbinding, er zit een gemaal tussen. Dat zou betekenen dat de bevers over land zijn gekomen. Ze schijnen op trektocht te zijn, want ze zijn ook gesignaleerd in Stellendam en Ouddorp", vertelt Sylvia. Ze heeft gehoord dat er op Tiengemeten beverburchten zijn gebouwd en dat de dieren ook actief zijn in de buurt van het Havenhoofd van Middelharnis. "Als er dan jongen komen, gaan die op den duur op stap om een eigen plek te zoeken."

Door Kees van Rixoort

Op een presenteerblaadje

Eind november deden de eerste knaagverschijnselen zich voor in de tuin van de familie Verwijs. De stam van de boom die inmiddels verdwenen is had een inkeping in de bekende V-vorm. "Het kan haast niet anders of dat was het werk van een bever. Toen het hard ging waaien, ging de boom om. De stam was bijna doorgeknaagd. Daarna begonnen ze aan boom nummer twee. Die ging ook om. En nu is de derde knotwilg aan de beurt. Tja, die bomen staan hier wel op een presenteerblaadje, zo langs de waterkant."

Er staan nog wat knotwilgen in de tuin, maar dan wat verder bij het water vandaan, bij de oprit. Die hebben de knagers nog niet ontdekt. Of ze staan te ver weg. Wat dichterbij het water is een boomgaardje met fraaie fruitbomen. Die zullen de bevers in ieder geval niet te grazen kunnen nemen, want de stammen van die bomen zijn beschermd met gaas. Tegen de knaaglustige schapen die er rondlopen, maar nu in één moeite door ook tegen bevers.

Sylvia en haar echtgenoot hebben de bevers niet gezien, waarschijnlijk omdat de dieren vooral in de nachtelijke uren op pad gaan. Wel hebben ze een keer vreemde geluiden gehoord, "alsof een paar grote vogels aan het vechten waren". Maar of dat bevers waren, is niet duidelijk. "Heel bijzonder dat je hier in je achtertuin bevers hebt", vindt Sylvia. "Maar wel jammer van die knotwilgen."

Gekoloniseerd

Als Leo Linnartz, die als ecoloog ook actief is voor Vereniging Natuur en Landschap Goeree-Overflakkee (NLGO), de foto's van de knaagsporen bij het Sas van Dirksland ziet, heeft hij geen enkele twijfel. Dit zijn beveractiviteiten. Hij vertelt dat de bever bezig is met een indrukwekkende opmars. Sinds het uitzetten van bevers uit Oost-Europa in onder meer de Gelderse Poort en de Biesbosch, groeit het territorium. Het rivierengebied is van twee kanten gekoloniseerd en de bever is vanuit de Biesbosch ook naar onder andere de Hoeksche Waard en Tiengemeten getrokken. Van daar is het niet ver meer naar Goeree-Overflakkee.

"In de Hoeksche Waard zitten al langer bevers", vertelt Linnartz. "Rondom aan de oevers. Vóór die tijd was er buiten de Biesbosch maar één, aan de Oude Maas bij Rhoon. De afgelopen tien jaar is de kolonisatie vanuit de Biesbosch snel gegaan. Via de getijdenrivieren gaat de bever naar Dordrecht, de Hoeksche Waard en Brabant. Daar vindt hij een vergelijkbaar landschap: zoetwatergetijdengebied met grienden. Hij komt zwemmend, maar ook over land."

In de Hoeksche Waard zouden al meer dan twintig beverburchten zijn gebouwd. Een burcht moet aan diep water liggen, met de ingang onder water, zodat de bever naar binnen kan zwemmen en geen last heeft van roofdieren als de wolf. Binnen is de burcht droog. Meestal woont er een beverfamilie in: vader, moeder en een paar kinderen. Op een gegeven moment slaan de jonge bevers hun spreekwoordelijke vleugels uit en gaan ze op zoek naar een eigen territorium. Dat verklaart de kolonisatie, die nu ook op Goeree-Overflakkee is te zien.

Eerste sporen

"Via het Hollandsch Diep zijn er bevers in het Krammer/Volkerak terechtgekomen. Een jaar of drie, vier geleden zagen we de eerste sporen op Goeree-Overflakkee. Ze zaten in het havenkanaal van Ooltgensplaat en zelfs hier in onze achtertuin." Linnartz woont aan de Molendijk in Ooltgensplaat, achter zijn huis is het spui van de Plaatse haven. "Vanaf het water was het overduidelijk te zien dat de wilgen waren aangevreten. Ik denk dat het een zwervend dier is geweest. Waarschijnlijk door de drukte van mensen en honden is hij weer vertrokken. Op de Hellegatsplaten is nu misschien nog een bever."

Goeree-Overflakkee is niet gemakkelijk bereikbaar voor bevers. Ze moeten door sluizen of over een snelweg om toegang tot het eiland te krijgen. De noordzijde van Flakkee is beter bereikbaar, via het Haringvliet. "Op Tiengemeten zijn ze ook. Van daar is het alleen maar even oversteken."

Toch zijn er nog relatief weinig signaleringen van bevers op Goeree-Overflakkee. Linnartz schat dat er in totaal niet meer dan vijf zijn. Van zout water houden ze niet, dus hoe meer naar het westen hoe minder kans dat je een bever aantreft, zeker als straks de Haringvlietsluizen op een kier gaan en het water zouter zal worden. "In de toekomst kan de bever op tal van plekken op het eiland verschijnen, vooral op oeverlanden waar ook bomen staan, en in grotere kreken met natuurvriendelijke oevers. Vijf tot tien burchten kunnen we op termijn wel verwachten."

Ideale leefomgeving

Volgens Leo Linnartz is dat een goede ontwikkeling voor de natuur. Als een bever zijn territorium, dat hij deels onder water zet door dammen te bouwen, heeft leeg gegeten, dan trekt hij verder. Op het gebied dat achterblijft, gaat weer van alles groeien, ook bomen, waardoor een ideale leefomgeving ontstaat voor bijvoorbeeld vogels, amfibieën en libellen. "Zonder bevers heb je alleen gesloten bos. Maar nu krijg je open plekken die langzaam weer dichtgroeien. Die barsten van het leven."

Het enige nadeel kan zijn dat de wilgen in je tuin om worden geknaagd. Of je boomgaard. Maar dat is eenvoudig te voorkomen met een stuk gaas om de stam.

Uitgestorven en weer uitgezet

In de Romeinse tijd en de Middeleeuwen telde het huidige Nederland veel bevers. Door intensief jagen – voor het vlees en de pels – volgde uitroeiing. in heel West-Europa. "De bever werd gegeten", zegt Leo Linnartz. "Hij is ook niet echt moeilijk te vangen. Bevers zijn een beetje kippig…" Een volwassen dier kan met ongeveer een halve meter lengte wel 35 kilo wegen, en heeft dus veel vlees aan zijn lijf. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn Oost-Europese bevers uitgezet in Nederland.

Een bever eet boomschors – bij voorkeur van wilgen en populieren, maar ook de bast van fruitbomen, eiken en elzen vinden ze lekker –, twijgen, bladeren en – in de zomer – kruiden. Als het gaat vriezen, zorgt het knaagdier voor een voorraad takken, die hij onder water bewaart. Een volwassen bever eet dagelijks met gemak 2,5 kilo schors en bladeren. Het dier is vooral 's nachts actief. Zo hoopt hij te voorkomen een prooi te zijn voor een wolf. Met wat geluk zijn bevers in de ochtend- of avondschemering te zien. Soms is er een harde klap te horen, als ze alarm slaan met hun staart op het water. "Bevers zijn niet gevaarlijk," zegt Linnartz. Lachend: "Alleen als je een houten been hebt…"

Andere 'vreemdelingen'

Volgens Leo Linnartz is de bever niet de enige 'vreemdeling' op Goeree-Overflakkee. "Er is enige tijd 'anderhalve vos' in het gebied geweest. Pas zag ik nog een doodgereden vos langs de Langeweg naar Ooltgensplaat." Andere dieren die naar verwachting naar het eiland zouden kunnen komen zijn de steenmarter, de boommarter, de das, die leeft in de Slikken van Heen en op de Brabantse Wal, en het damhert.

Sylvia Verwijs tussen de verdwenen en aangevreten knotwilgen.