Hannesen

"Eerst moet je mij eens vertellen wat er met je fiets is gebeurd?" Als ik bij de fietsenmaker mijn fiets op ga halen kijkt hij me doordringend aan. Er schieten een heleboel smoesjes door mijn hoofd, maar na een korte aarzeling zeg ik de waarheid: "Ik heb er zelf een nieuwe achterband om gelegd, maar daarna kreeg ik de versnelling niet meer aan de praat."

"Ik heb me echt rot lopen tobben," zegt de fietsenmaker. "Ik ben er uren aan bezig geweest, maar uiteindelijk moest ik er toch een nieuw wiel inzetten. Er klopte niks van." Ik kan wel door de grond zakken en mompel een keer of tien sorry in verschillende toonaarden. "Volgende keer moet je er niet meer zelf aan gaan rommelen, maar gelijk naar mij toe komen." Met rode wangen schud ik hevig. Eerst nee, van ik ga er niet meer zelf aan rommelen. En vervolgens ja: volgende keer kom ik gelijk naar de fietsenwinkel.

Het is al een flink aantal maanden geleden dat ik de band verwisselde. Sindsdien kon ik alleen maar meer in zijn één fietsen, terwijl er officieel zeven versnellingen op de fiets zitten. Zeker als ik haast had maalden mijn benen idioot in het rond om nog een klein beetje tempo te maken. De zes kilometer naar mijn werk duurde desondanks al snel vijf minuten langer dan met een goede fiets. Toen ik met een rood hoofd idioot stampend op de pedalen een groepje jongens inhaalde riepen ze: "Heb je xtc geslikt?" Het antwoord is nee, ik probeer een afgang in de fietsenwinkel zo lang mogelijk voor me uit te duwen.

Als ik bij de fietsenmaker mijn portemonnee trek zegt de man: "Nu komt het pijnlijke moment, zegt een klant van mij altijd." Ik denk dat die klant nooit zelf aan zijn fiets heeft lopen hannesen, want dan zou hij weten dat het afrekenen het minst pijnlijke moment kan zijn van een bezoek aan de fietsenmaker.

COLUMN MARTIJN DE BONTE