Moddermeisjes aan het werk.
Moddermeisjes aan het werk.

Ode aan de moddermeisjes

Watersnoodramp 841 keer gelezen

GOEREE-OVERFLAKKEE - Na de watersnoodramp moest er worden opgeruimd. Veel mannen uit de dorpen staken de handen uit de mouwen en ze werden hierbij geholpen door vrijwilligers en militairen. Maar er was nog een groep die kwam helpen: De Colonne van Vrouwelijke Vrijwilligers. In groten getale kwamen ze naar ons eiland. Gekleed in overalls en kaplaarzen en gewapend met bezems, emmers en dweilen. Vanuit alle uithoeken van het land kwamen ze. Uit Bergambacht, Berkenwoude, Leiden, Haarlem. Met goede moed hadden ze zich aangemeld om alle modder uit de in stand gebleven huizen te poetsen en bruikbare spullen weer nieuw leven in te blazen. Liefkozend werden ze ‘de moddermeisjes’ genoemd.

Door Mirjam Terhoeve

Veel jonge vrouwen reageerden op de landelijke oproep om de dorpen op de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden schoon te maken. Ze zouden twee weken intern op de eilanden verblijven en daarna worden afgelost door de volgende ploeg. Vanuit alle hoeken van het land kwamen ze naar onze regio. Eenmaal hier zagen ze de impact van de watersnoodramp. De ondergelopen polders, de verwoeste huizen, drijvend huisraad en vrachtwagens met kadavers. Het maakte diepe indruk, maar deed niet af aan het gemoed om flink aan te pakken. Een moddermeisje vertelde in een interview: “Ik herinner me die oproep en met zes jonge meiden vertrokken we begin maart 1953 vanuit Bergambacht naar Den Bommel. We kregen een hoofddoek, een band voor om de arm, een overall en verschillende waarschuwingen. De woningen waren al voor een groot deel droog gemaakt, maar toch trof je overal vuil en dikke lagen modder aan. We moesten vooral dweilen en schrobben. Dat gebeurde in een flink tempo. Je had twee dagen om een woning weer toonbaar te krijgen.” (Tekst loopt door onder de foto)


Diepe indruk

Leiden had via het Rode Kruis Nieuwe-Tonge geadopteerd en stuurde 20 dames naar dit dorp. Eén van hen: “Bij aankomst kregen we ieder twee overalls, kaplaarzen, een hoofddoek, bezem, een 12 literemmer en een grote schop. We kregen bovendien nog voorlichting van een arts. Die benadrukte dat we geen aanleiding aan mannen mochten geven, die daar veekadavers aan het ruimen waren. We werden ondergebracht in een oudeliedenhuis op de dijk. Toen wij kwamen, was veel losse huisraad al weggehaald. De waterleiding functioneerde niet, dus we haalden water uit de gracht om schoon te maken. Je kwam ook schrijnende dingen tegen, zoals kinderspeelgoed. Toch ben ik blij dat we een kleine bijdrage aan het herstel konden leveren. De Watersnoodramp heeft een enorme indruk op me gemaakt. Meer nog dan de Tweede Wereldoorlog. Hier was ik meer bij betrokken.”

Enorm contrast

Oude-Tonge werd geholpen door Haarlemse moddermeisjes. Eén van hen schreef in haar dagboek: “We wisten niet wat ons te wachten stond, maar hoe dichter we de eilanden naderden, des te meer ellende wij zagen. Overal ingestorte huizen, drijvend huisraad, vrachtwagens met kadavers. Soms ging de rit over een stuk dijk wat bestond uit zandzakken. We schrokken ervan en het drong langzaam tot ons door wat een ramp zich hier had afgespeeld. In Oude-Tonge was de ravage compleet. Wat een puinhoop. Er was genoeg te poetsen. ’s Avonds na het werk wasten we ons eerst met lysolwater vanwege besmettingsgevaar. Het hele dorp stonk ernaar. Regelmatig zagen we een stoet voorbijkomen, als er weer iemand gevonden was. Het was twee weken hard werken, daarna werden we afgelost. We hadden nog wel willen blijven, er was nog zoveel te doen. Onderweg naar huis kwamen we weer in de gewone wereld. Een wereld waarin het groen was en het lente werd, waar lammetjes liepen en waar de straten, de huizen en de gordijnen schoon waren. Een enorm contrast met het getroffen gebied.”

Op 9 juni 1953 kregen ontvingen duizend moddermeisjes in het Kurhaus in Scheveningen een herinneringsspeld.

In Oude-Tonge schreef juffrouw Vrijmoedt een lied over de moddermeisjes. Het werd gezongen door de leden van de gidsenclub Marie St. Claire. Mevrouw Jo van Kampen had het lied nog in haar bezit en kent zelfs de melodie nog. Ze wilde het graag met ons delen.

(Bronnen: Algemeen Dagblad, Het Kontakt, Geschiedenis van Zuid-Holland).

Het lied van juffrouw Vrijmoedt.

Uit de krant