Marten Annema tijdens het veldsymposium (Foto: Rolf Roos).
Marten Annema tijdens het veldsymposium (Foto: Rolf Roos).

Terreinbeheerder Annema neemt afscheid van waterwingebied vol biodiversiteit

Algemeen 444 keer gelezen

GOEDEREEDE – Waterwinning en gevarieerde natuur zijn prima te combineren. Als je natuurbeheer maar goed doordacht is. In het waterwingebied Middel- en Oostduinen is dat het geval. De vormgever van het natuurbeheer in dit gebied op Goeree is Marten Annema, die er 42 jaar terreinbeheerder was. Hij bundelde zijn kennis in een boek en ging vorige week donderdag met pensioen.

Door Kees van Rixoort

Zijn afscheid bestond uit twee delen: de overhandiging van het boek ‘Het vroon ontrafeld’ aan wethouder Tea Both en een veldsymposium in het waterwingebied zelf. Aanvankelijk zouden de boekpresentatie en het symposium in het voorjaar plaatsvinden, toen de orchideeën bloeiden, maar dat viel in het water vanwege de coronamaatregelen. Nu, in september, was het mogelijk: in de buitenlucht achter het Pompstation van waterbedrijf Evides, met strikte inachtneming van de sociale afstand van anderhalve meter.

Vasthoudendheid

“In het boek van Marten is al zijn kennis, opgedaan tijdens 42 jaar terreinbeheer, opgeschreven om die over te dragen”, zei manager Henk Ketelaars van Evides. Hij memoreerde dat het samenstellen en schrijven van het boek, waarbij ook André Jansen en Camiel Aggenbach betrokken waren, een enorme klus was, die jaren duurde. Dat ‘Het vroon ontrafeld’ er is gekomen, is volgens Ketelaars te danken aan Annema’s vasthoudendheid en doorzettingsvermogen.

Eigenschappen die de terreinbeheerder in zijn werk in de Middel- en Oostduinen ook goed van pas kwamen. De aandacht voor natuurwaarden was in 1978, toen Annema begon, onderontwikkeld. Het waterwingebied verdroogde in de jaren 50 en verruigde en verschraalde in de decennia daarna. Dat laatste vooral door het infiltreren van voedselrijk water. Onder andere door beweiding, het finetunen van het waterpeil en de infiltratie met gefilterd water, wist het waterbedrijf het tij te keren Daartoe aangespoord door Annema, die aanvankelijk een eenzame strijd voerde om het gebied op een andere manier te beheren. Na verloop van tijd verdween de eenzijdige duinvegetatie en ontstond er een gevarieerd landschap met kalkrijke en kalkarme delen, duinvalleien, struwelen en bos: de natuur herstelde zich.

En dat was te zien tijdens het veldsymposium, al is september daarvoor misschien niet de meest ideale maand. Op vijf plaatsen in het waterwingebied was er uitleg te horen over de flora, de fauna, de beweiding, de rol van kalk en de waterwinning, stuk voor stuk onderwerpen die uitgebreid in ‘Het vroon ontrafeld’ aan de orde komen.

Soortenrijkdom

“Het gebied heeft een complete metamorfose ondergaan”, zei coauteur André Jansen. “Er was veel zandzegge en strandkreek: weinig kleur, weinig bloei.” Beweiding door schapen en runderen speelde een rol bij het stoppen van de verruiging en het stimuleren van de groei en bloei van tal van plantensoorten, die ook weer insecten en andere fauna naar het gebied lokten. “Er is een grote soortenrijkdom hier.”

Jansen, die ook de mossen en paddenstoelen noemde, vertelde dat het om ongeveer 80 soorten uit de rode lijst gaat. “Er bloeiden op een gegeven moment nog één of twee rietorchissen, nu zijn het er honderdduizenden.” Te zien waren de parnassia, die er tien jaar over heeft gedaan om terug te keren, en de veldgentiaan.

Op een andere symposiumplek was te horen dat een emmer drinkwater in 1853, toen Amsterdam de eerste openbare drinkwatervoorziening in Nederland kreeg, 1 cent kostte en dat die prijs in 2020 nog steeds 1 cent is, zij het een eurocent.

Maar de uitsmijter tijdens het veldsymposium was afkomstig van scheidend terreinbeheerder Marten Annema zelf. Hij constateerde dat de broedvogelstand in de Middel- en Oostduinen een wisselend beeld laat zien: met de kleine karekiet en de gans gaat het goed, met de graspieper en de veldleeuwerik redelijk, maar bijvoorbeeld de populatie eenden en fazanten is drastisch afgenomen. Predatoren als haviken, vossen, steenmarters, bunzings, hermelijnen en verwilderde katten zijn daar deels verantwoordelijk voor. Annema: “Willen we de bodembroeders houden, dan moeten we iets doen. De verhouding tussen predatoren en prooidieren is uit verhouding door ons. Wij moeten de kwetsbare soorten beschermen door onder andere de vos en de havik te bestrijden.”

Niet eentonig

“42 jaar werken in één gebied, is dat niet saai, wordt dat niet eentonig?”, stelde de terreinbeheerder in zijn afscheidsspeech. Het antwoord was een volmondig nee. “Ik ga graag de diepte in om te proberen de processen te begrijpen. Dat is echt mijn ding, en daar heb je een lange periode voor nodig.”

Het tastbare resultaat is er: ‘Het vroon ontrafeld’. Wethouder Tea Both noemde dat “een prachtig boek en een prachtige erfenis voor de toekomst”. Ze roemde de biodiversiteit die tot stand is gekomen in gebied dat geen grote bekendheid geniet. “Een verscholen gebied. Dat mag deels zo blijven: je hoopt niet op grote hordes mensen op zaterdag en zondag. Tegelijkertijd wens je dat mensen genieten van dit gebied, waar je de effecten ziet van een heel ander beheer.”

Uit de krant