Maria Vroegindeweij (Foto: Klazina de Bakker).
Maria Vroegindeweij (Foto: Klazina de Bakker).

Maria Vroegindeweij: “Ik wil dementerende ouderen een stem geven”

Algemeen 1.328 keer gelezen

MIDDELHARNIS - Maria Vroegindeweij wist zeker dat ze nooit met ouderen wilde gaan werken. Tot ze een stageplek in een verzorgingstehuis kreeg, waar ze vervolgens vakantiewerk deed. Daar ontdekte ze haar liefde voor de ‘oudjes’. Die liefde spat van de bladzijden van haar dagboek, dat ze bijhield toen de woongroep in Nieuw Rijsenburgh, waar zij als verzorgende werkt, hard werd getroffen door het coronavirus. Openhartig geeft ze een inkijkje in het leven van de dementerende ouderen en vertelt ze wat het betekent om in deze tijd met hart en ziel zorg te verlenen. De cursieve teksten zijn passages uit haar dagboek.

Door Klazina de Bakker

“Ik koos voor een zorgopleiding, omdat ik eigenlijk kraamverzorgster wilde worden. Dat ben ik ook even geweest. Toch bleek mijn hart bij de ouderen te liggen. Zij hebben al zoveel achter zich liggen. Die levenservaring heeft hen wijs gemaakt en dat roept respect bij mij op. Toen de eerste cliënt bij ons ziek werd, hadden we nog geen idee van de rollercoaster die voor ons lag. Toch had ik onbewust het gevoel dat het heftig zou gaan worden en daarom begon ik vanuit een soort innerlijke drive te schrijven. Dat helpt om mijn gedachten en emoties beter te kunnen plaatsen.”

In haar dagboek beschrijft Vroegindeweij hoe de woongroep opvang biedt aan psychogeriatrische cliënten van de locatie, die besmet zijn met Covid-19. “Voor mensen met dementie is het een verwarrende situatie. Alles is opeens anders. We kunnen ze wel uitleggen wat er aan de hand is, maar de meeste zijn het na vijf minuten alweer vergeten. Vooral het feit dat ze niet naar buiten mogen, roept bij velen onbegrip op. Ze kunnen daar zó boos om worden. Toch blijken sommige dementerende ouderen wel degelijk te onthouden wat de reden van al die maatregelen is. Zo vroeg een bewoonster waarom haar zoon al zo lang niet op bezoek kwam. Ze werd meteen door een medebewoner uit de droom geholpen: ‘Dat komt omdat je dat virus hebt!’ Dat is het mooie bij mensen met dementie. Ze winden er geen doekjes om en zeggen gewoon de waarheid.”

Een andere bewoner, die (nog) niet ziek is wil pertinent naar buiten. Ze is voor geen enkele rede vatbaar en slaat alles in de wind van wat we zeggen. Cliënten mogen niet naar buiten, dat is het beleid, ook niet in de binnentuin. Haar stemvolume neemt toe en ze wordt steeds bozer. Maar we blijven er bij dat dit echt niet kan, zeker niet vanuit ónze woongroep. Uit verweer vertrekt ze naar haar kamer, waar ze boos op haar bed gaat liggen.

“Vanaf de eerste besmetting werkten mijn collega’s en ik met beschermende middelen: pak, mondkapje, bril en handschoenen aan. Inmiddels hebben we zelfs operatiepakken tot onze beschikking. De beslissing om cliënten met corona te clusteren op onze woongroep, is goed geweest. Zo kon verdere verspreiding van het virus binnen Nieuw Rijsenburgh worden ingedamd.” Toen er meer maatregelen nodig waren om de kans op besmetting te verkleinen en te voorkomen, werden de positief geteste cliënten tijdelijk verhuisd naar een locatie in Vlaardingen. “Hoewel ik dat eerst heel moeilijk vond, begreep ik wel dat het een juiste keuze was. Ik heb daar met mijn collega’s een aantal diensten gewerkt. Zo zagen de bewoners toch een vertrouwd gezicht, al was het achter een mondkapje. Daarnaast deed ons Flakkeese dialect wonderen. Gelukkig knapten veel cliënten uit Nieuw Rijsenburgh op en konden daarom weer naar Sommelsdijk komen.”

Eén van de bewoners vraagt met een vragende blik: ‘waarom zie je er zo uit, met dat gekke ding op je gezicht’. Ze lijkt het enigszins te begrijpen wanneer ik de situatie uitleg met zo weinig mogelijk woorden. Gelukkig gaat ze rustig slapen, want het enigste wat ze eigenlijk wil is naar haar man. Deze zit elders in het huis, op een appartement.

De beschermende middelen zijn noodzakelijk, maar niet prettig om mee te werken. “De nylon pakken ademen nauwelijks, waardoor het zweet soms uit mijn mouwen loopt. Daarnaast beslaat m’n beschermingsbril constant door mijn adem, die via het mondkapje naar boven gaat.” Toch heeft de verzorgende er geen moeite mee. “Ik ga nog steeds graag naar mijn werk, hoewel ik er soms best even doorheen zit. Het verzorgen van ouderen met corona brengt de nodige werkdruk met zich mee. Toch hebben we bijna alle diensten met ons eigen team weten in te vullen.” Tussen het werk door krabbelde Vroegindeweij steeds snel wat aantekeningen neer over mooie of moeilijke dingen, die ze later in haar dagboek wilde verwerken. “Soms schoof ik na een dagdienst nog snel achter de laptop om alles ‘uit mijn hoofd’ te schrijven. Soms duurde het ook een paar dagen voor ik de rust ervoor had. Ik stuurde mijn dagboekverslagen door naar mijn familie en collega’s. Niet om mijn eigen verhaal te vertellen, maar om de dementerende ouderen een stem te geven. Om te laten zien hoe moeilijk deze tijd voor hen is. Ik kreeg veel positieve reacties. Mensen werden geraakt door de werkelijkheid, die ik in mijn dagboek beschrijf. Ik heb niets mooier gemaakt of aangedikt. Dit is het echte beeld van een woongroep met dementerende ouderen in de coronatijd. Het dagboek eindigt op Koningsdag, 27 april, als we weer met voorzichtige hoop vooruit kunnen kijken.”

Vaak is het niet eens het grote, maar zoiets kleins als scheren, of tanden poetsen, een slokje van dit, een hapje van dat, een handmassage, haren wassen met de shampoo caps…..Dát maakt het leven zo plezierig, als daar aandacht voor is. En ze zijn het waard, onze lieve oude mensjes op de woongroep.

“Ik merk dat het dagboek mij helpt om alle gevoelens die loskomen te verwerken. Soms lees ik terug wat ik heb geschreven over het verdriet om een overlijden of een ander moeilijk moment. Door die woorden te herlezen, gaan de scherpe randjes van de emotie af. Ook van mijn collega’s hoor ik dat het dagboek hen helpt om alles wat er om ons heen gebeurt een plekje te geven. Daarnaast worden mensen die meer buiten de zorg staan, geraakt door het dagboek. Ze gaan op een andere manier naar dementerende ouderen kijken en beseffen beter welke realiteit daar achter schuilgaat.” Het dagboek vloeide bijna moeiteloos uit haar pen. Behalve de grappige dingen. Daar moest ze wat langer over nadenken. “Soms heb ik met collega’s een bepaalde ‘zorghumor’. Wij kunnen daar samen erg om lachen, maar het is best een uitdaging om de grap duidelijk te maken aan buitenstaanders. Toch zit die humor er zeker in. Ook dat is een onderdeel van de dagelijkse zorg aan dementerende ouderen.”

We geven extra zorg, ook extra aandacht omdat ze die van de familie moeten missen nu. Mijn collega zingt met een cliënt die behoorlijk ziek is van het virus: Als g’in nood gezeten, geen uitkomst ziet, wil dan nooit vergeten, God verlaat u niet…zo ontroerend.

De eindigheid van het leven is in deze periode voelbaar dichtbij. “Mijn collega’s en ik zijn zo dankbaar dat we, al voor mensen terminaal werden, familie mochten toelaten, al was het maar één persoon tegelijk met pak, bril en mondkapje. Dat is heel belangrijk voor de persoon zelf, maar zeker ook voor de familie. Juist in die tijd kun je nog zoveel waardevolle momenten met elkaar beleven. Als collega’s heb je nauw contact met de cliënten en hun families. Daarom is het erg fijn als wij afscheid kunnen nemen nadat een cliënt is overleden. Dat gebeurt niet altijd. Wat mij bijblijft is het overlijden van een bewoonster, waar we allemaal een bijzondere band mee hadden. Dat veroorzaakte echt verdriet. Bij de uitvaart stonden we met alle betrokken collega’s bij de ingang van de begraafplaats. Op het moment dat de rouwauto aan kwam rijden, legden we onze hand op ons hart, als eerbetoon aan deze bijzondere dame. Dat was zowel voor ons als voor de familie een emotioneel moment, een allerlaatste afscheid.”

Ik doe een appje naar mijn familie of ze willen bidden om bescherming voor mij maar ook voor mijn collega’s en onze gezinnen. We beseffen dat we een groot risico lopen en dat er een reële kans bestaat dat we het virus allang hebben opgelopen en/of meegenomen naar huis. Dit ook omdat de cliënten niet in quarantaine te houden zijn.

“Toen duidelijk werd dat we op onze woongroep met corona te maken hadden, heb ik mijn familie gevraagd te bidden om bescherming van mij, mijn collega’s en onze gezinnen. Die gebeden hebben ons gedragen, zo hebben we dat echt ervaren. We kregen kracht om ons werk te doen en, heel bijzonder, niemand van ons is besmet geraakt met corona. Eigenlijk is dat onmogelijk, zeker als je de verhalen om je heen hoort en leest. We zien Gods hand hierin, Hij zorgt voor ons. Of ik anders naar de zorg ben gaan kijken? Dat niet, al heb ik wel gemerkt dat het medische aspect en de terminale zorg mij erg aanspreken. Ik hoop zo dat deze anderhalve meter geen langdurig effect zal hebben op de zorg en de welzijnsactiviteiten. Dementerende ouderen hebben echt een knuffel en een arm om hen heen nodig. Daarom wil ik hun stem laten horen, om de wereld te laten weten hoe waardevol en bijzonder ze zijn.”

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Uit de krant