De beheerders Bert Kamp (links) en Toon Pollemans tussen de vogels.
De beheerders Bert Kamp (links) en Toon Pollemans tussen de vogels.

Bontgekleurde luchtmacht bewoont bezienswaardige volière in Oude-Tonge

Algemeen 1.370 keer gelezen

OUDE-TONGEEr is net een vogel ter wereld gekomen. Het is een valkparkiet. Een piepkleine vogel op het bleke stro van zijn nestje. Onwennig kijkt hij de wereld in. Gezinsuitbreiding in de dorpsvolière van Oude-Tonge; de beheerders Toon Pollemans en Bert Kamp kijken er tevreden naar. Het gefladder en gefluit, toch al prominent present, zal verder toenemen.

Tekst en foto: Kees van Rixoort

De volière tussen Grijsoord en Kolfweg is iets bijzonders. “Een unicum”, vinden Pollemans en Kamp. Er zijn in heel Nederland namelijk maar twee of drie vergelijkbare volières. Particuliere vogelkooien genoeg, maar als openbare voorziening in een dorp of stad komen ze zelden voor.

Oude-Tonge heeft de volière te danken aan waterschapsopzichter en vogelliefhebber Heijboer. Een jaar of vijftig geleden kon hij zijn droom verwezenlijken. De gemeente stelde grond beschikbaar en Heijboer en zijn kompanen gebruikten hun vrije tijd om het 26 meter lange gebouw steen voor steen op te bouwen. De vogelvereniging verzorgde de vogels en hield de volière schoon.

Nieuw onderdak

De vogelvereniging van Oude-Tonge bestaat niet meer. Het beheer van de volière is al weer vele jaren in handen van een heel klein aantal liefhebbers, die ook het bestuur van de Stichting Volière Oude-Tonge vormen. Zij hebben een veel groter gebouw onder hun hoede dan de basis die Heijboer realiseerde. De volière is namelijk jaren geleden uitgebreid: naast de dertien binnenrennen kwamen er dertien buitenrennen bij. Daar vliegen en zingen de valkparkieten, kanaries, gordelgrasvinken en koningsparkieten. Ook zijn bijvoorbeeld de agapornis en de kakariki te zien en te horen. Op de grond, tussen het gras, lopen kwartels. Via internetcontacten komen er nog weleens wat gevleugelde volièrebewoners bij. Pas nog 23 vogels uit Noordwijkerhout, die nieuw onderdak nodig hadden.

Al met al: een bontgekleurde luchtmacht. Hebben de vogels die in de buitenkooien fladderen geen last van de kou? “Nee”, zegt Bert Kamp stellig. “Om temperatuur geven ze niks. Als het hard regent en waait gaan ze met hun vleugels wijd zitten om zo nat mogelijk te worden.”

De volière is een bekend punt in het dorp. Dagelijks komen er mensen een kijkje nemen, zowel binnen als buiten. “In de zomer zitten de bankjes regelmatig vol”, wijst Pollemans door het gaas naar het plantsoen. “Het is een bezienswaardigheid, ook wel voor mensen van buiten het dorp. Dat zijn dan wel de echte vogelmensen. Pas hadden we nog bezoek uit Willemstad.”

Pollemans ging zich een jaar of vier, vijf geleden inspannen voor de volière. Er was geld nodig om de voorziening in stand te houden en de nodige renovaties door te voeren. “Ik had niks met vogels, maar er waren dus wat problemen met de centen. Ze wisten dat ik actief was voor de ijsclub, vakvereniging het Zwarte Corps en de kerk en de weg een beetje kende om hier en daar wat geld los te peuteren. Of dat gelukt is? Ja, we hebben acht- of negenduizend euro bij elkaar kunnen scharrelen.”

Bolwerken

Dat was zeer welkom, want er zijn altijd uitgaven te doen. Voer, zand, elektriciteit, water en een jaar of wat geleden nieuw gaas en een nieuwe vloer. Nu staat er nog voegwerk aan de buitenmuur op het programma. Gelukkig zijn er sponsors en donateurs, al neemt hun aantal wel af. “We kunnen het nog bolwerken en als dat niet meer lukt, gaan we schooien.”

Kamp, Pollemans en Cees Wanders steken vele uren in het beheer van de volière. “We zijn hier dagelijks om de vogels te voeren en water te geven. En om de boel schoon te houden. Dweilen, stoffen, zuigen: alles wat je thuis ook doet.” Het werk gaat altijd door, zeven dagen per week. Pollemans en Kamp schatten dat het om ongeveer een uur werk per dag gaat en één keer per week drie uur. Dat zijn vele, vele uren.

En dat terwijl Bert Kamp bijna zeventig is en Toon Pollemans in de richting van de tachtig gaat. “Hoe het straks verder moet? Als er niemand bij komt, dan is de volière op den duur ten dode opgeschreven”, zegt Pollemans. “Maar wij gaan door tot het laatst. We willen dit zolang mogelijk openhouden. Ik heb er nog altijd veel plezier in.” Kamp: “Ik ook, ik ben een echte vogelliefhebber en zie elk vogeltje vliegen.”

Zijn collega-beheerder en -bestuurslid, die na zijn komst in de volière ook meer oog voor vogels heeft gekregen: “Ik zie thuis ook weleens een mooie vogel in onze tuin. Dan zeg ik tegen mijn vrouw: die zou in de volière moeten zitten…”

De volière in Oude-Tonge is in de zomer geopend van 19.00 tot 20.00 uur en in de winter van 16.00 tot 17.00 uur. De vogels in de buitenkooien bekijken is uiteraard op elk uur van de dag mogelijk. Wie deze bijzondere voorziening wil ondersteunen, kan tijdens de openingsuren terecht bij een van de vrijwilligers voor meer informatie. Wie wil helpen de volière te onderhouden en de vogels te voeren, is welkom.

Afbeelding

Uit de krant