Bezoekers luisteren geboeid naar oud-onderwijzer Gerard Leijsen. Foto: Jan Verboom
Bezoekers luisteren geboeid naar oud-onderwijzer Gerard Leijsen. Foto: Jan Verboom

Geldzorgen maken toekomst Ouderendag onzeker

Algemeen 326 keer gelezen

DIRKSLAND – Het is een mooi en beproefd concept: koppel iets interessants aan gezelligheid en lekker eten, en je weet zeker dat je de nodige belangstelling trekt. De Ouderendag van de Stichting Bejaardenwerk Dirksland is het bewijs. Op donderdag 28 november was de eenendertigste editie van dit initiatief, en weer was de recreatiezaal van De Geldershof vol tot afgeladen. Maar het zou zomaar eens de een na laatste keer kunnen zijn.

Tekst: Kees van Rixoort

De Ouderendag bestond uit enkele rondjes bingo, een lunch en een optreden van het duo Prettig Weekend ('meezingen mag'), maar begon met een presentatie over het lager onderwijs van vroeger en nu.

Herkenning
Oud-onderwijzer Gerard Leijsen, die stad en land afreist met zijn verhaal, wist de zaal wel te boeien. "Het gaat om herkenning: even een reis maken naar vroeger. Even in gedachten weer in de schoolbanken zitten", aldus Leijsen, die veertig jaar voor de klas stond, eerst in Bunschoten-Spakenburg en later in Maasland.

Het publiek kreeg van alles te horen, over de eerste nationale onderwijswet van 1801, de schoolstrijd en ook de lagere scholen van Dirksland, die nu De Inktvis en Prins Maurits heten. "Het was ontzettend streng op school. Er werd gestraft met de plak, de roede en de vogel als opvoedhulp." De (houten) vogel kreeg je naar je hoofd als je niet oplette. "De autoriteit van de meester was groot en ouders gingen niet naar school om verhaal te halen. Eerder kreeg je als kind thuis nog een extra straf." De strengheid bleek ook als leerlingen gingen praten of, tegen de regels, links bleven schrijven.

Een groot verschil met de school van nu is dat er vijftig of zestig leerlingen in de klas zaten, die allemaal hetzelfde moesten uitvoeren, of ze nu goed konden leren of niet. Leijsen: "Er werd niet naar het niveau van het kind gekeken." Een dyslexieprotocol was er nog niet, en plusklassen voor slimme kinderen ook niet. Om nog maar te zwijgen van het digitale schoolbord, waarmee je het internet in de klas kunt halen, en het aanspreken van de juf of de meester met de voornaam.

De oud-onderwijzer zoomde ook in op attributen als de kroontjespen ("Wie heeft er wel eens een vlecht in de inktpot gepropt?"), de lei ("Wie heeft er nog op een lei geschreven op school?") en het leesplankje: "Wie heeft er nog leren lezen met het leesplankje?" Bij die laatste vraag gingen heel wat vingers de lucht in.

Geldzorgen maken toekomst Ouderendag onzeker
De Stichting Bejaardenwerk Dirksland organiseert sinds 1988, het jaar van oprichting, elk jaar een Ouderendag. Altijd in De Geldershof. Senioren uit andere complexen komen ook, zo nodig is er vervoer om hen te brengen en op te halen. "Het gaat om ontmoeten, samenkomen", zegt Jan Verboom, bestuurslid van de stichting. Hij noemt ook het bestrijden van eenzaamheid.

Er is veel behoefte aan zo'n dagje uit – vol informatie, gezelligheid, entertainment en lekker eten voor slechts 8 euro –, dat blijkt wel uit de opkomst. Maar het is lang niet zeker dat de Ouderendag blijft. "Toen de gemeente Dirksland nog bestond, kregen wij subsidie. Na de gemeentelijke eenwording is het subsidiesysteem veranderd en ontvangen we geen geld meer van de gemeente. Wel is er een jaarlijkse bijdrage voor de Ouderendag van de dorpsraad Dirksland. Daar kunnen we nu nog op draaien en volgend jaar ook nog, maar dan is er geen geld meer om dit te organiseren." Verboom rekent voor dat er ongeveer 1300 euro nodig is om de Ouderendag mogelijk te maken.

"Het zou jammer zijn als dit verdwijnt." Daarom hopen Verboom en Corrie Breen, die de dag samen elk jaar op touw zetten, op een doorstart via een andere stichting of organisatie, die zich met welzijn en ontmoeting bezighoudt. "Ik hoop dat de Ouderendag niet in stilte verloren gaat en dat anderen het oppakken."

Uit de krant