Afbeelding
Foto: Erwin Guijt

Luuk en Jacob zwemmen vijf tot zes keer per week (video)

Algemeen 1.467 keer gelezen

Luuk Kieviet (17) en Jacob Mackloet (18) zitten beiden in VWO 6, zijn goeie vrienden en hebben één grote hobby: zwemmen. Jacob zwemt vanaf 2007, Luuk startte een halfjaar eerder. Ze hebben altijd bij elkaar in het team gezwommen en doen dat nu nog steeds.

Tekst en foto's: Erwin Guijt

Maar waarom zijn ze er überhaupt mee begonnen? "Mijn vader heeft zelf vroeger veel gezwommen.'' Luuk grijnst. "Zo ben ik er ook ingerold.'' Jacob werd via zwemles aangeraden om op de zwemclub te gaan. In eerste instantie wilde hij dat geeneens, schiet hem te binnen. Maar het bleek toch erg leuk te zijn. "Hoe ouder je ook bent, hoe meer mogelijkheden je ook hebt. Daar groei je in en langzaam kun je steeds meer. Als je er dan plezier in hebt, kun je vooruit.'' En dat hebben ze. "Het gaat hier leuk en het is een gezellige club.''

Inmiddels maakt voor beide jongens het zwemmen een vast onderdeel uit van de avond. "Het voelt eigenlijk raar als we een keer een avond niet hoeven zwemmen.'' Ze liggen wel vijf tot zes keer per week in het zwembad. Op doordeweekse dagen is dit met een anderhalf uur durende training, op zaterdag zijn er wedstrijden. "Met de training volgen we een programma, wat je steeds verder opbouwt tot het eind van het seizoen. Dan zijn de echte kampioenschappen en daar werk je naartoe.''

Vlinderslag

Die zijn dan vaak niet in De Staver, omdat dat een recreatiebad is en niet voldoet aan alle eisen voor een wedstrijdbad. Wel is daar bijvoorbeeld de eilandbeker te winnen. De 'echte' competities zijn meer in de regio van Dordrecht en Papendrecht. Beide jongens doen mee aan zowel regionale als landelijke competities. Met welke slag er daar gezwommen wordt, verschilt per wedstrijd. Beide hebben ze zo hun voorkeur. Luuk richt zich meer op de vlinderslag op korte afstand, terwijl Jacob gaat voor de borstcrawl en het lange-afstandszwemmen. Luuk grinnikt: "Jacob is een soort stoomtrein, hij moet eerst even op gang komen.''

Met de hele club kunnen bekers gewonnen worden, persoonlijke prestaties kunnen worden bekroond met medailles. Beide zwemmen op behoorlijk hoog niveau en eindigen meestal zo rond de vijfde, zesde plaats van Nederland in hun categorie. Wedstrijdzwemmen kan al als je diploma A en B hebt, al haasten beide waterratten te zeggen dat zij zowel hun A, B als C hebben. "Op zwemles krijg je eigenlijk de basis aangeleerd, op de zwemclub begint het echte werk pas en ga je oefenen met technieken en gevoel met het water ontwikkelen.''

Toetsweek

Veel tijd voor andere sporten is er niet. Af en toe bezoeken ze wel de sportschool om hun spieren te trainen. "Ik streef naar twee keer, in de praktijk is het vaak één keer'', geeft Jacob lachend toe. "Het zwemmen is intensief, maar het went. Hoewel je soms lichamelijk moe bent, kun je je nog wel focussen op je huiswerk. Dat is nodig ook; beide zitten in de examenklas. "Anderen zijn dan misschien half acht klaar met hun huiswerk, terwijl wij dan nog moeten beginnen.'' Gaat dat zwemmen dan echt niet ten koste van het huiswerk? Jacob, beslist: "Nee, nooit last van.'' Luuk is wat voorzichtiger: "Met een toetsweek is het wel eens lastig plannen. Maar het komt altijd goed, we zijn het gewend.''

Ziet het duo eigenlijk hun toekomst in het zwemmen? Bescheiden: "Niet echt. We zijn best goed, maar we komen er vooral door hard te trainen. Voor de echte top zijn we (nog) niet goed genoeg.'' Maar niet getreurd; ze doen het nog met veel plezier en zullen het naar verwachting nog wel even blijven doen ook. Jacob: "Niet als broodwinning, maar wel als hobby.'' Luuk sluit zich daarbij aan. Hij wil geneeskunde gaan studeren in Utrecht, Jacob twijfelt nog wat hij wil studeren. Hoe het ook zij, ze gaan in ieder geval verder met zwemmen. Is het niet op het eiland, dan ergens anders.

Wedstrijdje

Aan het einde van het gesprek blijft er nog één vraag over. Wie van de twee is het snelst? Wat aarzelend kijken beide jongens elkaar aan. Gelukkig zitten ze naast het zwembad en hebben ze hun zwemkleding bij zich. Even later staan ze dan ook in de startblokken. Dan klinkt de startschreeuw. Beiden maken een sierlijke duik en verdwijnen in het bad. Woest slaan de armen door het water. Het gaat naar de overkant en weer terug. Of het nu komt doordat Jacob een iets grotere sprong maakt of omdat hij langer is, in de nek-aan-nekrace komt hij als snelste uit de bus en tikt als eerste de rand aan. Het scheelde echter weinig. Luuk hijst zich hijgend uit het water. De 'stoomtrein' kwam blijkbaar sneller op gang dan gedacht…

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Uit de krant