Afbeelding

In memoriam dokter Van Loo, kinderarts van het eerste uur

Algemeen 2.258 keer gelezen

DIRKSLAND - Op vrijdag 21 december overleed kinderarts Jan van Loo. Een collega schreef mij naar aanleiding hiervan: "een monument is heengegaan". Zo wordt zijn overlijden door veel mijn oudere eilandbewoners en met name zij die op de één of andere wijze in het (verre) verleden bij het ziekenhuis betrokken waren, gevoeld.

Dokter Van Loo studeerde in Utrecht af als kinderarts. Voorbestemd om hoogleraar B te worden, kwam hij in het Wilhelmina Kinderziekenhuis van de Universiteit in Utrecht terecht. Een leerling-assistent bracht bij hem het ziekenhuis in Dirksland onder de aandacht. De assistent had recent stagegelopen bij een huisarts op Goeree-Overflakkee en daar gehoord dat het ziekenhuis een kinderafdeling zou krijgen. De bouw van een kinderafdeling was mogelijk gemaakt door een schenking van de kinderorganisatie Rädda Barnen (redt het kind) uit Zweden. Het ziekenhuis ontving deze schenking naar aanleiding van de Watersnoodramp in 1953.

Kinderarts Van Loo ging kijken in Dirksland. De reis vanuit Rotterdam duurde toen nog ruim vier uur en had als resultaat dat van Loo op 15 juni 1957 als kinderarts aan het ziekenhuis werd verbonden. Het ziekenhuis telde in totaal ruim 85 bedden. De kinderafdeling was nog in aanbouw. Hij werd de derde medisch specialist naast internist röntgenoloog dokter Jessurun en gynaecoloog-chirurg dokter Stoel.

Kenmerkend voor het werken in het ziekenhuis in deze tijd was, dat kinderarts van Loo toen hij amper een week in dienst was, een week de internist moest waarnemen. In 2017 wist hij zich de details nog te herinneren: "De eerste patiënt was een oude man; in mijn ogen nu hè; hij was diabeet en was in de problemen gekomen door een achterwand infarct. Ik wilde de man moed inspreken, en net zoals ik dat bij kinderen deed, tikte ik tegen zijn wang. Intuïtief schrok ik, want toen voelde ik een baard in plaats van een zachte kinderhuid…".

Als enige kinderarts had Jan van Loo altijd dienst, 7 dagen in de week, 24 uur per dag; iets wat de artsen van nu zich niet meer voor kunnen stellen. Zelf vertelde hij mij hierover: "Soms was ik blij met vier uurtjes slaap op een nacht. Het kwam voor dat ik een jaar niet van het eiland afkwam: er was geen waarneming, dus ik had geen keus. Hoe graag ik mijn werk ook deed, het ergste hiervan vond ik dat je in een sociaal isolement raakte."

Het waren in alle opzichten andere tijden. Goeree-Overflakkee kende nog geen bruggen en dammen. Dat bracht Van Loo soms in een dilemma: "Wilde je ernstig zieke patiëntjes overplaatsen, dan moest ik me weleens afvragen of dat haalbaar was. De bootreis kon een te groot risico zijn. Later gebeurde het wel dat ik zelf met de ambulance meereed, samen met een zuster hielden we dan op de achterbank de zuurstof vast. De ambulancechauffeur was ook tuinman. Was er een melding, dan stapte de tuinman uit zijn overall en trok zijn witte pak aan en klom achter het stuur."

Zelf ben ik sinds 1984 werkzaam in het ziekenhuis. Van de eerste jaren herinner ik mij nog heel goed dat iedereen wist waar de kamer van Van Loo was: daar brandde altijd licht. Overdag werd patiëntenzorg verleend en wat overdag niet lukte, gebeurde 's avonds. Er was dan ook meer dan genoeg werkaanbod: omdat de opnamedrempel toen lager en de ligduur langer was, had de afdeling kindergeneeskunde 42 bedden. Bovendien deed Van Loo er tal van zaken bij, zoals het consultatiebureau. De avonden waren dan voor de administratie terwijl hij tweemaal per week 2 tot 3 uur 's avonds lesgaf aan leerling-verpleegkundigen; "dat waren dan vaak meisjes die op het land gewerkt hadden. Ze waren zeer gemotiveerd en leergiering!" tekende ik uit zijn mond op.

Van Loo heeft zich voor de bevolking van ons eiland hardgemaakt voor inentingen. "Ik wist dat dit vanwege principes zeer gevoelig was. Maar ik zag op mijn afdeling ook de patiëntjes die opgenomen werden omdat zij soms flink beschadigd waren door kinkhoest of polio." Hij schreef een artikel over het nut van inenten voor de toenmalige eilandelijke krant. Vanwege de gevoeligheid onder de lezers, wilde de krant het niet plaatsen. Daarop bedacht Van Loo dat de gemeentesecretaris stencils met informatie mee kon geven bij inschrijving van een geboorte. Langzamerhand is het aantal inentingen gestegen. Zelfs zo dat bij zijn afscheid het aantal inentingen op Goeree-Overflakkee boven het landelijk gemiddelde zat. Vanwege de slechte staat van de gebitten bij kinderen beijverde hij zich ook voor de fluoridering van het drinkwater op Goeree-Overflakkee, waarbij hij naar de Tweede Kamer afreisde om Kamerleden te overtuigen van het nut hiervan.

Nadat Van Loo 65 jaar werd, heeft hij ondanks het feit dat hij ernaar uitzag te kunnen stoppen nog een paar jaar doorgewerkt, omdat het ziekenhuis geen kinderarts kon vinden. Ook toen nog was hij, ondanks zijn gevorderde leeftijd, 7 dagen per week 24 uur per etmaal oproepbaar. Soms jaren achtereen werd er geen vakantie opgenomen, omdat er geen waarnemer te vinden was. Toen Van Loo 69 jaar oud was, werd er uiteindelijk vervanging voor hem gevonden.
Van Loo dwong respect af voor zijn enorme loyaliteit en inzet. Zonder deze "extra's" had het ziekenhuis al heel veel jaren geleden opgehouden te bestaan. Zijn "erfenis" bestaat uit een ziekenhuis en vooral uit een bloeiende kinderafdeling waaraan nu 7 kinderartsen zijn verbonden. Onze regio en CuraMare zijn hem veel dank verschuldigd.

Dr Paul van der Velden,
lid van de Raad van Bestuur van CuraMare en oud-oncoloog

NB De citaten in dit artikel zijn afkomstig uit een interview dat de auteur in 2017 met van Loo had.

Uit de krant