Afbeelding

Het eind van een familiebedrijf in de visserijsector

Algemeen 10.315 keer gelezen

OUDDORP/STELLENDAM - Afgelopen donderdag zond omroeporganisatie BNN/VARA het laatste deel uit van de tv-serie Boven Water, waarin aandacht werd geschonken aan de ernstige problemen in de Nederlandse visserijsector. Met de schijnwerper - in deze serie - daarbij gericht op het familiebedrijf Tanis uit Ouddorp. Zowel aan boord van de kotter GO 48, op zee en in de Stellendamse haven, als bij het thuisfront, kreeg men via livebeelden inzicht in de worsteling die Jaap Tanis, de broers en zijn zoon Chris (varend voor het familiebedrijf) doormaakten in de richting van het eind van het familiebedrijf (met de kotters GO 38 en GO 48).

Door Jaap Ruizeveld

Na de perikelen rond vissen met de boomkor en het Europees verbod op pulsvissen, daaraan toegevoegd een gebrek aan opvolging, te lage besommingen en te hoge brandstofprijzen, kwam dit najaar het cruciale en emotionele moment dat het familiebedrijf zich genoodzaakt zag te besluiten om zich tijdig voor beide schepen aan te melden voor de saneringsregeling die het ministerie van LNV (Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit) voor de Nederlandse vissersvloot (eind 2021 nog 284 kotters) had ingesteld. Er zouden inmiddels 78 kotters voor de regeling zijn geregistreerd. Voor de sanering heeft het ministerie 155 miljoen euro uitgetrokken. Komt ‘groen licht’ op de aanvragen, dan dienen betrokken vaartuigen voor april 2024 te worden of zijn gesloopt. 

Wachten op antwoord

Voor de slotopname van de tv-serie maakten Jaap Tanis en zijn zoon Chris nog een rondje over de inmiddels in de binnenhaven van Stellendam afgemeerde en gedeeltelijk al onttakelde kotter GO 48. Voor dit schip is de saneringsaanvraag gehonoreerd, voor de GO 38 is het nog wachten op het antwoord. Hierover is op het ministerie al maanden geleden gesproken en daarbij werd toegezegd dat een besluit spoedig zou worden genomen. Maar inmiddels zijn er dertien weken voorbij. Het jaar 2022 is verstreken en duidelijkheid blijft tot nu toe uit. “Ik heb er geen woorden voor”, stelt Jaap Tanis als hij samen met zijn zoon nog één keer voor de tv-camera verschijnt, zittend op de dertigjarige GO 48. 

Hij vertelt over de vele reacties die hij ontvangt nu het familiebedrijf aan de eindstreep staat. Zoon Chris, die inmiddels bij een ander bedrijf werkt, zegt met emotie: “De GO 48 was onderdeel van je leven. Daar blijf je altijd mee bezig.” Samen maken de mannen nog een slotronde over het dek en in de verblijven. Er is al veel kaalslag. Het lijkt op een scheepswrak waar steeds meer wordt geruimd. De sorteerband is verkocht, er is nog reservemateriaal, zoals nieuw netwerk dat voor de helft van de prijs beschikbaar is. De sleeptros is er ook nog. Verdriet is af te lezen op de gezichten van de schippers. Het eind van een familiebedrijf. 

Perspectief

Op andere fronten wordt getracht de Nederlandse vissersvloot toch perspectief en levensvatbaarheid te kunnen bieden. Tijdens het recente bezoek van Koning Willem-Alexander en minister Adema aan de Stellendamse vissershaven is hierover niet alleen stevig gesproken maar heeft de minister aangekondigd zich voor de sector met gerichte aanpak te zullen inzetten. Toch een toekomstbeeld, maar dat moet wel concreet worden ingevuld.

Uit de krant