Afbeelding

Romanschrijver Caspar Lindeman schept zijn eigen wereld met mensen van vlees en bloed

Algemeen 666 keer gelezen

SOMMELSDIJK – Erkenning als kunstenaar. Erkenning als mens. Erkenning als nieuwe bewoner van Goeree-Overflakkee. Daar is de hoofdpersoon van ‘De kleine expositie’, de vierde roman van Caspar Lindeman, naar op zoek. Het is een zoektocht die langs relationele en uiteindelijk criminele wegen leidt. “Alles stroomt, niets blijft zoals het is.”

Door Kees van Rixoort

Caspar Lindeman (57) leest veel, zijn hele leven al. Schrijven gaat hem gemakkelijk af. Voor het maken van een opstel, vroeger op school, hoefde hij weinig moeite te doen. En later, toen hij als civiel technicus een eigen zaak had, waren de public relations en de website bij hem in goede handen. “Ik ben altijd met taal bezig.”
Dat leidde tot een kwartet romans, stuk voor stuk fraai uitgegeven hardcovers. In 2004 schreef Lindeman ‘Een enkele reis’. Twee jaar later volgde ‘De bestemming’. In 2019 verscheen ‘De gevleugelde’ en vorig jaar ‘De kleine expositie’.

Helemaal blanco

“Ik had nooit een roman geschreven”, vertelt Lindeman over zijn start, begin deze eeuw. “Maar toen ik tijdens de kerstvakantie twee weken helemaal niks te doen had, ben ik gaan schrijven. Als je er elke dag mee doorgaat, heb je na een week of drie een heel verhaal. Zonder opleiding, zonder cursus, maar helemaal blanco komt het verhaal eruit.”
Heeft hij dan een idee, een plan, een plot, misschien zelfs een schema hoe het verhaal zich van A tot Z zal ontwikkelen? Niets van dat alles. Lindeman gaat zitten en schrijven. Het verhaal kan alle kanten op, het ontwikkelt zich ‘vanzelf’. “Ik ben zelf ook benieuwd hoe het afloopt”, lacht hij. Zijn werkwijze is associatief. “Bijvoorbeeld: ik zit in mijn kamer en wordt geïnterviewd door iemand van de krant. Dat kan ik gebruiken als ik ga schrijven. Of: er is een expositie en er komt een opvallende vrouw binnen lopen.”

Dat laatste gegeven beschrijft Lindeman in het eerste hoofdstuk van ‘De kleine expositie’. Het vormt de kiem waaruit het verhaal zich ontspint. “Ik heb er drie maanden aan geschreven. Elke dag een uur of drie, dan is ’t op. Daarna volgt het ‘nawerk’. Eerst kijk ik de verhaallijn goed na: klopt de plot en de chronologie? Heeft de opbouw de juiste cadans? Zijn de karakters consequent in hun handelen? Er valt van alles te herstellen: sommige personages blijken niet te voldoen, de spanning kan beter, de contrasten groter, beeldspraak kan iets toevoegen. Ik voeg beschrijvingen van het landschap en de ruimtes toe. Dat is een hele uitdaging, want ik ben echt van de handeling en de dialogen. Die gaan vanzelf. Op het allerlaatst controleer ik de spelling, de d’s en de t’s. Alles bij elkaar ben ik nog een halfjaar bezig met het ‘nawerk’.”

Alles in de mixer

Tijdens de schrijfperiode registreert Lindeman meer en beter wat er gebeurt, wat hij hoort en wat hij leest. “Ik sta meer aan.” De associaties die dat oplevert, kunnen vervolgens een plaats krijgen in het verhaal. Evenals het leven van de schrijver zelf, al is er geen sprake van autobiografie. “Ik verdeel mijn persoonlijkheid over personages in het boek, alles gaat in de mixer.”
Het uiteindelijke resultaat is een klassieke roman met een spanningsboog, zich ontwikkelende karakters, obstakels, teleurstellingen, liefde, strijd en introspectie. Waar het in zijn vorige roman, ‘De gevleugelde’, draaide om iemand die Goeree-Overflakkee verlaat om in de stad, aan de overkant, een poging doet om te slagen in het leven, is ‘De kleine expositie’ het verhaal van een klassiek geschoold kunstenaar die de stad heeft verruild voor het platteland en daar erkenning zoekt.

“Dat gaat niet vanzelf”, zegt Lindeman. En dat geldt ook voor het inburgeren op het eiland en het wennen aan de cultuur en de mentaliteit van de bevolking. “Mijn vierde roman is een en al Goeree-Overflakkee.”

De schrijver geeft zijn boeken uit in eigen beheer. De kleine oplage verspreidt hij onder vrienden en kennissen. Met verwachtingen van het lezerspubliek en een dwingende uitgever heeft Lindeman niets te maken. Dat geeft hem de vrijheid te schrijven wat en wanneer hij wil, ongedwongen, zonder zich te hoeven bekommeren om recensies en optredens in praatprogramma’s.

Vakmanschap

Er zijn ook periodes dat hij geen letter op papier zet, vooral niet als het schilderen alle aandacht opeist. Want Caspar Lindeman houdt zich naast zijn literaire arbeid ook met andere kunsten bezig. Met schilderen dus – een doek van zijn hand siert de cover van ‘De kleine expositie – maar ook met musiceren. Piano, klarinet en saxofoon zijn de instrumenten die hij bespeelt.
De verbindende factor tussen schrijven, muziek maken en schilderen is, naast het creatieve, het technische, het vakmanschap. Verwacht van Lindeman geen abstract schilderij of een experimentele roman. Nee, hij schildert realistisch en schrijft klassieke romans, zoals voorbeelden als Thomas Rosenboom, W. F. Hermans en Willem Elsschot schrijven of schreven.
“Je eigen wereld scheppen met mensen van vlees en bloed, dat is ’t wel”, zegt Lindeman over het plezierige schrijfambacht. De romanproductie zal daarom niet stokken bij nummer vier. “De vraag is of zich weer een verhaal opdringt, of dat ik weer ga schilderen. Het is het één of het ander, schilderen en schrijven gaan niet samen.”

‘De kleine expositie’ is niet verkrijgbaar in de boekhandel. Wie het wil lezen kan de roman voor 15 euro bestellen (exclusief verzendkosten) via caslinde@kpnmail.nl. Er is nog een beperkte voorraad.

Uit de krant