Afbeelding

Water(kwaliteit) op het eiland: hoe is het ermee gesteld?

Agrarisch & Visserij 872 keer gelezen

GOEREE-OVERFLAKKEE – Zonder water is er geen leven mogelijk. Dat weet iedereen. Ook voor de agrarische sector is water van cruciaal belang. Tegelijkertijd zijn er om allerlei redenen ook zorgen over de waterbeschikbaarheid en -kwaliteit in Nederland. Daarom nemen we in dit vierluik een duik in de wereld van water(kwaliteit), met daarin verschillende perspectieven. 

Tekst: Erwin Guijt

Hans Voogd van akkerbouwbedrijf Ha-Vo: “Als boeren doen we ons best het water goed en schoon te houden”

“Goed en zoet water is in de agrarische sector zeer belangrijk, vooral op de zandgronden rond ons bedrijf”, aldus Hans Voogd van akkerbouwbedrijf Ha-Vo bij Ouddorp. “Omdat we dicht bij de zee zitten hebben we helaas veel zoute kwellen; zout water dat omhoog komt. Ook zitten we aan het eind van de kop op het eiland, waardoor er weinig stroming is. Daardoor ontstaan zoutere stukken in de sloten. Dit is wel weg te spoelen, maar is niet makkelijk omdat het water meerdere keren omhoog moet worden gepompt. Uiteindelijk wordt het in de Grevelingen geloosd. Als we een tijdje niet hoeven te beregenen, begint het weer van voor af aan. Hierdoor hebben we regelmatig met een matige waterkwaliteit te maken. Met matig bedoel ik dan hoofdzakelijk het zoutgehalte in het water. Dit meten wij met een EC-meter. Als er te veel zout in het water zit, geeft dit direct schade aan het gewas, en onze gronden bevatten al relatief veel zout. Wij willen dat natuurlijk niet, want we verdienen er ons brood mee. Als we in de zomer geen zoet water bij de hand hebben en het droog en heet wordt, kan meer dan de helft van onze opbrengst verloren gaan.” (Tekst loopt door onder de foto)


Hans Voogd.

Grotere druppels

Voogd vervolgt: “Als boeren proberen we het water goed en schoon te houden. Dat doen we op verschillende manieren. Bijvoorbeeld sloten schoon en vrij van riet en gewasresten te houden door ze een paar keer per jaar te maaien. Eén keer per jaar wordt de bodem schoongeschept. Bestrijdingsmiddelen worden met moderne machines gespoten en met doppen die ruim 95 procent drift-reducerend zijn. Hierdoor zijn de druppels groter en waait de nevel niet weg. Bij het spuiten blijven we anderhalf tot drie meter van de slootkanten.”

Ook het strooien van kunstmest is precisiewerk. “Dat wordt met moderne technieken gestrooid, waardoor de machines door middel van GPS weten wanneer ze aan en uit moeten gaan. Dit is beter voor het milieu én voor onze portemonnee. Want waar wij niets willen zaaien of planten, willen we ook geen dure kunstmest en bestrijdingsmiddelen hebben. Wat helaas veel wordt vergeten en verkeerd wordt verteld door tegenstanders van bestrijdingsmiddelen: boeren gebruiken niet voor hun plezier peperdure bestrijdingsmiddelen, maar uit pure noodzaak. Als wij mensen ziek worden, gebruiken we toch ook medicijnen?”

Juiste moment

“Rondom zoet water proberen we altijd het juiste moment af te wachten om te beregenen”, aldus Voogd. “Denk bijvoorbeeld aan donkere dagen en weinig wind. Hierdoor wordt het water mooier verdeeld en kunnen we de ideale breedte meenemen. Verder beregenen we zoveel mogelijk ’s nachts, hierdoor verdampt er minder water door de zon. Helaas zien wij ook dat het klimaat verandert, waardoor we meer moeten beregenen. Ook dat doen we niet voor ons plezier: het is een erg tijdrovende klus die veel brandstof kost en slijtage oplevert.” Op veel percelen in het dorp zitten bronnen met water van goede kwaliteit. “Alleen als het grondwater zakt wordt het moeilijker om dat weer omhoog te pompen. Dat kost weer extra kracht, en dus extra brandstof.”

Heemraad Dorenda Gerts: “We maaien dan 75 procent van de slootkant wel en 25 procent niet”

Een van de taken van Waterschap Hollandse Delta is het controleren van de waterkwaliteit in de polders op Goeree-Overflakkee. Heemraad Dorenda Gerts: “We werken daarvoor samen met bijvoorbeeld de omgevingsdienst. De gemeente controleert de waterkwaliteit binnen de bebouwde kom. De waterkwaliteit van de rivieren wordt gecontroleerd door Rijkswaterstaat. Hollandse Delta controleert de waterkwaliteit door objectief te meten.” (Tekst loopt door onder de foto)


Heemraad Dorenda Gerts (Foto: Remie Kranendonk | REEM).

Daarnaast kun je de goede kwaliteit van oppervlaktewater ook zien, aldus Gerts. “In een gezonde sloot groeien verschillende waterplanten, zwemmen verschillende vissen en amfibieën zoals kikkers. Gezond slootwater trekt insecten aan, zoals libellen. De kwaliteit van grondwater en slootwater wordt beïnvloed door bijvoorbeeld luchtvervuiling door industrie, bedrijven, verkeer en inwoners met bijvoorbeeld houtkachels. Ook de agrarische sector heeft invloed op de kwaliteit van het grondwater en het water in de sloot, bijvoorbeeld door gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Te hoge concentraties hiervan hebben een negatief effect op waterplanten en waterdieren, waardoor die niet of minder voor kunnen komen. In samenwerking met de agrarische sector, bedrijven, gemeenten en industrie probeert het waterschap de waterkwaliteit te verbeteren door goede afspraken te maken. Daarnaast zet Waterschap Hollandse Delta verschillende beheer- en inrichtingsmaatregelen in om de waterkwaliteit te verbeteren. Bijvoorbeeld het baggeren van wateren, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en het verbeteren van de wateraan- en afvoer.”

Minder algen

Ook is het waterschap gestart met het gefaseerd maaien van sloten. Het waterschap onderhoudt 52 sloten gefaseerd. “Dan maaien we 75 procent van de slootkant wel en 25 procent niet. Dan blijft aan één kant van de sloot het gras en beplanting staan. De keer daarna doen we het andersom. Goede doorstroming van de sloot blijft gegarandeerd.” Deze 52 sloten hebben ruime overcapaciteit voor wateraan- en afvoer.

Maar waarom gefaseerd onderhoud? “Om drie redenen: allereerst zorgen waterplanten voor betere waterkwaliteit, minder algen en kroos. Daarnaast is het goed voor de fauna: kikkers, vissen, vogels. En, als derde, ook voor de flora: waterplanten en riet. Het waterschap controleert of er problemen ontstaan door planten bij gemalen of stuwen. In dat geval wordt er snel ingegrepen.” Het waterschap investeert dus in ecologisch beheer en gefaseerd onderhoud om de biodiversiteit te bevorderen. “Als mensen zelf de wegberm of de sloot maaien, is dat nadelig voor de natuur. Daarom vragen wij mensen die last hebben van vegetatie in sloten en bermen dit niet zelf te maaien, maar bij ons te melden.”

Boswachter Anne Los: “Wij maken ons ernstig zorgen over de kwaliteit van het water’’

“Eigenlijk is het vreemd dat een land als Nederland last heeft van watertekort”, vindt boswachter Anne Los van Natuurmonumenten. “We zijn wereldkampioen op het gebied van watermanagement en delen onze kennis wereldwijd. En toch is het een serieus probleem in ons eigen land en op ons eiland, dat midden in een deltagebied ligt.” (Tekst loopt door onder de foto)


Boswachter Anne Los (Foto: Tamara de GrootMyObjective).

“Kijk naar de afgelopen jaren: te veel water in een periode dat het niet heel erg nodig is en te weinig in een warme zomerperiode waarin de grond schreeuwt om water. Er valt gedurende het jaar voldoende regen, maar het is tijd dat we gaan kijken naar de manier waarop we omgaan met de waterstanden en het afvoeren van het water. Bijvoorbeeld door het herstellen van natuurlijke waterbuffers, die water kunnen vasthouden voor een drogere periode. Natuurlijke klimaatbuffers zijn gebieden waar natuurlijke processen de ruimte krijgen. Ze vervullen een rol bij het opvangen en vasthouden van water, het voorkomen van wateroverlast en watertekorten, het temperen van hitte en het verminderen van CO2.”

Tuinslang uitrollen

Natuurmonumenten maakt zich ernstig zorgen over de kwaliteit én kwantiteit van het Nederlandse oppervlakte- en grondwater. “Wij vrezen dat met het huidige beleid en tempo van uitvoeren de doelen voor waterkwaliteit en -kwantiteit niet gehaald zullen worden. Daarom pleiten wij ervoor dat alles uit de kast gehaald moet worden om te zorgen dat dit wel gebeurt. De natuur in Nederland is kwetsbaar en de natuurgebieden drogen uit, waardoor de kans op natuurbranden toeneemt. Afgelopen zomer ontstond nog een duinbrand in Ouddorp. Verdroging heeft voor vissen, kikkers, salamanders en waterplanten grote gevolgen en ook verder in de voedselketen leidt dit tot problemen. Weidevogels kregen minder kuikens. Voor de kuikens die nog wel uit de eieren kwamen, was er minder voedsel en ze waren vaker slachtoffer van roofdieren. Berken, eiken, beuken en andere loofbomen gingen al in augustus in de herfststand. Eeuwenoude eiken kwijnden, jonge aanplant verdorde. In tegenstelling tot onze achtertuinen kunnen we niet even de tuinslang uitrollen en de kraan openzetten zodat het gras groen blijft zien.”

In sloot en plas

“Het water in onze sloten en kreken bevat vaak te veel voedings- en medicijnresten om te gebruiken voor de natuurgebieden. De Kader Richtlijn Water biedt kansen om waterleven weer terug te brengen zoals staat afgebeeld op de schoolplaat ‘In sloot en plas’ van M.A. Koekkoek, maar dan moet er nu echt wat gaan veranderen en is de tijd van uitstellen voorbij. Schoon en voldoende water is belangrijk voor iedereen. Door de watercrisis te erkennen en vervolgens als betrokken partijen met elkaar te kijken naar oplossingen, begrip te hebben voor de verschillende belangen maar vooral het gezamenlijke doel voor ogen te houden. Met al onze kennis op het gebied watermanagement moet het zeker gaan lukken!’’

Joost Kievit: “Water Goeree-Overflakkee voldoet niet aan minimale normen”

Joost Kievit is voorzitter van waterschapspartij Water Natuurlijk Hollandse Delta. Hij houdt zich veel met waterkwaliteit bezig. “Water is de bron van alle leven, schoon water is een levensvoorwaarde. In ons land missen we dat. Nederland heeft met afstand de slechtste waterkwaliteit van Europa. Goeree-Overflakkee is hierin geen uitzondering.” (Tekst loopt door onder de foto)


Joost Kieviet.

“Mede op aandringen van Nederland zijn er Europese normen voor waterkwaliteit. Dat was belangrijk voor ons land. In onze delta werden we opgezadeld met vervuiling vanuit het achterland. Inmiddels zijn de rivieren schoner dan ons polderwater. Het schonere rivierwater wordt gebruikt als aanvoer bij droogte en om verontreinigingen door te spoelen.”

Er wordt een onderscheid gemaakt in chemische en biologische normen voor waterkwaliteit. De concentratie van een hele reeks aan chemische stoffen moet onder een vastgesteld niveau liggen. Kievit: “Dat niveau bepaalt of aan de biologische normen kan worden voldaan: of waterplanten, vissen en andere dieren in het water kunnen leven. Bij te veel gif lukt dat niet. De normen liggen vast in Europese en nationale regelgeving. In 2015 had ons water schoon en gezond moeten zijn. Dat is niet gelukt. We kregen twee keer uitstel: tot 2021 en nu tot 2027. Er moet veel gebeuren om dan de doelen te halen. Het is nu vooral een milieuprobleem, maar deskundigen voorspellen ook juridische en financiële problemen, vergelijkbaar met de stikstofcrisis.”

Boosdoener

“Op Goeree-Overflakkee voldoet het water niet aan de minimale normen. Net als elders in overwegend agrarische gebieden zijn meststoffen en bestrijdingsmiddelen de boosdoener. Deze komen vooral van de landbouw. In stedelijk gebied is het water meestal schoner. De metingen van bestrijdingsmiddelen in het water komen samen in de nationale Bestrijdingsmiddelenatlas. Alle meetpunten in landbouwgebied op Goeree Overflakkee geven een overschrijding te zien van vaak meerdere stoffen. Het waterschap signaleerde dat zo’n 10 jaar geleden al, en een gezamenlijk project met boeren (‘Schoner erf, schonere sloten’) zorgde voor verbetering. Tijdelijk, want na het project verslechterde de kwaliteit weer.”

“De hoeveelheid meststoffen in het water is ook op Goeree-Overflakkee een probleem”, aldus Kievit. “Uiteraard is er een directe relatie met de stikstofcrisis. Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakt jaarlijks een stikstofbalans voor de landbouw. In 2021 gebruikte de Nederlandse landbouw 611 miljoen kilo stikstof in de vorm van mest en kunstmest. Hiervan lekte 290 miljoen kilo weg naar het milieu, met desastreuze gevolgen voor de waterkwaliteit.”

Halve meter

“De landbouwtransitie kan helpen. Een meer natuur-inclusieve landbouw zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest geeft schoner water. Dat het kan, wordt dagelijks bewezen door duizenden biologische boeren in binnen- en buitenland. Meer water in de sloot helpt ook. Het geeft een grotere verdunning: een lagere concentratie aan probleemstoffen. Voor kwaliteit is minimaal een halve meter water nodig. Dat wordt echter in veel sloten niet gehaald. Zout is nog een specifiek probleem voor het eiland. Veel sloten zijn van nature zout of brak. Met zoetspoelen worden ze een deel van het jaar toch geschikt gemaakt voor beregening van akkers. In een watersysteem dat een deel van het jaar zoet is en voor de rest zout of brak kan geen gezond waterleven ontwikkelen. Voor de komende tijd is het de opgave om schoon en gezond water te combineren met een florerende landbouwsector. Dat is een uitdaging.”

Dit vierluik stond in de agrarische bijlage van 25 april 2023.

Uit de krant