Afbeelding
Foto:

Neem en lees: De gemeente je thuis

Ds. Brons gaat in dit boekje in op gemeentezijn. Hoe doet hij dat? Aan de hand van Bijbelwoorden laat hij zien dat jij belangrijk bent voor de gemeente. Maar ook andersom, dat de gemeente dat voor jou is. Verschillende kanten van het gemeenteleven worden belicht en tenslotte gaat het ook over de betekenis van de gemeente voor jouw persoonlijk leven. Aan het eind van elk hoofdstuk kun je enkele vragen vinden om over na te denken; dat kan voor jezelf of samen met anderen.
Dominee Brons is predikant van de Gereformeerde Gemeente te Vlaardingen, daar is dit boekje ook ontstaan tijdens het werk in die gemeente. Hij merkt dat veel van zijn jongeren graag hun plaats innemen in de gemeente. Regelmatig vragen zij zich af wat die plaats is. Hij draagt daarom dit boekje aan hen op, om hen daarbij te helpen. Deze uitgave is ontstaan in samenwerking met de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten en uitgegeven door Den Hertog uitgeverij.
Na het Vooraf gaat ds. Brons in drie hoofdstukken in op het gemeenteleven, te beginnen bij 'Jij en de gemeente', vervolgens 'Gemeenteleven' en het laatste hoofdstuk gaat over: 'De gemeente en jouw leven.'
Welke thema's worden besproken? Het eerste wat aangesneden wordt is Psalm 8:3: Uit de mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest… De dichter van deze Psalm, David, roept ons op om omhoog te zien, naar het werk van God in de schepping. Maar niet iedereen ziet dat de Heere zo groot is. De Heere zelf zorgt er voor dat jongeren dit gaan zien, maar ook dat gaan vertellen. Dat is Zijn goedheid. Opmerkelijk is het dat de Heere Jezus in Matth. 21 die tekst aanhaalt. Grote mensen hebben Hem met 'Hosanna de Zone Davids' binnengehaald in Jeruzalem. De leiders van het volk worden daar boos om, want zij zoeken hun eigen eer. Maar dan zegt Jezus: 'Uit de mond der jonge kinderen en zuigelingen hebt Gij U lof toebereid (vers 16). Wat bedoelt Hij? Jullie loven de Heere niet, maar deze kinderen doen dat wel. De les voor ons allemaal? Bij grootmaken van de Heere hoort dat we klein denken over onszelf. Vandaar dat we in de berijmde Psalm 8 zingen dat we broze (nietige) Adamskinderen zijn.
Hoofdstuk twee over 'Gemeenteleven' wordt behandeld aan een aantal kernwoorden die bij het gemeenteleven horen: eerbied, samen bidden, wanneer iemand zondigt, een heilig leven, niet veilig, Uw trouwverbond, Levend Brood, Gods trouw aan de gemeente, aannemen van Gods Woord, Psalmen zingen, blijmoedig geven, gaven in de gemeente en zegen.
Het laatste hoofdstuk: 'De gemeente en jouw leven' zet in met nederigheid, de hemel zoeken, leven van de hoop. Dan worden drie soorten dienen genoemd: dienen als een moeder, als een broer, als een vader. Een veel gebruikte tekst uit 1 Thessalonicenzen 5:21: 'Beproeft alle dingen; behoudt het goede' wordt uitgelegd door ds. Brons aan de hand van de titel boven dit hoofdstukje: 'Alles toetsen of alles uitproberen?' Alle dingen onderzoeken is geen oproep om alles uit te proberen. In Romeinen 12:2b staat iets dergelijks: 'Opdat gij moogt beproeven welke de goede en welbehagende wil van God is'. Beproeven is kijken of het klopt. Je mag onderzoeken of het zo in de Bijbel staat en of de Heere zo werkt als je gehoord hebt. Proeven, smaken en innerlijk overtuigd worden van de wil van God – dát is wat Paulus ons toewenst. Wat betekent dan 'en behoudt het goede'? In het Grieks staat hier het woord catechete, dat betekent 'houvast' of 'vasthouden' Door vast te houden wat je geleerd hebt, krijgt je houvast in je leven. Geen verdienste van jezelf, want wij zijn tot wankelen gereed en zondigen steeds weer. Christus heeft echter als de volmaakte mens in alles de goede en welbehagende en volmaakte wil van Zijn vader gedaan, opdat wankelende en schuldige zielen in Hem een Schuilplaats zouden vinden.
Het boek eindigt met een voorbeeld uit de eerste christengemeente in Rome. De doden werden in catacomben begraven. In de stoet liep voorop iemand met een fakkel, die wist de weg. Achteraan liep ook iemand met een fakkel. De vlammen dansten op het ritme van de voetstappen. Dan… een windvlaag: de voorste fakkel dooft. En dan verder? De achterste fakkel gaat naar voren. Van hand tot hand.
De les voor ons, voor jullie? Draag zo de fakkel verder. Je hebt een licht ontvangen. Geef dat licht door aan anderen en wees zelf een licht. Hoe kan dat? Omdat Christus het Licht der wereld is.