Afbeelding
Foto:

"De molen praat met elk kraakje, elk geluidje en elk tikje"

Je geeft Krijn zeker geen 82 jaar, als je hem soepel de smalle houten trappetjes van de molen op en af ziet lopen. Zijn liefde voor molens zat er al vroeg in. Krijn herinnert zich nog goed dat hij als klein jongetje zijn oom, Hans Duvalois, aan het werk zag. "Ik moet een jaar of acht geweest zijn. Oom Hans was molenaar bij Piet Voogd. Hij liep de trappen op en neer en zat altijd onder de bloem. Met touwen trok hij zakken omhoog en weer naar beneden. Geweldig vond ik het. Maar tegelijkertijd dacht ik ook, je hebt het wel druk! De molen maakte veel indruk op me. Hoe de wieken bewogen en dat je met de natuur, met windkracht, nut kon brengen. Altijd was ik in de molen, tenzij ze me wegstuurden. Ik was vaak te laat thuis voor het eten, omdat ik weer te lang in de molen gebleven was."

Water

"Ik wilde graag chauffeur op een truck worden, een GMC. Mijn vader vond het geen goed idee. Ik moest eerst een vak gaan leren, vond hij. Chauffeur is wel een beroep, maar hij was bang dat ik het werk op latere leeftijd te eentonig zou vinden." Vaders wil was wet en dus ging hij naar de ambachtsschool om timmerman te worden. Als ik van school zou komen, zou ik bij het timmerbedrijf van mijn oom, Leun van Koppen, gaan werken, maar dat viel allemaal letterlijk in het water toen ik in het najaar '53 van school kwam, vlak na de watersnoodramp. Pas toen de gaten in de dijken waren gedicht en het water bij eb en vloed niet meer over het land spoelde, hernam het gewone leven zich, maar dat heeft wel even geduurd. Bij oom Leun had er 70 centimeter water in de zaak gestaan. Er waren bovendien teervaten omgevallen en leeggelopen. Alles zat 'eronder'. Het was een flinke klus de werkplaats te repareren en weer schoon te maken. Toen in de jaren zestig Leun van Koppen wilde stoppen met zijn bedrijf, vroeg hij zijn neef of hij de zaak wilde overnemen, maar daar had Krijn geen zin in. Wel bleef hij tot aan zijn pensioen voor de nieuwe eigenaar van de zaak werken.

Restauratie

Het was in de jaren 80, dat - toen nog - de gemeente Goedereede, bij het bedrijf aanklopte of ze misschien iets konden betekenen bij de restauratie van de molens De Hoop en De Zwaan in Ouddorp. Omdat Krijn nogal molen minnend was, doken ze in het project. "De deuren, de ramen, de trappen, de zolders en de steenkuipen, dat was echt timmerwerk, daar wisten we wel raad mee, maar de kap en de wieken was niets voor ons. Die kennis hadden we niet. Bovendien was daar een kraan voor nodig en die hadden we niet. De gemeente dacht daar echter wel uit te komen en vroeg ons meteen met te beginnen met het timmerwerk. Dat hebben we gedaan. Het was een enorme klus, maar de molens zijn toen volledig gerestaureerd." Molen De Zwaan was in 1975 al gestopt met draaien. Er was intussen een dierenwinkel in gevestigd. "Na de voltooiing van de restauratie in 1982 had de molenaar, Cees Pape, helemaal geen zin om de molen weer te laten draaien", vervolgt Krijn. "Hij had het intussen druk gekregen met het bedrijf dat hij was gestart. Ik vond het eigenlijk een beetje zonde. Al was het maar één keer in de maand. Het is veel beter voor een molen als hij in beweging blijft. Gelukkig vond Cees Pape dat ook. Hij stelde voor dat ik het mocht proberen, maar dan moest ik wel goed naar de molen luisteren." Krijn vond het spannend en overweldigend tegelijk. "Zoef, zoef, zoef, dat geluid als je die wieken hoort draaien, dat is het mooiste wat er is. Bij harde wind gaan de wieken 'met blote benen', bij een lagere windkracht leg je zeilen voor de wieken. Die eerste keer durfde ik de molen niet te hard te laten draaien. Ik was verwonderd door de techniek, maar ook een beetje angstig. Wat als ik de molen niet meer zou kunnen laten stoppen? Hoe harder hij gaat, hoe langer het duurt voor hij stilstaat. Dan kunnen de remmen te warm worden en vliegt de molen in brand. Dus ik moest echt voorzichtig zijn!"

Glutenvrij

Angst voor de molen heeft Krijn al lang niet meer. Hij kent De Zwaan door en door. De molen praat met elk kraakje, elk geluidje en elk tikje. Altijd zijn z'n oren gespitst om direct in te kunnen grijpen als er iets niet goed gaat. Krijn is, sinds zijn pensioen in 2002, vrijwel dagelijks in de molen te vinden. "'s Morgens doe ik werk in de tuin en ben ik samen met mijn vrouw Jannie. Dinsdag- tot en met zaterdagmiddag van ongeveer drie tot vijf ben ik in de molen. Er zijn veel toeristen, die het heel erg leuk vinden een molen van binnen te kunnen bekijken. Ze zijn geïnteresseerd in de werking van de molen, maar ze bekijken ook graag de vele molenminiaturen beneden en het klompenmuseum op de eerste verdieping. Molen De Hoop aan de Molenweg in Ouddorp maalt glutenvrij. Die molen bezichtigen is daarom niet mogelijk, omdat ze heel erg gevoelig zijn voor andere soorten bloemstof. We hebben gelukkig een fijne samenwerking. Mensen die graag meel voor cake of brood willen kopen, stuur ik door naar de winkel van molen De Hoop. Wie daar een molen in bedrijf wil zien, sturen ze weer naar De Zwaan." Zodra Krijn over 'zijn' molen vertelt, gaan zijn ogen glimmen. Hij geeft ook rondleidingen op verzoek van scholen. Hij is blij met de belangstelling van de jeugd. Hij ziet de toekomst dan ook rooskleurig in. "De Nederlandse molenstichting De Hollandsche Molen verricht goed werk door de molens continu onder de aandacht te houden. Ze brengen bijvoorbeeld een magazine uit. Er zijn rijkssubsidies beschikbaar voor onderhoud en ook de BankGiroLoterij zet zich in voor het behoud van molens. Molens zijn tenslotte cultureel erfgoed. De Molenvereniging Goeree-Overflakkee organiseert ook tweemaal per jaar een bijeenkomst, waarbij geïnventariseerd wordt wat er bij elke molen nodig is om hem goed te onderhouden. Er is dus veel aandacht voor molens en hun voortbestaan."

Kap

De molenaar was vroeger een belangrijke schakel in de voedselvoorziening van een dorp. Het graan van de boeren werd vermalen tot bloem voor brood en veevoer. Een dorp kon niet zonder molen. Dat is enorm veranderd. Krijn vervolgt: "Het hele leven is veranderd. Je bent met een molen voortdurend afhankelijk van de natuur. Is er geen wind, dan kun je niets. Dat kan tegenwoordig niet meer. Het is tegenwoordig te duur. Er moet productie worden gedraaid. Gaat iets elektrisch, werkt het altijd. Je hoeft maar op een knopje te drukken. Door de mechanisatie kwamen er fabrieken, vooral in de stad. Goeree-Overflakkee heeft naar verhouding nu nog veel molens, omdat het eiland toen, zonder bruggen, relatief lang zelfvoorzienend bleef. In de steden verdwenen molens veel sneller uit het straatbeeld." Voor Krijn persoonlijk is een leven zonder molen haast niet voor te stellen. "De molen geeft me inspanning en ontspanning tegelijk. De bezoekers geven me afleiding en ik blijf in beweging. Ik voel me er nog steeds wel bij. Ik ben blij dat mijn gezondheid het me nog steeds toestaat. Al merk ik wel, dat de jaren gaan tellen. Zeilen opleggen, iedere keer de trappen op en af, de kap omkruien, dat is toch zwaar en inspannend. Maar de molen is nog steeds mijn lust en mijn leven."

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding