Pinkstervolheid (2)

En nu die Pinksterprediking: "Ik zal van Mijn Geest uitstorten op alle vlees!" "Dat vlees begeert tegen de Geest", zegt Paulus. Dat betekent: het voert oorlog tegen de Geest en wil zich aan de Geest des Heeren niet onderwerpen. Dat betekent dus een bittere strijd. Er is een taaie weerstand van het zondige.
Maar wonderlijk: daar staan mensen rondom Petrus en de andere discipelen, die vragen: "Wat moeten wij doen, om zalig te worden?" Die hebben kennelijk hun strijd, hun weerstand, opgegeven.
Ja, want de Heere gaat mensen dorstig maken. En die gaan naar de Heere vragen.
En naar de Heere Jezus. En naar de Geest. Die komen tot bekering, tot een waarachtig geloof. Die worden overwonnen door de onwederstandelijke kracht des Heeren. Ze kunnen er niet tegenop. Ze worden door de Geest overwonnen.
Bent u ook zo'n dorstige? Bent u overwonnen in het hart, om de Heere te verwachten? Bent u weggehaald bij die bronnen van giftig water, om te zijn bij de fonteinen van helder en levend water?
Dat is een heel indringende vraag. Want: "op alles vlees" betekent niet: op alle mensen. Dat bewijst trouwens de Pinkstergeschiedenis wel. Maar bij de Heere is geen beperking. Het Woord wordt breeduit gezaaid. En óók die ongelovige, die vijandige mensen hebben het Pinksterevangelie gehoord. Maar zij hebben het naast zich neergelegd. Maar naast hen staan die verslagenen van geest. Zij vragen naar de mogelijkheid om zalig te worden. En hun wordt de weg gewezen. Hoe kan dat? Alleen door het werk van Christus. Van Hem lezen we: "En het Woord is vlees geworden". Hij is gekomen in de gelijkheid van het zondige vlees.
En zo heeft Hij die Geest verworven. Dan wordt een mens, vleselijk verkocht onder de zonde, tot een Godvrezend mens. Die wandelt niet meer naar het vlees, in het goeddunken van zijn eigen hart, maar die wandelt naar de Geest, naar de wil des Heeren. Al is het soms met veel strijd.
En dan lezen we tegenover de vruchten van het vlees ook van de vruchten van de Geest, ook in de Galatenbrief: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, waarheid, geloof en zachtmoedigheid. Kennen we deze vruchten in ons leven? Begeren we deze voort te brengen?
Zo is er zegen van boven. Zegen op deze aarde. En straks in de eeuwige heerlijkheid. Dan leidt de Heere de Zijnen aan de fonteinen der levende wateren. Dan is de strijd voorbij, de strijd tussen vlees en Geest. De strijd tegen de zonde. Dan blijft de lofzang over.
Daar kan een strijdend en zuchtend mens soms zo vol heimwee naar uitzien. Als in die geestelijke strijd telkens weer de nederlaag geleden wordt. Hoor dan eens naar de woorden van verlangen en uitzicht: "En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom!"
Want eens zal ten volle bewaarheid worden: "Mijn blijde tong zal roemen in den Heer' en alle vlees zal juichen tot Zijn eer!"

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 24 mei 1999.